Aanmelding voor een mailtje bij een nieuw bericht

Vanaf nu is het mogelijk een mailtje te ontvangen wanneer we een nieuw bericht op ons blog zetten. Wanneer je dat wilt, meld je dan aan via het onderstaande formulier. Let op, ook even je email adres bevestigen via de link die je in je mailbox ontvangt.

Hallo blog-lezer, 👋

Meld je aan om bij een nieuw bericht een melding per mail te ontvangen.

We spammen niet! Lees ons privacybeleid voor meer info.

Vakantie in Botswana en Namibië (Juni 2024)

Vorig jaar zijn we in Namibië op vakantie geweest, en dat was goed bevallen. Nu wilden we Botswana ook verkennen. Van collega’s had ik gehoord dat het allemaal minder gecultiveerd is in Botswana. Omdat de grens met Botswana op 3 uur rijden van ons huis ligt en een georganiseerde reis erg prijzig bleek, besloten we in Johannesburg een auto te huren (je hebt een 4×4 nodig) en vandaar naar Botswana (en Namibië te rijden). Na bestudering van wat reisschema’s kwam ik op een route uit de ons naar het noorden van Botswana voerde (Chope National Park), tot bij Victoria Falls (die overigens in Zimbabwe/Zambia liggen), en vandaar naar de Caprivi strip in Namibië en vandaar weer terug in Botswana naar de Okavanga Delta. Vandaar gaan we dan weer terug naar Zuid-Afrika. Bij navraag bij onze jongens bleken Rinse en Koen wel interesse te hebben om mee te gaan met deze roadtrip.

Omdat het boeken via een organisatie erg prijzig bleek, heb ik met behulp van booking.com en soms direct boeken een route gepland en de lodges/hotels gereserveerd. De auto hebben we via Bushlore gehuurd.

Onze geplande route naar Botswana/Namibië

Om vrijdag 7 juni konden we de auto ophalen. Het was een Toyota Fortuner, deze auto reed ik voorheen ook zelf, maar deze was een 4×4 en had daarnaast een extra brandstof tank (45 liter extra), een tweede reserveband en een tweede accu. Bovendien was er allerlei uitrusting aanwezig voor noodgevallen, o.a. lekke banden en vast komen te zitten. Ik heb de auto samen met Koen opgehaald, zodat we allebei in deze auto konden rijden. Koen en Rinse waren de dag ervoor aangekomen. Oorspronkelijk zouden ze woensdag aankomen, maar KLM besloot de vlucht op woensdag te annuleren.

Onze huurauto, een Toyota Fortuner 4×4

Op zaterdag 8 juni zijn we dan vertrokken richting Botswana. In reisverslagen had ik gelezen dat de normale grensovergang nogal druk kon zijn en een aantal mensen gaven het advies via Stockpoort de grens over te gaan. Dit is een kleine grensovergang waar geen vrachtverkeer de grens over mag. Vlak bij de grensovergang lag een lodge (Stockpoort border lodge) waar je kon overnachten. Omdat we in Botswana niet direct iets geschikts tegenkwamen, had ik deze lodge geboekt, zodat we de volgende dag een behoorlijke afstand in Botswana konden afleggen. De lodge was eenvoudig, maar verder prima. De grens was op 300 meter en inderdaad was het snel en eenvoudig om de grens over te gaan. Eerst moest je bij de Zuid-Afrikaanse douane een stempel halen, vervolgens een stukje rijden naar de Botswaanse douane, waar we weer een stempel kregen en ook voor de auto een wegenbelasting moesten betalen. Ook werden we gecontroleerd op vers vlees en groente, want dit mag niet mee de grens over. De 2 appels die we nog hadden heb ik aan de douaniers gegeven, verder hadden we alleen bereid vlees bij ons. Ook moesten we met onze voeten (en de auto) door een ontsmettingsbak, dit alles vanwege mond- en klauwzeer. Botswana exporteert veel rundvlees en is erg bang voor mond- en klauwzeer dat de export kan belemmeren. Deze controles op vers vlees kwamen we ook binnen het land zelf tegen, want je mocht niet zomaar vrij vers vlees van de ene regio naar de andere brengen.

Tot de grens was de weg verhard, maar na de grens werd het een gravelweg voor ongeveer 50 km. Daarna kwamen we op de hoofdweg terecht, die van Gaboronne (de hoofstad, in het zuiden), naar Kasane (in het noorden) en Maun (in het noordwesten) liep. Deze weg was verhard en over het algemeen goed. Wel was er bij iedere plaats, hoe klein ook, een behoorlijk stuk met snelheidsbeperkingen van vele kilometers. Onze bestemming die dat is Nata, waar we een 2 tented accomodations hebben gereserveerd, in totaal moesten we die dag ongeveer 550 km rijden. Op onze route komen we door Francistown, wat een redelijk grote stad is. Omdat er in deze stad ook een Woolworths lijkt te zijn, en Rinse daar hopelijk zijn geliefde hamburgers kan vinden, wilden we daar boodschappen doen. Het bleek echter dat de Woolworths in Francistown erg klein is, met nauwelijks verse spullen. Daarom moesten we uiteindelijk ook nog naar een andere supermarkt. En deze ervaring herhaalde zich meerdere keren tijdens deze vakantie. Het bleek erg lastig glutenvrije hamburgers te vinden. Gelukkig had Rinse naar voor een aantal dagen broodjes mee, zodat we daar niet direct naar hoefden te zoeken. Glutenvrij brood hebben we echter geen enkele keer kunnen vinden, in geen enkele supermarkt in Botswana.

Na Francistown zijn we doorgereden naar Nata. Onderweg hadden we nog wel even een probleempje, ik haalde een vrachtauto in (dat gebeurd regelmatig, want ze rijden nogal eens erg langzaam), maar daardoor had ik een snelheidsbeperking gemist en werd in gestopt door een politieauto die daar net snelheid aan het meten was. De politie vertelde mij dat ik te hard reed. Vervolgens moest ik meekomen naar de auto en werd mij getoond dat ik ruim 600 pula (de lokale munt) moest betalen. Toen ik zei dat dat wel erg veel was (het is ongeveer 40 euro), werd mij gevraagd hoeveel ik dan wel wilde betalen. Ik had begrepen van collega’s dat Botswana niet corrupt was, maar dat klopte dus duidelijk niet. Ik heb dus wat minder betaald en kon direct doorrijden.

De tented accomodation bij Nata lodge zag er mooi uit, alleen was de douche buiten (maar wel afgeschermd). En de temperaturen daalden die nacht snel tot niet zover van het vriespunt. Het beddengoed hield niet echt over en het waren dan ook 2 koude nachten in deze tented accomodatie. We konden eten in de lodge en dat smaakte goed de eerste avond. De volgende dag hebben we een bezoek gebracht aan de Makgadikgadi-zoutpannen. Wanneer er water staan, is er een uitbundig vogelleven, met o.a. flamingo’s, maar deze tijd is het er erg droog en zie je alleen een grote zoutvlakte, met wat dieren die goed tegen de droogte kunnen. Wel hebben we nog vogels kunnen spotten rond de lodge.

Makgadikgadi-zoutpannen

Die avond hebben we weer gegeten in het restaurant van Nata Lodge, maar deze keer was het eten een stuk slechter. Het vlees was niet mals en was maar lastig weg te kauwen. Bovendien was de friet ongaar en vet. Dit hebben we ook gemeld, maar daar werd verder niets mee gedaan.

De volgende dag reden we verder naar Kasane, dat in het noordwesten van Botswana ligt, tegen de grens met Zambia, Namibië en Zimbabwe. Het is er erg toeristisch, omdat die ook de toegang is tot het Chobe National Park en bovendien aan de Chobe rivier ligt. De route was ongeveer 320 km. We wilden er rond de middag aankomen, zodat we aan het eind van de middag nog een cruise konden maken op de Chobe rivier. In Kasane had ik voor 3 nachten een self-catering accommodatie gereserveerd (Tlou Safari Lodge). Dit bleek een mooi huisje te zijn, met 2 slaapkamers, waar het ook een stuk minder koud was dan de vorige 2 nachten. Bij aankomst hier heb ik gelijk een bootcruise gereserveerd, waarvoor we dan om half 4 op werden gehaald. Deze bootcruise was erg mooi, de boot bracht ons naar het Chobe National Park (waar de rivier onderdeel van is) en we zagen vele dieren zich rond de rivier ophouden. Bovendien bleven we op de boot tot we de zon onder zagen gaan boven de rivier. De rivier is trouwens tevens de grens tussen Botswana en Namibië.

Zonsondergang op de Chobe rivier

Die avond hebben we gegeten in het restaurant van de Lodge, het eten was eenvoudig, maar verder prima.

De volgende dag wilden we het Chobe National Park zelf per auto verkennen. Het gebied langs de rivier stond bekend om zijn vele dieren en we wilden dan ook het stuk langs de rivier gaan rijden. Het eind was bij de brug, die tevens de grensovergang naar Namibië was. We wisten niet precies de routes in het park, maar we hadden beschikking over 3 kaarten op onze mobiele telefoons/tablets. Navigeren deden we over het algemeen gewoon met Google Maps, maar we hadden als alternatief ook OSM And. En dat bleek in dit park goed uit te komen, want er stonden meer wegen op dan Google Maps. In principe was het echter gewoon de weg volgen langs de rivier. Als laatste hadden we ook nog Track4Africa. Dit waren de nauwkeurigste kaarten, maar hier kon je helaas niet op navigeren.

Bij binnenkomst van het park was er maar 1 weg, en die ging omlaag naar de rivier. Hier maakten we ook voor het eerst kennis met mul zand, want deze weg omlaag ging door mul zand en al snel heb ik daarom onze 4×4 ingeschakeld. Bij de rivier aangekomen werd het wat beter, met soms ook mulle plekken. We hebben allerlei dieren gezien, maar helaas geen katachtigen. We kwamen ook niet veel auto’s tegen, dus we waren vaak alleen. Via de kaart van OSM And konden we een aantal interessante plekken opzoeken. Vooral de plekken dichter bij de rivier met uitzicht interesseerden ons. Ook was er ergens een picknickplaats, waar we rond koffietijd arriveerden. Deze picknickplaats bleek vol meet velvet aapjes te zitten en die probeerden eten van je te ‘stelen’. Het was dus erg opletten dat er geen etenswaren werden weggepakt.

Op de kaart bleek er ook een uitzichtpunt dichter bij de rivier te zijn, die wat verder van de hoofdroute afweek. We gingen die kant op, en de weg was soms behoorlijk mul. Op een gegeven moment moest ik kiezen of ik het pad rechts of links nam en ik koos voor links. Dat was dus verkeerd, want we kwamen in een enorm mul stuk zand waar de auto in vastliep. We hadden een automaat en ik probeerde door meer gas te geven voor- of achteruit los te komen. Dat lukte echter niet, ook omdat de automaat steeds wilde opschakelen. Pas later had ik door dat ik de automaat op handmatig moest zetten, maar toen was het al te laat. we zaten muurvast en graven had maar weinig effect. Ook was ik vergeten wat lucht uit de banden te laten. Iedereen die hier op gravel/zandwegen gaat rijden, verlaagd de bandenspanning tot soms wel 1 bar, waardoor je meer draagvlak hebt. We stonden ook nog net achter een heuveltje, waardoor we van de hoofdroute niet echt zichtbaar waren. Gelukkig had ik nog wel een beetje mobiele ontvangst, maar van het Nationale Park was er geen enkel telefoonnummer te vinden. Ook op ons toegangsbewijs stond geen enkel telefoonnummer. Rinse en Koen gingen op een gegeven moment wat verderop staan, zodat we konden proberen de aandacht te trekken van passanten, maar die waren er maar erg weinig. Ik heb toen onze Lodge gebeld met de vraag of zij ons konden helpen. Zij zouden wat proberen, gaven ze gaan. Na ongeveer 1,5 uur wisten de jongens echter de aandacht van een passerende auto te trekken. Het bleek een Zwitsers stel te zijn dat met een Landcruiser in Botswana aan het rondtoeren was. Voor deze auto was het een fluitje van een cent om mij achteruit uit het zand te trekken. Na vele bedankjes reden zij weer verder en kwamen bijna zelf vast te zitten. Na een korte lunch op deze plaats, zijn we zonder verdere problemen van daar weer op de hoofdroute gekomen.

De auto stond met de bodem op het zand
En dit was het gat dat achterbleef

Zonder verdere problemen hebben we de rest van de route vervolgens afgelegd en zijn daarna via de verharde weg terug naar Kasane gereden.

Die avond hebben we voor het eerst zelf gekookt (glutenvrije pasta).

Voor de volgende dag (donderdag) had ik enkele weken daarvoor een bustocht naar Victoria Falls geboekt. Victoria Falls zijn watervallen, de grootste van Afrika en erg toeristisch. Ze zijn van 2 landen uit te bekijken, Zimbabwe en Zambia. Omdat Zimbabwe het beste uitzicht geeft, gaan we naar Zimbabwe. Met de auto dat land ingaan is niet eenvoudig, je moet de auto importeren en dat kost behoorlijk wat geld en tijd. Daarom worden er vanuit Botswana dagtochten naar de Victoria Falls georganiseerd. Om het land in te komen, moet je als Europeaan 30 USD p.p. betalen voor een visum. Dit is trouwens meer voor Engelsen (50 USD) en Canadezen (75 USD). Je hebt verder geen extra papieren nodig, als je deze 30 USD maar betaald. Vanuit Kasane is het ongeveer 1 uur rijden naar de Victoria Falls. Bij de Victoria Falls ligt ook een dorpje met de gelijknamige naam Victoria Falls. Daar aangekomen komt de volgende kostenpost. Het uitzichtpunt zelf is een Nationaal Park en daarvoor moet je als buitenlander nog eens 50 USD toegang betalen. Omdat ik en Tineke echter in Zuid-Afrika wonen, hebben wij de prijs voor Zuid-Afrikanen bedongen en betaalden wij (maar) 30 USD p.p. Daarna konden wij van het uitzicht over de Victoria Falls genieten. Deze waterval is niet zozeer hoog, maar vooral erg breed. En soms sta je in de druppels van de waterval, getuige ook onderstaande foto’s.

Na het bewonderen van de waterval hebben we gegeten in een plaatselijk restaurant, met uitzicht op de rivier.

Daarna zijn we weer teruggereden naar Kasane, met 4 stempels extra in het paspoort. En die avond hebben we gegeten bij Nando’s. Dit is een kiprestaurant en volgens de allergenenkaart zou de kip glutenvrij moeten zijn. Het kostte enige moeite om dat echt te achterhalen, maar uiteindelijk bleek de kip inderdaad glutenvrij. We hebben hier afgehaald, het restaurant stond letterlijk naast de Lodge, en bij ons huisje gegeten.

De volgende dag was het al weer tijd verder te rijden, we gingen nu de grens naar Namibië over en verbleven een paar dagen in de Caprivi strip. Als je naar het land Namibië kijkt, zie je dat er in het noordoosten een stukje uitsteekt, dat is de Caprivi strip. We waren daar vorig jaar op onze rondreis in Namibië niet geweest, maar nu is het dichtbij en daarnaast kun je via dit stukje Namibië weer terug in Botswana richting Maun komen, zonder met veel slechte wegen te maken te hebben. En daarna wilden we naar Maun, aan de voet van de Okavanga Delta.

We hadden 2 nachten geboekt in een Tented River Chalet in Camp Kwando. Dit kamp ligt aan een riviertje dat tevens de grens met Botswana vormt. Het wordt gerund door een Duitse vrouw en we hadden hier half pension, dus met het avondeten erbij. Bij navraag over glutenvrij vertelde zij dat het geen probleem is, zij past de gerechten erop aan. En het bleek zelfs dat ze ook zelf glutenvrij brood bakte. Het eten was dan ook prima in deze lodge en de accommodatie ook, maar wel een beetje apart:

We hadden een rieten dak, maar de wanden waren tentdoek. En vanaf ons balkon zagen we de zonsondergang:

We waren al rond de middag bij dit kamp, na een lunch zijn we dan nog een dichtbijzijnd Nationaal Park ingereden (Mudumu Nationaal Park). Die nacht koelde het behoorlijk af, en in de ochtend was het erg fris in onze tent. En de douche die halfopen naar buiten was, was ook behoorlijk fris, ook al omdat alles eco was en het water dus niet bepaald rijkelijk stroomde. Dit is niet echt een accommodatie om in de winter te bezoeken.

En de volgende dag hebben we een ander Nationaal Park in de buurt verkend (Bwabwata Nationaal Park- Kwando Core Area). Hier kon je alleen met 4×4 terecht, maar dat was verder geen probleem. Het zand was soms mul, maar met de ervaring van 2 dagen eerder wisten we nu hoe problemen te vermijden.

De volgende dag gingen we naar de volgende Lodge, Shametu River Lodge. De afstand die we die dag moesten rijden was niet groot, dus voordat we naar de Lodge gingen, hebben we nog eerst weer in een ander deel van het Bwabwata NP rondgereden, dit keer Mahango Core Area.

De Lodge zelf lag aan de rivier, en onze huisjes hadden weer uitzicht op de rivier. En we hadden uitzicht op Popa Falls, maar als je Victoria Falls hebt gezien, zijn dit niet meer dan wat waterversnellingen.

We bleven hier maar 1 nacht, de volgende dag moesten we naar Maun rijden. Dit betekende een grensovergang en 450 km rijden, een lange rechte weg naar Maun. We hadden ook dit keer halfpension, en met enige discussie kregen we ook weer een prima glutenvrije maaltijd.

De volgende dag zijn we op tijd vertrokken, de grensovergang verliep vlot. Wel was er ook een controle op vers vlees. We hadden nog wat gehakt wat we in Kasane hadden gekocht (dus Botswana) en dit mocht gelukkig verder mee. Na de grens kwamen we nog een paar plaatsen tegen, maar ook vaak een compleet verlaten weg.

Op een paar stukken was de weg behoorlijk slecht, vooral door werkzaamheden. Maar het laatste stuk was de weg weer prima.

In Maun hebben we nog een paar supermarkten bezocht, op zoek naar glutenvrije broodjes en hamburgers, maar we vonden nauwelijks iets. Ook waren we al dagen op zoek naar gasflesjes voor onze brander. Deze hadden we uit Zuid-Afrika meegenomen, maar het gas was na een week op en we konden nergens dezelfde flesjes vinden. Uiteindelijk hebben we pas terug in Zuid-Afrika weer flesjes kunnen kopen. Op een paar plaatsen hadden ze deze wel gehad, maar ze waren op. Dat betekende dat Rinse geen hamburgers/eieren kon bakken voor zijn lunch.

In Maun had ik voor 3 dagen een huisje gehuurd (via Booking.com). Bij aankomst bleek dat de eigenaar een Nederlander was die al lang in Botswana woonde. Het huisje was groot, maar de inrichting was erg ouderwets.

Omdat ik niet wist hoe de wegen in de Okavanga Delta waren, had ik al maanden daarvoor een safari geboekt, voor een hele dag in de Okavanga Delta. Dit gebied is erg groot en het kan er erg nat zijn. Het water komt vanuit Angola hier naartoe stromen en ik had begrepen dat het in Juni nog erg nat kan zijn. Dat was echter dit keer helemaal niet het geval. Het was kurkdroog en we zijn de hele ochtend aan het rijden geweest om maar bij het eerste water te komen. In dit gebied (Moremi Game Reserve) liggen ook een aantal private Lodges. Ik had daar ook naar gekeken, maar een aantal kun je alleen met een vliegtuigje bereiken en bovendien was de prijs per nacht per persoon exotisch (800 euro of meer). Vanuit Maun bleek het echter nog meer dan een uur rijden voor we zelfs in het park waren. We vertrokken om half zeven, het was nog nagenoeg donker en bovendien op de open safari auto erg koud. Maar toen de zon was opgekomen, werd het gelukkig aangenamer en later op de dag was het gewoon lekker warm.

De weg naar de ingang van het park was ook niet erg goed, veel mul zand vooral, en in het park was het vaak niet veel beter.

We hebben onderweg redelijk wat dieren gezien, en uiteindelijk kwamen we ook wilde honden en leeuwen tegen.

Onze gids wilde gaan lunchen waar deze olifanten in het water liepen, en bovendien liepen er ook nog nijlpaarden. Het belangrijkst was echter dat er ook nog nijlpaarden in het bos lagen, achter ons. We vonden het een beetje riskant, maar hij besloot dat het niet te gevaarlijk was.

Het eten was verder eenvoudig. Salade met kip, brood en gekookte aardappel. En natuurlijk frisdrank.

Na de lunch zijn we weer teruggereden naar de ingang en dan weer terug naar ons huisje.

Die avond hebben we gegeten in Marc’s Eatery, een restaurant dat goede glutenvrije recensies had. En inderdaad was het (glutenvrije) eten erg goed. De volgende dag was als rustdag gepland en we hebben dan ook verder niet veel bijzonders gedaan. Wel hebben we weer geluncht in Marc’s Eatery. Vooral het glutenvrije brood met hamburger leek Rinse wel aantrekkelijk, maar dat bleken ze niet (meer) te hebben. We hebben nog wat supermarkten bezocht, maar het vinden van glutenvrije producten viel erg tegen.

Na 3 nachten in Maun gingen we dan weer op de terugweg naar Zuid-Afrika. Het zou één van onze langste routes worden, van Maun naar Serowe, dat al dicht bij de grens met Zuid-Afrika ligt, in totaal zo’n 530 km. En onderweg kwamen we langs Khama Rhino Sanctuary, waar dus neushoorns worden opgevangen. Hier zijn we gestopt en hebben we een rondje gereden. Oorspronkelijk was het de bedoeling hier te overnachten, maar de recensies waren nogal wisselend. We zijn echter wel het reservaat in geweest om te zien of we ook neushoorns konden zien, en inderdaad hebben we er een paar gezien.

De nacht zouden we doorbrengen in Serowe, in Lentswe Lodge. Op de recensies afgaande was het een goede Lodge, met goed eten. Aangekomen op de bestemming zagen we een soort boerderij met een enorme bende. En ze hadden een aantal huisjes met uitzicht op de vallei.

De huisjes waren nogal verouderd en het beddengoed en handdoeken waren ook oud. Ook was er geen wifi en slechts matige mobiele ontvangst. En het eten viel niet bepaald mee, het was wel erg simpel. De familie die de Lodge runde had duidelijk geldgebrek om er weer een goede Lodge van te maken. Naar ik heb begrepen heeft de covid19-periode hen financieel behoorlijk parten gespeeld. Ook het ontbijt in de ochtend was niet hoogstaand. Het was duidelijk de minste accommodatie die we tijdens onze reis hebben meegemaakt.

De volgende dag moesten we dan weer de grens met Zuid-Afrika over. We zouden niet naar huis rijden, maar nog 2 nachten in een private Game Reserve overnachten. Omdat de kleine grensovergang van de heenreis ons goed was bevallen, zijn we weer via deze grensovergang Zuid-Afrika ingegaan. En inderdaad verliep alles nu weer net zo soepel. Binnen 10-15 minuten waren we de grens weer gepasseerd. In totaal hadden we nu dus 12 stempels in ons paspoort gekregen.

We zijn daarna eerst naar een Zuid-Afrikaanse Woolworths gereden in de hoop daar glutenvrije broodjes en een gasfles te vinden. Het gas lukte, maar de broodjes helaas niet. Wel vonden we weer eens glutenvrije hamburgers (diepvries). Onze accommodatie lag in Welgevonden Game Reserve, Matingwe Game Lodge. Vanuit deze Lodge kun je dan safari’s maken in het game reserve en dat hebben we de volgende ochtend dan ook gedaan. De accommodatie was luxe, en we hadden weer halfpension. Ik had van tevoren weer glutenvrij aangegeven en inderdaad gaf dat verder geen problemen. We bleken de enige gasten in de hele accommodatie te zijn en hadden de volgende ochtend dan ook een private safari. De accommodatie werd gerund door een echtpaar, de vrouw runde de Lodge en de man deed de safari’s. De vroege ochtend safari was weer koud, maar we hebben wel leeuwen en neushoorns gezien.

Dicht bij dit private game reserve ligt ook Marakele National Park, dat ook de big five herbergt. We wilden daar die middag naartoe rijden, alhoewel we niet erg hoopvol waren de big five te kunnen zien. De weg er naartoe was een bergpas, Bakkerspas, over onverharde en deels behoorlijk slechte wegen.

Bakkerspas

In het Nationale park hebben we wel wat dieren gezien, maar geen enkele van de big five helaas. We waren pas rond de middag in het park, maar omdat we laat ontbeten hadden (na de safari, het was al 10 uur), hebben we in het park wat later op een picknickplek geluncht (dit keer weer met hamburgers). Om aan te geven hoe druk het was, we waren de enige bezoekers daar. Er was ook een vogelhut, maar daar hebben we verder ook weinig bijzonders gezien.

We hebben die avond weer in de Lodge gegeten (we waren weer de enige gasten) en de volgende ochtend, zondag, zijn we richting ons huis in Pretoria gereden. Het was ongeveer 3 uur rijden, dus we waren al rond de middag weer thuis. Na het uitpakken van de auto wilde ik de auto ook nog terugbrengen maar de verhuurder. We hadden om 16 uur afgesproken en de teruggave verliep verder zonder problemen. Oorspronkelijk zou ik die avond nog naar Europa vliegen voor een vergadering in Barcelona, maar dit was een paar weken daarvoor veranderd, omdat onze CEO op bezoek kwam in Zuid-Afrika. Nu zou ik pas dinsdagavond naar Barcelona vliegen, zodat ik dinsdag eerst onze CEO kon ontvangen op onze boerderij in Potchefstroom. De jongens vlogen ook dinsdagavond naar Amsterdam, maar hadden de KLM vlucht, terwijl ik met Air France via Parijs naar Barcelona vloog.

Het was uiteindelijk een mooie vakantie, en we hebben veel gezien. Wel viel de kou behoorlijk tegen. Deze reis moet je eigenlijk niet midden in de winter maken, want zeker in de tenten is het behoorlijk koud ’s nachts. Vorig jaar in Namibië was het al enigszins zo, maar nu in het binnenland was het erger. We hebben al wel ideeën voor volgend jaar, maar in ieder geval zal het een iets warmere bestemming worden (of een ander tijdstip).

Het glutenvrij eten viel behoorlijk mee dit keer, over het algemeen konden ze zelfs friet eten, dat is in Zuid-Afrika vaak niet het geval. Ik heb er van tevoren bij een aantal lodges behoorlijk achteraan gezeten, dus dat heeft goed geholpen. Wat wel erg tegenviel was het kopen van glutenvrije producten in Botswana en Namibië. We hebben maar weinig producten gevonden en wat vooral tegenviel ook was dat de hamburgers niet glutenvrij waren. En we beseffen nu dat we met de Woolworths in de buurt hier blij mogen zijn, veel vaker zijn het maar kleine winkels met weinig producten en zeker geen glutenvrije producten. Glutenvrije pasta kon je nog af en toe vinden, maar glutenvrij brood was nagenoeg nooit te vinden.

Een paar dagen Krugerpark in mei 2024

In mei zijn we nog een lang weekend naar het Krugerpark geweest. Omdat de accommodatie de laatste keer toch wat was tegengevallen, besloten we weer eens buiten het park een B&B te boeken. Dit was in Komatipoort, dicht bij Crocodile Bridge. Het nadeel is dat je iedere ochtend in de rij bij de poort staat, want iedere dag weer moet je je opnieuw aanmelden, en dit kan niet online of voor meerdere dagen. Omdat het nu een rustige tijd is, viel het in de rij staan mee, het kostte over het algemeen maximaal 15 minuten. Je kunt namelijk wel van te voren boeken en betalen, maar dan nog moeten er allerlei handelingen bij aankomst verricht worden (en wordt je auto gecontroleerd op wapens en alcohol (is verboden voor dagbezoekers).

We vermeerderen ook mais in deze tijd van het jaar vlak bij Komatipoort, en dit wilde ik graag eens zien. Daarom zijn we vrijdagochtend al vertrokken en heb ik ’s middags de mais bekeken. Deze zag er prachtig uit en begon bijna te bloeien.

We sliepen dan die avond al in Komatipoort, zodat we zaterdagochtend vroeg het park in konden. We zijn om 6 uur bij de B&B weggereden en waren rond half 7 in het park. Al snel kregen we 2 leeuwen te zien. Diezelfde leeuwen zag we tegen de avond opnieuw, ze lagen nog steeds op dezelfde plek.

We hadden al begrepen dat de zandwegen in het park momenteel behoorlijk slecht zijn (veel kuilen). En dat klopte inderdaad. Het was niet echt een pretje via zandwegen te rijden, als chauffeur was je vooral bezig om de gaten heen te rijden en had je geen tijd om rond te kijken of je ook dieren ziet.

Onderweg kwamen we ook nog weer eens de bruinkoppapegaai tegen. Deze vogels hebben we nog maar 1 keer eerder gezien (vorig jaar oktober). Je herkent ze vooral aan het schetteren.

We waren rond 18 uur weer terug in Komatipoort en hebben daar in een restaurant dicht bij de B&B gegeten. Dit was ons aangeraden door een gast bij het restaurant die avond ervoor. Het eten was goed, alleen waren wij eerst de enige gasten. En het bedienend personeel vertelde ons dat de lodge te koop was. Zij hadden het ook op Facebook gelezen, de eigenaar had niets aan hen verteld.

De volgende dag wilden we een groot stuk via zandwegen afleggen, om door te steken naar de andere kant van het park. Zoals verwacht was de weg erg slecht, maar we hadden veel geluk. Allereerst zagen we dezelfde leeuwen dan de dag ervoor, daarna kwamen we 2 x een groep leeuwen tegen die op de weg zaten/liepen. De eerste keer waren het deels nog jonge leeuwen, en van de blik van één van hen werd ik een beetje bang en heb ik het raam maar gesloten. De tweede groep leeuwen lag op de weg en was niet van plan aan de kant te gaan. We zijn daarom om moeten keren. In beide gevallen waren we alleen met de leeuwen, het was een rustig deel van het park.

Na een lange dag in het park waren we uiteindelijk rond 17.15 uur weer bij de uitgang, en toen ging de zon ook onder.

Op maandag moesten we weer naar huis, maar eerst zijn we nog weer om 6 uur naar het park gereden, om daar nog een aantal uren rond te rijden, voordat we rond de middag richting huis zouden gaan. Het meest bijzondere dier dat we toen zagen, was een slang op de weg. Thuis hebben we kunnen uitzoeken welke het is en we kwamen tot de conclusie dat het ‘Schlegel’s blind snake’ moet zijn:

Deze slang leeft vooral ondergronds en eet termieten en is ongevaarlijk voor mensen. De slang heeft wel ogen, maar die zijn bedekt met schellen.

Rond de middag zijn we weer het park uitgereden en rond half vijf waren we weer thuis in Pretoria.

Dit keer hadden we de auto van mijn werk meegenomen. Ik ben kortgeleden van auto veranderd. Ik reed altijd in een erg grote Toyota Fortuner, die ook flink brandstof lust. Maar over het algemeen zit ik alleen in de auto en daarom heb ik besloten te wisselen naar een kleinere auto die minder brandstof kost. Het is een Toyota Corolla Cross, met een hybride motor. Deze is erg zuinig, maar rijd prima. De Zuidafrikanen vinden het maar een beetje raar om in een kleinere auto te gaan rijden, milieu speelt absoluut nog geen rol. Dat kun je ook wel zien aan de dieselauto’s hier. Terwijl in Europa alle auto’s inmiddels met Adblue zijn uitgerust, weet men hier niet eens wat dat is. Eén van de redenen dat we geen loadshedding hebben is ook dat een nieuwe centrale problemen gaf met de rookgasreiniging. Deze centrale draait nu gewoon op volle toeren, zonder rookgasreiniging. De luchtvervuiling is in deze tijd van het jaar een groot probleem, dat merkten we ook toen we naar het Krugerpark reden. Onderweg rijden we door de streek waar veel kolen worden gewonnen en waar ook veel elektriciteitscentrales staan. De lucht was hier bepaald niet helder door de luchtverontreiniging.

Hieronder nog een impressie van de dieren die we in het park gezien hebben:

Helaas zijn er geen foto’s van een luipaard of neushoorn bij. Op de laatste dag hebben we beide wel gezien, maar ik had geen tijd om zelfs maar een foto te maken (luipaard) of je zag alleen een stukje van de achterkant (neushoorn). Die dag hebben we dus wel de big five gezien, maar niet allemaal op de foto vast kunnen leggen.

Verkiezingen in Zuid-Afrika en vakantie in Botswana

Inmiddels heb ik een aantal drukke weken achter de rug. We hebben veel proefvelden bezocht die vlak voor de oogst staan. Dat is nu voorbij en ik ben wat meer op kantoor (en thuis). Inmiddels naderen met rasse schreden hier de landelijke verkiezingen. Dat ik goed te merken, er wordt opeens volop aan de wegen gewerkt en we hebben al weken geen loadshedding meer. Volgens de regering heeft dat niets met de verkiezingen te maken, maar we zullen dat zien wanneer de verkiezingen geweest zijn. De verkiezingen zijn aanstaande woensdag 29 mei. Deze dag is een landelijke vrije dag, omdat iedereen in de gelegenheid moet zijn zijn/haar stem uit te brengen. Blijkbaar staan er dan lange rijen voor de stembureaus. Wanneer je wilt stemmen, had je je daarvoor al een paar maanden geleden moeten opgeven. Je kunt nu niet meer besluiten alsnog te gaan stemmen.

De verwachting is dat de ANC de absolute meerderheid gaat verliezen en dan een coalitieregering moet gaan vormen. Dat kan goed en slecht uitpakken, want er zijn radicale en minder radicale kleinere partijen. De ANC neigt een beetje naar communisme, ze zijn nog steeds goed bevriend met Poetin en ze staan ook helemaal achter de Palestijnse zaak, gezien ook dat Zuid-Afrika de zaak bij het hof van justitie in Den Haag heeft aangekaart. Wanneer zij zaken gaan doen met een meer radicale partij, zoals de EFF, dan zou dat wel een slecht kunnen uitpakken voor Zuid-Afrika. de EFF is anti-bedrijfsleven en voor het onteigenen van alle blanke boeren. Dat zou Zuid-Afrika in een grotere crisis dan nu kunnen storten. Er is nu al discussie of Zuid-Afrika een ‘failed state’ is, in dat geval zal het zeer waarschijnlijk een ‘failed state’ worden.

Men verwacht enige onrust tijdens en na de verkiezingen, dus we wachten hier maar af. Het zal vooral van de uitslag afhangen hoe onrustig het gaat worden.

Over 2 weken gaan wij zelf met vakantie naar Botswana en Namibië. Koen en Rinse komen naar Zuid-Afrika en gaan met ons mee. We hebben een auto gehuurd, een 4WD, omdat de wegen niet altijd erg goed zullen zijn. We hebben zelf een route uitgestippeld vanaf hier (het is 3 uur rijden tot de grens met Botswana). Hieronder zie je onze geplande route. We zijn 2 weken onderweg en komen daarbij aan de Noordzijde ook in Namibië. Bovendien gaan we nog een dagtocht naar Zimbabwe maken om de Victoria Falls te zien. Voor zowel Botswana als Namibië krijgen we op de grens een gratis visum, maar voor Zimbabwe moeten we op de grens een visum kopen voor 30 USD p.p.

We komen op zondag 23 juni weer thuis en die avond vlieg ik gelijk weer weg naar Spanje, waar ik die volgende week vergaderingen heb.

We zitten dan midden in de winter, maar net als hier is het vooral zonnig overdag. De nachten kunnen fris zijn, maar minder fris dan hier in Pretoria. Tot nu toe valt de winter ook erg mee, pas de laatste week zijn de nachten wat frisser, maar overdag is het vaak nog 25 graden. Van een echte winter kun je dus nog niet spreken. Wel is het brandseizoen weer begonnen. Bijna iedere dag zie ik nu wel ergens een veld branden.

Bezoek aan Nederland met Pasen

Vlak voor de Pasen zijn we naar Nederland gereisd. Ons huis in Heinkenszand stond op dat moment leeg (de huurders waren begin maart vertrokken) en daardoor konden we daar overnachten. Omdat de vorige huurders zelf elektriciteit, gas en water hadden afgesloten, moest ik wel een kort contract regelen met een leverancier. Ook hadden we geen internet, maar een kortlopend contract afsluiten is erg prijzig. Daarom hebben we alleen mobiel internet via Vodafone gebruikt (unlimited voor 7 dagen).

We hadden via onze tussenpersoon ook al gehoord dat het huis niet al te schoon was opgeleverd. Daarom waren Koen en Rinse de week ervoor ook al wezen kijken, om te zien wat er allemaal was en of we er zo konden overnachten. Dat viel uiteindelijk wel mee, maar het bleek wel dat de schoonmaak inderdaad niet overhield en de tuin ook enig achterstallig onderhoud vertoonde.

We wisten ook niet of alle onze spullen in huis achtergebleven waren, maar dat bleek uiteindelijk mee te vallen. Het enige wat ik echt mistte was een switch voor het internet.

Bij onze aankomst bleek inderdaad dat het huis niet bepaald schoon was. Wat je zag viel wel mee, maar als je iets openmaakte of eronder keek, wat het niet bepaald schoon. Bovendien waren er ook wat spullen blijven liggen die niet van ons waren, inclusief spullen die afgevoerd moesten worden.

Tineke is meerdere dagen aan het schoonmaken geweest en ik heb een aantal auto’s vol spullen weggebracht naar de stort.

Omdat op dat moment de gezondheid van Tineke’s moeder niet overhield, is zijn ook nog meerdere keren naar Oldemarkt geweest. Ik ben een aantal keren mee geweest, maar niet elke keer.

Na overleg met onze tussenpersoon voor de verhuur besloten we uiteindelijk al onze meubels weg te (laten) halen uit het huis, omdat dat de verhuur makkelijker maakt. De vraag was waar we met de meubels naartoe moesten. De bedden en kasten boven zijn meest oud en we besloten deze op te ruimen. En Paul had wel interesse in ons bed en onze matrassen, dus die hebben we uiteindelijk met een busje naar Eindhoven gebracht. Maar onze meubels beneden in de woonkamer zijn nog vrij nieuw en bovendien hebben we 2 kasten staan die we graag wilden houden. Oorspronkelijk hadden we het plan deze op te slaan in een meubelopslag. Maar na het ontvangen van enkele offertes bleek het wel erg prijzig te gaan worden (bij 5 jaar opslag). Na overleg met de jongens hebben we besloten de meubels naar Eindhoven te brengen. Daar moeten we dan een aantal meubels afvoeren of verkopen, maar het grootste deel kan in de woning staan. Helaas hadden we geen tijd meer zelf de meubels naar Eindhoven te brengen, maar de jongens zullen dit de komende weken gaan doen.

Op het eind hebben we ook nog een aantal zaken kunnen verkopen via marktplaats, een wasmachine, wasdroger en stofzuiger. Bovendien stond er nog een oude fiets in Eindhoven die gratis is opgehaald.

De voortuin was ook nooit gesnoeid en moest nodig onder handen worden genomen. Ik heb zelf een beetje de koppen uit de struiken gehaald, maar er was een grondige snoeibeurt nodig. De plaatselijke tuinman heeft dat ook nog tijdens onze aanwezigheid kunnen uitvoeren. Ook de ramen, kozijnen en daklijsten hadden nodig een schoonmaakbeurt nodig. Dit konden we niet meer tijdens onze aanwezigheid laten uitvoeren, maar is uiteindelijk ook nog in april gedaan.

Tegelijkertijd was er in Eindhoven ook nog een verbouwing bezig. We hadden maanden daarvoor besloten de badkamer en toiletten aldaar te verbeteren en daarvoor een bedrijf gevonden. Zij begonnen halverwege maart met deze ingrijpende verbouwing (een deel van een slaapkamer werd opgeofferd voor een toilet) en halverwege april was dit klaar (toen wij al weer terug in Zuid-Afrika waren). Er is nu een net toilet beneden en een nette badkamer en apart toilet op de de eerste verdieping. En Rinse’s kamer heeft nu een apart gedeelte als kantoor. Het betekent vooral dat er nu 4 fatsoenlijke kamers zijn (daarvoor waren er 5, maar 2 hadden niet de minimum norm voor studentenkamer).

Daarnaast hebben we bij de vijfde huurder (nu vierde huurder) de huur opgezegd (per 31-8-2024). Zijn contract loopt dan af en van rechtswege kan het officieel ook niet verlengd worden. Daarmee komt deze kamer vrij en deze willen we dan voor onszelf gebruiken wanneer we in Nederland zijn. De volgende keer zal in september zijn, dus dat zal de eerste keer zijn dat we van deze mogelijkheid gebruik gaan maken. Bovendien kan Paul dan daar ook gaan werken. Hij werkt sinds enkele weken en deels vanuit huis.

De ruim 2 weken die we in Nederland waren zijn razendsnel voorbij gegaan en we zijn erg druk geweest: veel gereden en veel gedaan.

Natuurlijk hebben we ook met onze voormalige buren gesproken. Zij bevestigden dat deze huurders niet de prettigste waren. Het huis was oorspronkelijk gehuurd door een Nederlandse man en zijn Oekraïense vriendin. Maar nu hoorden we dat deze Nederlandse man er na 2 maanden uit is gezet en er uiteindelijk tot 7 mensen hebben gewoond. En daarbij ook nog honden en katten. Daarvoor hadden ze toestemming moeten vragen, maar dat is nooit gebeurd. Ze hadden behoorlijk last van hen, omdat ze zich ook niet erg netjes gedroegen. Dit hebben wij of de bemiddelaar echter nooit geweten. We hebben het contract na 1 jaar verlengd, maar dat hadden we niet gedaan als we dit geweten hadden.

Terwijl we nog in Nederland waren, hoorden we van de interesse van een Nederlands gezin voor ons huis. Zij hadden hun huis verkocht, maar nog geen nieuwe woning op het oog. En zoals het er nu naar uitziet, gaan zij ons huis huren vanaf 1 juni. De meubels beneden moeten er nog uit. De jongens hebben echter pas op 1 juni zelf tijd om dat te doen, dus hopelijk kan dat.

Op zaterdag 13 april zijn we uiteindelijk weer teruggevlogen naar Zuid-Afrika om uit te rusten. Ons volgende reisje is weer een bezoek aan het Krugerpark in het Pinksterweekend. Pinksteren is hier, net als hemelvaart, geen feestdag. Dus hopelijk valt het mee met de drukte. Omdat de huisjes in het Kruger niet altijd even goed zijn, hebben we besloten weer eens buiten het park te slapen en iedere dag weer het park in te gaan. Het nadeel daarvan is dat je iedere dag weer door de poort moet, en dat kan soms ophouden. Je kunt niet voor meerdere dagen toegang kopen, het moet voor iedere dag opnieuw. Wel kun je vooraf reserveren en betalen, dus hopelijk helpt dat.

De volgende langere vakantie is in juni. We gaan dan met Koen en Rinse 2 weken op safari in Botswana. We hebben zelf een reis gepland. Botswana is erg prijzig en door het zelf te boeken kun je behoorlijk wat kosten besparen. We komen trouwens niet alleen in Botswana, maar ook in Zimbabwe (Victoria Falls) en Namibië (Caprivi strip). Botswana is op rij-afstand van hier, het is ongeveer 3 uur tot de grens. We hebben hier dan ook een 4×4 auto gehuurd en gaan hier de reis beginnen. Direct na terugkomst moet ik alweer naar Europa, de week erop is een congres gepland waar ik bij aanwezig moet zijn.

Bezoek aan het Krugerpark, maart 2024

Het was al weer even geleden dat we in het Krugerpark waren geweest (eind Oktober 2023 om precies te zijn), dus we wilden wel weer eens naar het Krugerpark. De vorige keer was het behoorlijk koud, dit keer hadden we daar totaal geen last van. Mijn vorig bericht ging over de hittegolf in Pretoria, die is er dus nog steeds en was ook goed merkbaar in het Krugerpark. De temperatuur werd iedere dag een graadje hoger. Waar we op zaterdag op een maximumtemperatuur kwamen van 36 graden, werd het zondag 37, maandag 38 en op dinsdag was het 39 graden om 11 uur ’s ochtends, toen we het park uitgingen op weg naar huis. Die dag werd de 40 graden gehaald iets later op de dag.

Deze hoge temperaturen hebben invloed op wat je ziet, vooral ’s middags liggen alle dieren in de schaduw onder de boom. En de laatste dag was het eigenlijk al zo in de ochtend, want om 9 uur was het al 30 graden. Door de warmte zijn we iedere dag rond 6 uur weggereden voor een rondje voor het ontbijt. De eerste nacht verbleven we in Berg en Dal.

Die eerste dag hebben we al weer veel dieren gezien, inclusief een gevecht tussen 2 giraffes. Hieronder wat foto’s en een filmpje:

Aan het eind van de dag reden we dan naar Berg en Dal. Daarvoor rijd je richting Malelane gate en net voor de gate ga je rechtsaf richting het kamp. Omdat we een vorige keer daar de prooi van een luipaard hadden gezien, besloot ik eerst nog even rechtdoor te rijden richting gate. En dat was een goede ingeving, we zagen geen luipaard, maar wel 2 leeuwen.

Hieronder een impressie van de andere dieren die we die dag hebben gezien:

Na een braai die avond zijn we vroeg gaan slapen, want we wilden vroeg op de volgende ochtend. Het ochtendrondje leverde weer wat mooie foto’s op. Opvallend waren de marabou storks (ooievaars) die we veel hebben gezien, waarvan de meeste in de boom zaten. Deze vogels hebben we nog niet eerder in een boom zien zitten. maar helaas geen leeuwen of luipaarden. En aan het eind zagen we dezelfde leeuwen van de dag ervoor weer, op een plaats niet ver van waar we ze gisteren zagen.

Na het ontbijt gingen we op weg naar Satara restcamp. Dit kamp ligt wat noordelijker en we hadden er nog nooit geslapen. Maar we waren er al een paar keer geweest voor de lunch. Dit gebied staat bekend voor o.a. veel leeuwen, dus dat was ook een reden naar dit kamp te gaan. We reden dit keer via Lower Sabie en dan langs de Sabie rivier richting Skukuza en uiteindelijk via Tshokwane naar Satara. Het was al erg droog aan het worden in het park en dan zie je meer dieren dicht langs de rivieren. Onderweg hebben we weer vele dieren gezien. Wat vooral opviel was het aantal olifanten. Waar we eind oktober niet veel olifanten hadden gezien, hebben we er nu vele honderden gezien, soms grote groepen en vaak dicht bij of in de rivier.

Dit keer hadden we het geluk om ook een luipaard te spotten. We zagen deze niet zelf, maar iemand wees ons deze aan. Het luipaard lag wat verderop in de schaduw van een boom. En degene die hem ons aanwees stond er zelf voor. We konden het dier spotten via zijn geopende ramen. De foto’s zijn daarom niet echt mooi en scherp.

Op een gegeven moment zaten er ook velvet apen op de weg. Deze waren duidelijk al eens gevoerd, zie de foto’s hieronder hoe ze stonden te bedelen:

We reden ook een tijdje min of meer gelijk op met een safari-auto en deze wees ons op een gegeven moment op een uil in de boom. Het blijkt een jonge Verreaux’s eagle-owl te zijn. In het Afrikaans heet het een reuze-ooruil. Deze kan 62 cm groot worden! En hij was nu al behoorlijk groot.

Ook zagen we onderweg nog 2 sabel-antilopes. Die zijn we niet vaak in het park.

Een impressie van de overige dieren vind je hieronder:

Die avond hebben we in het restaurant van Satara gegeten. Het huisje aldaar was zoals zo vaak oud en nodig toe aan renovatie. De airconditioning (die nodig was) was oud en erg lawaaiig. Dit is in bijna alle kampen hetzelfde. Ik had gelezen dat er op Satara huisjes gerenoveerd waren, maar het was duidelijk niet ons huisje. Men zou hier zoveel meer mee kunnen doen wanneer men de huisjes en voorzieningen zou opknappen naar de huidige standaarden. We gingen weer vroeg slapen, want de volgende ochtend wilden we weer vroeg op.

Het rondje voor het ontbijt leverde dit keer heel veel op. We waren iets voor 6 uur vertrokken, en binnen een kwartier spotte ik zelf een luipaard, die lag in de schaduw niet al te ver van de weg. En we waren de enigen op dat moment.

Een tijdje later stonden er auto’s stil voor een brug, waardoor we er niet langs konden. We begrepen eerst niet waarom ze stil stonden, want wij zagen geen dieren. Maar na een tijdje reden ze weer langzaam vooruit en toen zagen we pas dat er een leeuw voor de eerste auto liep. Deze ging uiteindelijk de berm in, maar de auto’s voor ons maakten totaal geen ruimte zodat ik ook een foto kon maken. Uiteindelijk lukte dat pas toen de leeuw al iets verder weg was.

Die vroege ochtendrit hebben we ook vooral veel mooie vogels gezien, inclusief een secretarisvogel en een kori bustard die wegvloog. Het is de grootste vliegende vogel alhier.

Een impressie van de overige dieren vind je hieronder:

Toen we terug in het kamp kwamen, rond 8 uur, bleek er geen elektriciteit meer te zijn. Normaalgesproken draait er dan een aggregaat, wanneer er loadshedding is, maar dit was geen loadshedding. Het blijkt dat men niet de hele dag een aggregaat kan draaien voor het hele kamp. De winkel en het restaurant hadden nog wel stroom, maar de huisjes niet. We hebben dus maar koffie gekocht in het restaurant en we weten nu dat we de volgende keer ons gaspitje toch maar meenemen, voor dit soort noodgevallen.

Na het ontbijt hebben we weer een vergelijkbaar rondje bij Satara gereden. Die avond zouden we slapen in Nkulu tented camp. Dit is een nieuwe accommodatie bij een picknickplaats aan de Sabie rivier. Dit was een luxe accommodatie in vergelijking met de normale huisjes in de restcamps, maar de prijs was dan ook 2-3 x zo hoog. De rit van Satara naar Nkulu is ongeveer 2-3 uur, dus dat konden we ook nog in de middag doen. We wilden dan eerst bij Satara de lunch gebruiken.

De ochtendrit leverde allerlei dieren op, maar geen katachtigen dit keer.

Na de lunch bij Satara zijn we via wat omwegen dan naar Nkulu tented camp gereden. De rit leverde nog weer leeuwen op. Het was erg warm en ze lagen dan ook in de schaduw. We zagen ze ook niet zelf, maar iemand wees ze ons aan.

Veel dieren zijn bij het water te vinden, natuurlijk ook ter afkoeling. We kwamen langs een watertje waar we een hyena zagen die een impala probeerde te pakken. Zie hieronder de foto’s. Uiteindelijk kon de impala via het water aan de hyena ontsnappen.

Een impressie van de overige dieren die we zagen vind je hieronder:

Uiteindelijk waren we dan rond 5 uur bij Nkulu tented camp. We werden door 2 mensen ontvangen die ons alles uitlegden en ons met de bagage naar de (grote) tent brachten. Dit kamp is niet omheind, dus er kunnen gevaarlijke dieren rondlopen. Dat betekende ook dat er 24 uur per dag bewaking is die gewapend rondloopt. Ik had al gelezen over een hyena die er vaak rondloopt en er zijn ook berichten van leeuwen of een luipaard die er soms rondlopen. We hadden een verhoogd terras waar je veilig kon zitten, maar wanneer je na 21 uur buiten wilde blijven, moest je dat melden aan de bewaking.

De tent was inderdaad luxe en er was een goed geoutilleerde keuken en badkamer. Er was ook airconditioning in de tent (anders zou het wel erg warm worden). Deze kon op vol vermogen de temperatuur net een beetje aangenaam houden (ook al omdat het die nacht erg warm bleef). Wel was het jammer dat het warm water niet echt warm was. We hebben het niet gemeld, want door de warmte was het lauwe water ook nog goed te doen.

Het kamp had geen restaurant, dus we gingen weer braaien. Dit keer was er geen houtbraai, maar een gasbraai. En het verschil proef je, het hout geeft een bepaalde smaak aan het vlees die er nu niet was.

De volgende ochtend deden we weer een vroeg rondje. We hebben vooral vogels gezien, en op de brug over de Sabie rivier zagen we 4 pied kingfishers (ijsvogels) op een rij:

Een impressie van de dieren die we hebben gezien vind je hieronder:

Na het ontbijt zijn we dan weer richting uitgang (Crocodile bridge) gereden. We waren daar rond 11 uur en het was toen al 39 graden, zoals eerder gezegd. Vandaar zijn we dan weer naar huis gereden. een impressie van de laatste dieren vind je hieronder:

Zoals gezegd was het een warm bezoek. In totaal hebben we 2 x een luipaard en 4 x leeuwen gezien. Helaas dit keer geen neushoorns. Ook viel het grote aantal olifanten op. krokodillen hebben we relatief weinig gezien, omdat ze meestal in het water lagen. Normaal liggen ze vaak aan de rand van het water, maar dit keer zaten ze door de warmte vooral in het water (net als de nijlpaarden). We hebben weer bijzondere vogels gezien, en vaak zijn ze niet zo eenvoudig te identificeren. Hieronder heb ik proberen alle namen van de vogels erbij te zetten. Van een paar vogels ben ik echter niet zeker van de naam.

Al met al wat het weer een geslaagd bezoek, ondanks de warmte. Vooral tijdens de vroege ochtendrit bij Satara hebben we veel gezien.

Toen we thuis kwamen, was het daar een verkoelende 35 graden. En dat halen we nu bijna iedere dag. De vooruitzichten zijn ook dat het zo blijft, met verder weinig of geen regen. Het ‘el Nino’ effect is hier duidelijk merkbaar. Ook hier was het de warmste februarimaand ooit gemeten. Door de droogte in Zuidelijk Afrika maakt men zich enigszins zorgen over de voedselvoorziening. Naar verwachting produceert Zuid Afrika net genoeg voor de eigen consumptie, maar normaalgesproken gaat er ook een deel naar andere landen in zuidelijk Afrika. Daar hebben sommige regeringen al maatregelen getroffen om voedsel in het land te houden of meer te importeren.

We hebben nog geen plannen voor een volgend bezoek aan het Krugerpark, maar wellicht gaan we nog een keer een lang weekend in mei. Eerst gaan we nu eind maart naar Nederland. We verblijven dan in ons eigen huis in Heinkenszand, dat begin maart leeg is gekomen. We gaan het weer proberen te verhuren, maar allereerst kunnen we er zelf 2 weken verblijven.

Dan gaan we in juni 2 weken op vakantie in Botswana. Koen en Rinse gaan dan mee. We gaan een rondreis maken vanuit hier. Het is ongeveer 3 uur rijden naar de grens met Botswana en vandaar reizen we naar een aantal mooie plekken in Botswana. We willen ook de Victoria Falls in Zimbabwe bezoeken, maar dat kan in een dagreis met de bus vanuit Botswana. Wel heb je dan een apart visum voor Zimbabwe nodig, dat kost 30 USD en kun je ter plaatse krijgen. Voor Botswana hebben we geen apart visum nodig als Europeaan.

Hittegolf in Zuid-Afrika in februari 2024

In mijn vorige bericht over het bezoek van St.Lucia heb je al kunnen lezen dat het daar erg warm was. Echter in Pretoria is het de hele maand februari ook al erg warm. Van de 24 dagen in februari die nu voorbij zijn, was op 12 dagen de maximum temperatuur boven de 35 graden, de hoogste temperatuur gemeten was 38.6 graden op 8 februari. Daarnaast was het op 11 dagen boven de 30 graden en maar 1 dag in februari hebben we de 30 graden niet gehaald (het was maar 27.6 graden op 11 februari). De hoeveelheid regen is niet erg hoog voor een zomermaand. Wij hebben hier bij ons thuis totaal 75 mm gehad, maar dat komt vooral door een bui van 40 mm vorige week zondag. De buien zijn echter zeer lokaal en er zijn veel plaatsen die veel minder regen hebben gehad. Dat betekent ook dat de droogte op plaatsen begint toe te slaan. Wij hebben maisproefvelden in grote delen van Zuid-Afrika, maar we zijn al enkele van deze velden verloren door droogteschade. En dit terwijl er daarnaast ook velden zijn die hagelschade hebben.

Dat het dit jaar een stuk droger is, komt vooral door het ‘El nino’ effect. Dit effect komt vanuit de Pacifische of Grote Oceaan (de zeestroming tussen Peru en Australië keert om), maar heeft effect op het klimaat in heel het zuidelijk halfrond. Voor Zuidelijk Afrika betekent dat vooral een warmere en drogere zomer. En het effect in Zuid-Afrika valt nog mee, afgelopen week sprak ik met de collega’s van SeedCo in Zimbabwe en zij hebben al 6 weken geen druppel regen meer gehad. Dat betekent dat de mais staat te verdrogen op het veld nu en zij veel proefvelden niet meer kunnen gebruiken.

Hopelijk krijgen we ook nog wat regen de komende 2 maanden, anders gaan wij ook nog meer problemen krijgen. Op veel avonden is er wel bewolking en soms ook onweer, maar meestal resulteert dat slechts in geen of slechts een paar mm regen (behalve dan vorige week zondag). Vooral in het westelijkere deel van Zuid-Afrika is het nog droger dan hier, en zijn de temperaturen ook nog hoger.

Dat het zo warm is, merken we ook aan onze elektriciteitsrekening. We gebruiken al meerdere weken nagenoeg iedere nacht de airco op onze slaapkamer, en regelmatig ook ’s avonds al beneden in de woonkamer.

Een paar dagen naar St.Lucia

Een tijdje geleden hadden we besloten om eens naar St.Lucia te gaan. Dit is een zeer bekende vakantiebestemming voor vele rondreizen in Zuid-Afrika. St.Lucia ligt aan de oostkust, niet al te ver van de grens met Mozambique. Het klimaat is subtropisch en dit dorp staat erom bekend dat er ’s avonds nijlpaarden door de straten kunnen lopen.

Vanuit ons huis in Pretoria is het een volle dag rijden, het alternatief is vliegen naar Richards Bay. Vandaar is het nog ongeveer een uurtje rijden. We besloten dit keer te vliegen, want 2 volle dagen reizen met de auto hadden we niet echt zin in, ook al omdat de weg er naartoe maar weinig snelweg was.

Ik had 3 dagen vrij genomen, dus we konden op woensdag vertrekken en zouden tot zondag blijven. We hadden de vlucht van 11 uur, en na een uurtje vliegen kwamen we rond 12 uur in Richards Bay aan. Dit is een zeer klein vliegveld, er komen slechts 3 vluchten per dag aan, alle vanaf Johannesburg. Alhier hadden we een auto gehuurd, die al voor ons klaar stond. Na wat boodschappen in het plaatselijke winkelcentrum en een lunch bij de Mugg & Bean reden we naar St. Lucia. De weg ernaar toe was goed, alleen werd er op 1 plaats gewerkt en kon de wachttijd oplopen tot 20 minuten. Gelukkig was dat voor ons niet het geval en kwamen we in de loop van de middag in St. Lucia aan. We hadden een relatief luxe lodge besproken, en vooraf de 4 nachten betaald. Deze lodge had zonnepanelen, zodat we minder last van loadshedding zouden hebben. Loadshedding komt nog steeds voor, maar niet al te hoge niveau’s op dit moment.

Die woensdag was het erg warm en vochtig, het leek wel of ik terug in Congo was, mijn reis van die week ervoor. Gelukkig had de lodge ook airconditioning, zonder zou het wel erg warm worden in de kamer. We hadden een mooie kamer, met ook een luxe badkamer. Ons werd verteld dat de airconditioning tijdens loadshedding niet werkte, maar daarbuiten wel. Volgens het schema hadden we van 21-23 uur loadshedding en daarna weer vroeg in de ochtend (5-7 u). We hadden echter een safari geboekt voor de dag erop, en die zou ons om 5 uur ophalen, dus van die tweede loadshedding zouden we niet echt last hebben.

Aan het eind van de middag zijn we nog even naar het strand gereden, want St. Lucia ligt direct aan de kust. Daarna hebben we gegeten in een plaatselijk restaurant, de lodge had namelijk geen restaurant.

Ons werd ook verteld ’s avonds in het donker niet op straat te lopen, want je kunt per ongeluk een nijlpaard tegenkomen. En ook zaten er luipaarden. De lodge heette niet voor niets Leopard Corner Lodge.

Inderdaad viel om 21 uur de airco uit, maar we hadden wel een ventilator draaien. Buiten was het nog steeds warm en vochtig, en de temperatuur liep snel op in de kamer. Om 23 uur begon de airconditioning niet te werken, ondanks dat de loadshedding voorbij zou zijn. We wisten niet wat er aan de hand was en de airconditioning heeft de hele nacht niet meer gewerkt. Dat betekende dat onze nachtrust niet bepaald goed was, en we moesten om 5 uur klaar staan voor de safari in het Hluhluwe-Imfolozi park. Dit park heeft the big 5, en nog vele andere dieren. Ik heb ’s morgens een whatsapp gestuurd naar de lodge manager en gevraagd wat er aan de hand was. Er werden excuses aangeboden en Eskom werkte aan een oplossing.

De safari in het park viel een beetje tegen, de gids was niet erg enthousiast en deed niet erg zijn best om voor ons dieren te vinden. Wel hebben we veel neushoorns gezien en dit keer ook zwarte neushoorns. Normaalgesproken zien we alleen witte neushoorns (die eigenlijk breedlip neushoorns heten).

Zwarte neushoorns, zoek de verschillen met de witte neushoorns

We hebben echter geen enkele katachtige gezien die dag. Wel was het bijzonder warm en vochtig, dus dat kan ook een reden zijn. De lunch werd in een restcamp genuttigd, samen met enkele andere safari-voertuigen. Ik had van tevoren al opgegeven dat Tineke glutenintolerant was en ze zouden er rekening mee houden. Maar de kennis daarover was maar beperkt. Tineke had wat bonensalade en rijstwafels extra, het belangrijkste was het vlees dat op de braai bereid werd. En het vlees was niet gemarineerd (want marinades bevatten vaak gluten). Eerst wilde onze gids het vlees braaien bij de andere gidsen, maar dat heb ik hem uit zijn hoofd kunnen praten. Dan besmet je namelijk nog steeds het vlees. Tineke heeft hem vervolgens op het hart gedrukt het ‘plain’ te braaien. Toen het vlees bijna klaar was, zag ik hem echter ineens naar hartenlust met kruiden strooien en voor we het in de gaten hadden, was al het vlees al driftig gekruid. En toen we het label lazen, zaten er inderdaad gluten in, dus Tineke kon ook het vlees niet eten. Ze had wel zelf een noodrantsoen meegenomen, dus gelukkig zat ze niet helemaal zonder eten.

Die middag waren we tussen 3 en 4 terug in de lodge en zijn we daar op onze kamer afgekoeld en hebben we een beetje gerelaxed. De airco deed het dus gelukkig weer. Die avond zijn we weer wezen eten in een ander plaatselijk restaurant. Deze was minder goed dan de vorige avond.

We hadden die avond weer op dezelfde tijden loadshedding, dus van 21-23 uur geen airco en daarna wel weer, dachten we. Echter dat bleek ijdele hoop, om 23 uur kwam de stroom weer niet terug. Gelukkig was het iets minder warm en was het met de ventilator op de kamer iets beter uit te houden. Maar die nacht heb ik weer niet lekker kunnen slapen. En om half 6 stopte de ventilator er ook mee, nu was ook de batterij leeg.

Die ochtend waren we dus al weer vroeg wakker en hebben we nog even naar vogels lopen kijken. Daarbij zagen we deze mooie vogel:

Purple crested turaco – bloukuifloerie

Bij het ontbijt werd ons gevraagd hoe we hadden geslapen en we vertelden dat het slecht was en dat de airco weer niet werkte. Het kwam er volgens hen op neer dat het een probleem van Eskom was en dat nu het hele dorp zonder elektriciteit zat. Dat vonden we wel een erg gemakkelijk excuus en we hebben verteld dat we op zoek gingen naar een andere lodge, waar de airco wel werkte. Ik had inmiddels gezien dat het Sandpiper Guesthouse, dat 200 meter verder in de straat lag, nog wel een kamer vrij had. We hebben daar dus geïnformeerd of we deze kamer konden krijgen en of zij ook problemen met de elektriciteit en airconditioning hebben. Het bleek dat het dorp pas sinds de tweede loadshedding zonder stroom zat, de hele nacht was er gewoon stroom geweest. Dus wat ons verteld was, klopte niet helemaal. Ze hadden inderdaad nog 2 kamers vrij en we hebben een van deze kamers gelijk gereserveerd. Nu moesten we alleen nog van de andere lodge afkomen en geld terug ontvangen, omdat we 4 nachten betaald hadden.

De lodge manager vertelde ons dat zij helaas geen geld teruggaven voor annuleringen, want het was niet hun probleem, maar van Eskom. Daar was ik het niet mee eens en dat heb ik ook uitgelegd. Ik boek een lodge met airco en vervolgens hebben we nu 2 nachten geen airco gehad. Pas toen ik ging dreigen met slechte reviews werd het verhaal anders. Toen ging hij bellen met het hoofdkantoor en binnen no-time was het geregeld dat ik het geld terug ontving. Ik ontving het zelfs direct terug. Ze zijn dus erg bang voor slechte reviews.

De andere lodge was iets eenvoudiger, maar had daarentegen een prachtige tuin. En bovendien was er een eenvoudig restaurant, waar we die avond ook lekker gegeten hebben.

Die dag hebben we een selfdrive gedaan in het park dat grenst aan St.Lucia, het iSimangaliso Wetland Park. Het is een park rond Lake St. Lucia, een meer dat halfzout is. Het meer staat bekend om de vele nijlpaarden en krokodillen. En rondom leven er veel wilde dieren, inclusief ook luipaarden, maar geen leeuwen.

We zijn eerst naar Cape Vidal gereden, dit is een strand- en visplek. Hier is het ook veilig om te zwemmen. Aan de oostkust van Zuid-Afrika komen namelijk haaien voor die gevaarlijk zijn voor mensen. Maar een natuurlijk rif en haaiennetten schermen hier het strand af en zodoende kun je veilig zwemmen.

Daarna zijn we ook nog aan de andere kant van het meer het park ingereden. Deze kant is minder druk en aan het eind kun je aan het meer komen. Hier was echter verder niemand, terwijl het in Cape Vidal wat drukker was.

Bij Cape Vidal zou ook een apensoort leven die zeldzamer is, de Samango aap. We hebben deze die dag echter niet kunnen ontdekken.

Een veel gedane activiteit in St.Lucia is ook een boottocht op het meer, voor het spotten van nijlpaarden en krokodillen. We hadden deze besproken voor de laatste middag (zaterdag). Die ochtend zijn we nog een keer naar Cape Vidal gereden, wellicht hadden we nu meer geluk om luipaarden of die zeldzame apensoort te spotten.

Bij Cape Vidal aangekomen zagen we wel apen, maar het waren velvet apen. Toen we terug wilden rijden viel mij opeens op dat een aap een zwarte arm had. En toen we beter keken, bleek het in de boom vol met deze samango aap te zitten. Ze lijken van verre dus wel een beetje op de velvet aap, maar dichterbij zie je grote verschillen. We hadden ze dus toch gespot. Luipaarden hebben we echter niet gezien.

Onderweg kwamen we weer diverse andere dieren tegen:

We hadden nog tijd over, onze boottocht was pas om 16 uur, daarom zijn we ook nog weer even naar het strand in St.Lucia geweest:

De laatste middag zijn we dan met een boot het meer opgevaren. Op de boot kon je met 15 personen zitten en de schipper/gids vertelde allerlei wetenswaardigheden over het park, die dieren en het meer. Normaalgesproken is het meer halfzout, maar een aantal jaar geleden was het afgesloten om olieverontreiniging tegen te gaan. Dat had echter gevolgen voor de dieren en planten die er leven. Er was nu veel riet, dat alles een beetje overwoekerde. Het laatste jaar is er weer een open verbinding met de zee, maar het zal nog wel even duren voor alles hersteld is. En krokodillen kwamen nog maar weinig voor in het gebied waar wij gevaren hebben, we hebben er precies 1 gezien. Nijlpaarden waren er echter veel meer, en daarnaast veel vogels.

Die avond hebben we weer in hetzelfde plaatselijke restaurant gegeten als de eerste avond. We waren vrij laat, want de bootsafari was pas rond half zeven terug aan wal. Terwijl we zaten te eten (buiten op het terras) was er opeens opschudding. En warempel, daar liep een eenzaam nijlpaard door de straat. Deze dieren grazen ’s nachts, terwijl ze overdag vooral in het water zitten (hun huid kan niet goed tegen de zon). En het mooie gras ligt aan de andere kant van het dorp. Daarom zijn ze vaak ’s avonds in het donker op weg naar dat gras, en in de vroege ochtend weer terug naar het water. Je moet dan niet in de weg lopen, want dan kunnen deze dieren agressief worden. Ieder jaar komen de meeste mensen in Afrika om door nijlpaarden, en niet door luipaarden of leeuwen.

Op zondag moesten we dan terugrijden naar Richards Bay, en na het inleveren van de auto, terugvliegen naar Johannesburg. Uiteindelijk waren we dan rond 15 uur weer thuis. De vlucht was behoorlijk onrustig, veel turbulentie, vooral aan het eind. Het was warm in Johannesburg en die avond hebben we nog een flinke regenbui gehad, er viel 40 mm in 1 uur tijd.

St.Lucia is zeker de moeite van een bezoek waard, je voelt je veel meer in een (sub) tropische omgeving. Het is er veel vochtiger dan in een groot deel van Zuid-Afrika. Het is wel erg toeristisch, we zijn dan ook redelijk wat Nederlanders tegengekomen. En het ontdekken van een nieuwe apensoort maakte het een beetje speciaal. Deze apen zouden ook voorkomen in het Krugerpark, maar zijn daar erg zeldzaam (alleen in het noorden).

Werkbezoek aan de Republiek Congo (oftewel Congo-Brazzaville)

Het afgelopen jaar heb ik de Democratische Republiek Congo bezocht (ook wel Congo-Kinshasa geheten). Het was voor een project dat door de Nederlandse overheid gesubsidieerd wordt (het fokken van kippen). Congo-Kinshasa is een voormalige Belgische kolonie en is één van de grootste landen in Afrika. Bepaalde gebieden van dat land zijn rood, die kunnen we niet bezoeken, maar Kinshasa (de hoofdstad) is wel veilig, onder begeleiding. De maisteelt in Congo-Kinshasa staat nog in de kinderschoenen, maar wij doen al wel langer zaken in Congo-Brazzaville (met de hoofdstad Brazzaville). Kinshasa en Brazzaville zijn buursteden, want alleen de rivier de Congo scheidt beide steden (de rivier is dus de grens tussen beide landen). Beide landen zijn nauw verwant en beschouwen elkaar als familie. Congo-Brazzaville is een voormalige Franse kolonie, en dat zie je ook terug in het stokbrood dat je overal kunt vinden.

Tijdens het bezoek zouden we een aantal maisvelden bezoeken en praten met wat grote telers van mais. Daarnaast zouden we een verwerkingsfabriek voor mais bezoeken. Deze fabriek staat in Pointe-Noire, dat aan de kust ligt. Het bevolking van Congo-Brazzaville woont vooral in de 2 steden Brazzaville en Pointe-Noire (ongeveer 5 van de 6 miljoen inwoners). Omdat Pointe-Noire ook een belangrijke aanvoerhaven is, is deze stad belangrijk voor het land en heeft dan ook een internationale luchthaven. Omdat ons bezoek vooral aan de westkant van het land zou plaatsvinden (zie het kaartje hierboven), de maisvelden waren in de buurt van Dolisie (de rode punt) en Pointe-Noire is rood omrand aan de kust, zijn we met 4 mensen naar Pointe-Noire gereisd. We waren met 2 mensen van Limagrain en 2 mensen van SeedCo WECA, de joint-venture van Limagrain en SeedCo die zaden verkoopt in West en Centraal Afrika. Er zijn maar weinig mogelijkheden om vanuit Johannesburg naar Pointe-Noire te reizen (en Brazzaville is niet veel anders). De beste verbinding was via Addis Ababa in Ethiopië. Dat kost dan wel 12-15 uur, terwijl een directe vlucht slechts ongeveer 4 uur zou zijn, maar die zijn er dus niet, in tegenstelling tot vluchten naar Kinshasa. We zouden naar Kinshasa kunnen vliegen en met de boot de rivier kunnen oversteken, maar dan heb je voor beide landen visa nodig, en dat is al ingewikkeld genoeg voor 1 land.

Omdat ik de weken voor deze reizen nog naar Namibië en Frankrijk ben gereisd, kon ik pas in de week voor het vertrek een visum aanvragen (want het visum komt in het paspoort). Gelukkig had onze secretaresse in Johannesburg een zwager die contacten had op de ambassade en die voor mij op korte termijn een visum kon regelen. Na enige onduidelijkheid over de papieren (volgens de website moest je de vluchten pas reserveren als je het visum had, maar in werkelijkheid wilde men de reservering zien), had ik op donderdagavond mijn visum binnen (ik vertrok op zondagavond laat).

Op zondagavond ben ik vertrokken voor een nachtvlucht naar Addis Ababa en vervolgens de volgende ochtend de vlucht via Brazzaville naar Pointe-Noire. De nachtvlucht duurde echter maar 5 uur, en er werd eerst ook nog eten geserveerd (dat ik niet genomen heb). De nachtrust was zodoende wel erg kort, ik kwam rond 5 uur in de ochtend in Addis Ababa aan. Mijn volgende vlucht was pas om 8.45 uur, dus ik besloot eerst maar een rustig te ontbijten op het vliegveld. Mijn collega’s uit Ghana zouden ook op dezelfde vlucht zitten, dus toen ik naar de gate ging, kwam ik hen daar tegen. Zij hadden die nacht in Addis geslapen, want hun verbinding was veel langer, ze waren zondagavond al aangekomen. Dat zou voor mij ook een optie zijn, maar dan ben je wel ook een deel van je zondag kwijt. Maar het betekent wel dat je wat meer nachtrust hebt.

Na een tussenlanding in Brazzaville kwamen we dan rond 13 uur in Pointe-Noire aan. Zoals in bijna alle tropische landen, moest je als eerste hier je gele koorts vaccinatie laten zien. Ik heb deze vaccinatie al lang geleden laten zetten, maar deze is levenslang geldig en hij staat in mijn vaccinatiepaspoort. Tot nu toe was dit altijd ok, maar nu was er ineens een probleem met mijn vaccinatie. Het was niet duidelijk wie de fabrikant was en dat moest er perse bij staan, zie hieronder het rood omrande stuk. Volgens mij is J5459 de fabrikant, maar er moest een naam staan volgens de man.

En ik was niet de enige met problemen, bij anderen ontbrak een handtekening of een stempel. Al snel werd duidelijk dat dit een manier was om geld te verdienen, want je kon een duplicaat certificaat kopen voor 20 USD. Eén van mijn Ghanese collega’s had het zelfde gehad enkele maanden geleden, en hij moest toen 10 USD betalen. Dus de prijs was al hoger geworden. Ik had wel dollars bij me, maar alleen een biljet van 50 dollar. En natuurlijk hadden ze niet terug. Na mij was een man die alleen Saoedische Reals bij zich had. Wij gooiden het op een akkoordje en ik betaalde voor hem. Hij zou mij dan later op het vliegveld terugbetalen in een andere munteenheid. Daardoor konden wij beiden door naar de douane. Het vreemde hierbij is dat je dus een duplicaat krijgt en dat wel prima is.

De fabrikant is nu Pasteur, terwijl dat wellicht helemaal niet klopt!

Bij de douane zag ik mijn Ghanese collega’s staan, zij hadden hier een probleem. Ik bleek echter na enig oponthoud wel gewoon door te mogen, terwijl zij een probleem hadden. Het bedrijf dat ons de uitnodiging had gegeven zat in Brazzaville, dus men begreep niet waarom zij naar Pointe-Noire kwamen. Dit bedrijf is onze agent ter plaatse, Congosem, en zij hebben vestigingen in meerdere plaatsen, waaronder Pointe-Noire, maar het hoofdkantoor is in Brazzaville. Na veel discussie bleek het toch oké en konden mijn collega’s ook verder. Maar de man die ik geld geleend had bleek wel grotere problemen te hebben. Uiteindelijk besloot ik hem maar om Saoedische Reals te vragen, zodat wij verder konden. Ik zou dan wel zien of ik deze ergens om kon wisselen. Hij zei dat het meer dan voldoende was, maar toen ik via Google het later opzocht, bleek het toch minder te zijn dan ik voor hem betaald heb (25 dollar). Dat was het risico, maar we hadden ook geen trek om nog langer te wachten. Dit bleek het begin van een enerverende week in Congo-Brazzaville.

Toen wij de koffers hadden, werden we opgewacht door de lokale man van Congosem en hij heeft ons met een taxi naar het hotel gebracht. Van de taxi moet je je niet teveel voorstellen, het was een oude bak, zonder gordels en alleen natuurlijke airco (ramen open). Het was erg vochtig (80%), maar gelukkig was het meest bewolkt en viel het uit te houden. Ons hotel lag midden in een volksbuurt, maar gelukkig hadden we wel airco op de kamers. En dat bleek de hele week zo te zijn en het was de enige manier om nog enigszins fatsoenlijk te kunnen slapen. Niet alleen vanwege de temperatuur en vochtigheid, maar ook vanwege de muggen. Omdat het malariagebied is, was ik zondag al begonnen met malariatabletten te slikken en dat moet ik tot 7 dagen na terugkomst volhouden.

Het volgende probleem was dat we alleen contant konden betalen en er bijna nergens een kaart geaccepteerd werd. We zijn dus op zoek gegaan naar een bank. Die was gelukkig niet zo ver weg en met mijn gewone ING bankpas kon ik voldoende geld opnemen voor het grootste deel van de week. Na een tijdje bijkomen op de kamer hebben we vervolgens in het hotel gegeten (vis, we zitten aan zee) en zijn daarna gaan slapen. De internetverbinding was matig tot slecht, zodat ik met mijn computer maar weinig email kon lezen. Gelukkig kon ik de belangrijkste mails wel via tablet/telefoon beantwoorden.

De volgende ochtend zouden we vroeg, 6 uur, vertrekken en gelukkig konden we al om half 6 ontbijten. Zoals de hele week vervolgens de vertrektijd uitliep, was het nu ook bijna 7 uur voor we uiteindelijk vertrokken. De organisator van het bezoek had nogal bezuinigd op de auto’s die ons zouden vervoeren, het waren 2 auto’s met chauffeur. De ene auto bleek geen werkende airco te hebben en de technische staat van beide auto’s liet nogal te wensen over (ze waren oud). Bovendien hadden beide auto’s geen werkende gordels. We moesten eerst naar Dolisie rijden, dat ligt een stukje landinwaarts en om daar te komen moest je over een heuvelrug door het oerwoud. De wegen in de stad waren soms in abominabele staat, maar de weg van Pointe-Noire naar Brazzaville is vrij nieuw en was in goede staat, maar erg bochtig en heuvelachtig. Voordat deze weg er lag, had je soms tot een week tijd nodig om van Pointe-Noire naar Brazzaville te komen (of omgekeerd). Dat lag er vooral aan of het geregend had en de weg nog begaanbaar was door het oerwoud. Onze chauffeurs hielden nogal het tempo erin en niet iedereen was daar blij mee. Toen we in de buurt van Dolisie kwamen, dat was onze eerste bestemming, gaf de aandrijving van de auto waar ik in zat de geest en wilde niet meer verder. Onze chauffeurs besloten dat de ene auto de andere auto zou slepen, omdat we toch al dicht bij Dolisie waren. Maar het touw waarmee ze wilden slepen was erg kort. Het werd dus echt een gevaarlijke onderneming en wij hebben hen al snel geboden om een andere oplossing te zoeken. Het was vooral ook gevaarlijk omdat de trekkende auto reed alsof hij geen sleep achter zich had. Wij zijn met zijn allen in de slepende auto gestapt (de lokale mensen zaten achter in de bak van de pickup). De kapotte auto hebben we uiteindelijk aan het begin van Dolisie achtergelaten, zodat deze gerepareerd kon worden. Na een bezoek aan het magazijn van Congosem in Dolisie hebben we eerst onze koffers in het hotel achtergelaten. Het hotel was weer simpel, maar waarschijnlijk waren er in Dolisie ook geen betere hotels te vinden. We wilden wel wat voor de lunch gebruiken, we stopten daarvoor bij een straat-restaurant. Ik zag het water daar op tafel staan (het was troebel) en mijn collega Takemore en ik keken naar elkaar en we hadden hetzelfde idee: dit lijkt ons geen goed idee, de kans is groot dat we hier ziek van het eten worden. We besloten daarom een andere oplossing te zoeken voor de lunch (en dat werd uiteindelijk een supermarkt). Maar eerst wilden we ook het avondeten bestellen. In het hotel kon je niet eten, dus zijn we ook alvast bij een restaurant langsgereden om alvast het eten te bestellen, want de bereiding duurt daar normaal erg lang. Na wat artikelen voor de lunch te hebben gekocht in een supermarkt, vertrokken richting de boer die we zouden bezoeken. De lunch bestond uit koekjes en chips (en natuurlijk water). Het was inmiddels al ruim na de middag en het was zeker nog een uur rijden. En vervolgens kwamen we ook nog in een politiecontrole terecht (die we nog veel vaker tegen zouden komen). Eerst was er een probleem met de verlichting van de auto, de remlichten werkten niet, maar na een poosje bleek het wel te werken wanneer hij de verlichting van de auto aandeed. Daarna was er een probleem met de papieren van de chauffeur. Hij had geen geldig medisch certificaat. Deze was nodig omdat hij commercieel mensen vervoerde. Na een ellenlange discussie (volgens mij meer dan een uur), konden we uiteindelijk verder rijden na het betalen van een boete (en dat zou niet de enige zijn). Uiteindelijk kwamen we pas na 15 uur aan bij de boer. Hij heeft ons zijn mais laten zien (200 ha) en we hebben gepraat over wat hij nog kan verbeteren. Hij leverde deze mais aan de fabriek die we later deze week zouden bezoeken. Uiteindelijk was het al na 17 uur en moesten we nog weer terugrijden naar Dolisie, waar ons hotel was voor die nacht (en ook de nacht erna). De tweede auto was echter wel weer gerepareerd en kwam ons op weg terug van de boerderij tegemoet. We konden ons dus weer over 2 auto’s verdelen. Toen we uiteindelijk bij het restaurant aankwamen, was het inmiddels donker. We hebben vervolgens nog wel even zitten wachten op het eten aldaar. Ik had weer voor vis gekozen, dat leek een vrij veilige keuze. Bij de vis had ik rijst, maar de mensen hier eten vaak maniok (ook wel cassave genoemd). Ik heb het geproefd, maar vond het maar smakeloos en een beetje rubberachtig en zurig. Het was dan ook gefermenteerd. Dus ik heb het maar bij rijst gehouden. Er werd maar weinig groente bij het eten geserveerd, en dat zou zo blijven de rest van de week.

Na het eten zijn we naar het hotel gereden. De kamers hadden hier gelukkig ook airco, want het was erg warm en vochtig. Mijn douche bleek echter koud, dus ik heb me maar onder de koude douche gedoucht. Pas na afloop ontdekte ik een knop die er voor zorgde dat de boiler ging opwarmen, er stond dan ook niets bij die knop vermeld. De kamer was erg basic, maar het bed was schoon. De prijs voor de kamer was dan ook maar 20 euro per nacht (het eerste hotel was 40 euro per nacht, maar dat was dan ook in Pointe-Noire).

Op mijn kamer stond ook een fruitmand

De volgende ochtend zouden we om 7 uur vertrekken, maar nu bleek 1 van de chauffeurs weer vast te staan bij een politiecontrole. Het was dezelfde dan gisteren en met ook weer hetzelfde probleem. Het duurde weer lang voor het opgelost was en nu had hij een brief voor de volgende controles (en er was natuurlijk weer een boete betaald). De andere chauffeur had voor vandaag iemand anders ingehuurd, want hij moest zelf iets anders doen. We hebben een ontbijt gekocht bij het Total tankstation en zijn vervolgens naar Loudima gereden. Daar hadden we een afspraak met een instituut dat grote oppervlaktes suikerriet exploiteerde, maar ook aan het testen was met mais (voor de fabriek in Pointe-Noire). En tegelijkertijd was er een instelling die de kleine maistelers hielp met het verbeteren van hun maisproductie. Bij binnenkomst van het dorp was er weer eens een politiecontrole. En nu had onze nieuwe chauffeur een probleem, zijn rijbewijs bleek verlopen en hij had geen bewijs dat hij een nieuwe had aangevraagd. We waren vlak bij het instituut waar we moesten zijn en na veel onderhandeling mochten we uiteindelijk eerst verder rijden. Maar de politie hield zijn rijbewijs vast, zodat we op de terugweg weer langs de politie moesten. We hebben vervolgens gesprekken gevoerd met een aantal mensen en een maisveld bezocht. Daarnaast hebben we hier heel veel suikerriet gezien.

Op de terugweg moesten we weer langs de politie en hier verloren we weer behoorlijk wat tijd voor het geregeld was (en weer een boete natuurlijk). Onze lunch bestond dit keer weer uit koekjes en chips, gekocht bij een tankstation. En natuurlijk kwamen we op de terugweg naar Dolisie weer langs een politiecontrole. Onze chauffeur had natuurlijk nog steeds een verlopen rijbewijs en in plaats van te beginnen met verontschuldigingen aan de politie, zei hij niets en liep het vervolgens weer uit op ellenlange discussies waarbij we weer veel tijd verloren en er uiteindelijk een boete betaald werd.

Bij terugkomst in Dolisie zijn we eerst weer langs hetzelfde restaurant gereden om ons eten voor die avond te bestellen. Daarna konden we ons in het hotel douchen en wat relaxen, voordat we weer teruggingen naar het restaurant. Wel viel de stroom nog uit, en op mijn kamer op de tweede verdieping werd het erg snel warm. Het bleek dat het hotel wel een generator had, maar de eigenaar had de sleutel en die was niet aanwezig. Beneden was het wat beter uit te houden en heb ik daar maar gezeten. Die avond waren beide halve finales van de Afrika cup en er waren veel enthousiaste supporters. Zuid-Afrika kwam in de eerste halve finale uit tegen Nigeria. Het grootste deel van de wedstrijd hebben we in het restaurant bekeken, tijdens ons eten. De wedstrijd was bijna afgelopen toen Zuid-Afrika, dat toen met 1-0 achterstond, een penalty kreeg. De speler nam een aanloop en toen viel de stroom weer uit. En het duurde even voordat de stroom terug was. Maar Zuid-Afrika had gescoord en het liep uit op verlenging en toen strafschoppen. Nigeria trok uiteindelijk aan het kortste eind. De tweede halve finale, Ivoorkust tegen DRC, begon direct erna, maar we zijn eerst terug gereden naar het hotel. Een aantal mensen is beneden de wedstrijd blijven kijken, maar ik ben naar mijn kamer gegaan en naar bed. De volgende ochtend zouden we eerst terugrijden naar Pointe-Noire en daar ’s middags de maisfabriek bezoeken. We gingen om 7 uur weg, en konden dan eerst weer langs het Total tankstation voor een ontbijt (ze hadden broodjes en koffie).

Inmiddels hadden we ook genoeg van de zeer basic hotels en hebben we gevraagd een hotel te zoeken met wat meer luxe in Pointe-Noire voor de laatste avond. Men kwam uiteindelijk uit op Mirador suite, dat lag aan het strand in Pointe-Noire. Ik vond het wel een beetje vreemd dat ik dit hotel niet kon vinden op booking.com en google maps.

De donderdagochtend reden we dan terug naar Pointe-Noire, weer door het oerwoud en de weg met de vele bochten. Weer hadden we een politiecontrole en hetzelfde probleem met het medisch certificaat kwam opnieuw naar boven. We werden dus weer meer dan een half uur opgehouden en na weer betaling van een boete konden we uiteindelijk verder. Wel heb ik daar wat foto’s van het uitzicht kunnen maken.

Bij het hotel aangekomen bleek waarom ik het niet kon vinden, het bleek een chinees hotel te zijn, waarbij alles in het chinees was aangegeven. De kamers waren prachtig en erg groot, dus op zich was er geen probleem. Het hotel had geen restaurant, meer ernaast was een chinees restaurant waar we dan uiteindelijk ook vrij laat de lunch hebben gebruikt. Het was dus chinees dit keer en geen vis. We hadden om 15 uur bij de fabriek afgesproken en daar hebben we vervolgens tot ongeveer 18 uur gesprekken met diverse mensen gevoerd. De mais wordt hier verwerkt tot gritz en meel. Gritz is de grove korrels (grutten) die ontstaan bij het breken van de mais. Deze gritz wordt lokaal vooral gebruikt voor het produceren van bier. Ik heb nooit beseft dat er in bier ook mais gebruikt kan worden. Het bier smaakte goed, eigenlijk geen verschil met ‘normaal’ bier van gerst. Heineken is één van de afnemers van deze gritz.

Na afloop hebben we nog een slotgesprek gevoerd met de manager van Congosem. Iedereen was daarna moe en we hebben wat snacks gekocht, zodat we ’s avonds niet meer uit eten hoefden. De rest van de avond heb ik vooral op de kamer gerelaxt en wat mails beantwoord. Het was voor het eerst deze week dat er een goede internetverbinding was. Wij zouden de volgende dag eerst terugvliegen naar Addis en dan ik naar Johannesburg en mijn 2 andere collega’s naar Accra in Ghana. Onze vlucht was pas om 14 uur, dus we konden die volgende ochtend rustig ontbijten en om 11 uur zouden we opgehaald worden voor de rit naar het vliegveld. Wel moest ik nog wat extra contant geld tappen, want ik had niet meer genoeg om dit laatste hotel te betalen.

Toen ik die avond in bed stapte, voelde ik hoe hard de matras was. Deze voelde als een plank en ik besefte dat het geen comfortabele nacht zou worden. Ik heb ooit om een Japanse kamer in Duitsland geslapen. Dit bed was vergelijkbaar, de matras was toen ook keihard. Het hotel is dus zeker niet voor herhaling vatbaar.

Het ontbijt deden we de volgende ochtend in een restaurant tegenover het hotel (het hotel had geen ontbijtfaciliteiten). Daarna zijn we naar een bank iets verderop gelopen. Het was slechts een kilometer, maar het was erg warm en drukkend. Na afloop baadde ik dan ook in het zweet en kon ik gelukkig weer even afkoelen op de kamer. De airco op de kamer stond namelijk superkoud en ondanks dat ik deze omhoog gezet had, was het nog steeds behoorlijk koud op de kamer.

Naar het vliegveld reden we op dezelfde manier als toen we opgehaald waren, in een taxi zonder gordels en airco, dus het zweet vloeide weer rijkelijk. En dat werd niet minder op het vliegveld. Er bleek geen airco te draaien en het was er superwarm. Ik voelde het zweet overal lopen. We moesten door vele controles, volgens mij is mijn paspoort wel 8 x gecontroleerd. Je kreeg ook vreemde vragen, zoals hoe ik in Johannesburg van het vliegveld naar huis ging reizen. En mijn gele koorts certificaat werd opnieuw gevraagd. Ik haalde mijn nieuwe bewijs tevoorschijn en zij begon te lachen. Die dacht natuurlijk, weer iemand waaraan we geld verdiend hebben. En het mooiste kwam bij de security. Mijn koffers waren ok en ook het poortje ging niet af. Toch werd ik gefouilleerd en moest ik al mijn zakken leeghalen. Ik had nog 4000 van de lokale valuta in mijn zak. De vrouw bij de security zei dat ik die aan haar moest geven en zij mij water zou geven. Ik heb geweigerd en ben gewoon weggelopen met het geld. Ook mijn collega vroegen ze om zijn geld, maar hij zei gewoon dat hij geen geld had (maar dat was niet zo). Je moet dus overal oppassen dat ze je geld afhandig willen maken.

Toen we door alle controles waren en gingen zitten, beseften we dat het wel enorm heet was in de hal en we daar nog zeker 1,5 uur moesten zitten. Er was wel een lounge en we hebben toen maar toegang tot de lounge gekocht (was omgerekend 25 euro), daar draaide de airco en konden we wat eten en drinken. Toen we uiteindelijk aan boord konden, werden onze paspoorten nogmaals gecontroleerd en bovendien werden met de hand onze koffers nog eens doorzocht.

De vlucht naar Addis verliep probleemloos en ook de overstap op de vlucht naar Johannesburg verliep zonder problemen. Wel was het maar een ‘klein’ vliegtuig (737-800) met minder beenruimte. En de terugvlucht verliep op dezelfde manier dan de heenvlucht. Het was een vlucht van 5 uur, er werd eerst eten geserveerd en daarna kon je nog even slapen. We zijn uiteindelijk kort na 4 uur ’s ochtends in Johannesburg geland. Omdat het erg rustig op het vliegveld was, was ik al voor 5 uur door de douane. Ik heb nog een koffie en ontbijtje besteld bij de Wimpie, voordat ik naar huis ben gereden. Het was namelijk nog donker en in het donker moet je voorzichtig zijn in Zuid-Afrika. Uiteindelijk was ik dan om 6 uur zaterdagochtend thuis.

Het was een enerverende reis waarbij we heel veel meegemaakt hebben. Vanuit het werk gezien was het een interessant bezoek. Ik heb nog niet zoveel mais in dat soort tropische klimaten gezien en besef nu beter wat we voor die markten nodig hebben.

Betreffende de omstandigheden in Congo-Brazzaville, het overgrote deel van de mensen is arm tot zeer arm. De politie probeert je vooral geld afhandig te maken. Ik weet niet hoeveel invloed mijn huidskleur daarvoor had. Ik was de enige blanke in dit gezelschap. De politie controleert iedere keer alle papieren nauwgezet en weet vaak wel een onvolkomenheid te vinden. De technische staat van de auto is verder niet belangrijk, het papierwerk is veel belangrijker, daar kunnen ze geld mee verdienen.

We hebben ook geleerd dat we een volgende keer de auto’s zelf gaan uitzoeken, zodat we veilig en zonder problemen kunnen reizen. Verder moeten we ook professionele chauffeurs inhuren, die hun papieren op orde hebben. En ook de hotels zullen we zelf uitkiezen. Door alle problemen onderweg hebben we vele uren wachtend doorgebracht.

Zelfs voor mijn collega’s Takemore en Godfred uit Ghana was dit een enerverend bezoek. Ze hadden ook nog niet eerder zoveel problemen meegemaakt in dit land. Dus wellicht had het toch met mijn huidskleur te maken. Ik heb ook maar een paar blanke mensen gezien in deze week.

Een week vergaderingen in Frankrijk

Na de week doorgebracht te hebben in Namibië, moest ik de week erna voor vergaderingen in Clermont-Ferrand zijn. Ik vertrok daarmee op zondagavond al weer via Parijs naar Clermont-Ferrand. Na de nachtvlucht naar Parijs, kon ik na enkele uren naar Clermont-Ferrand vliegen. Vliegveld Clermont-Ferrand had in het verleden vele bestemmingen, inclusief Amsterdam, maar tegenwoordig kun je eigenlijk alleen nog maar naar Parijs vliegen, en dat ook nog maar 3x per dag. Het alternatief is naar Lyon te vliegen, en vandaar is het met de auto nog 2 uur rijden. Een ander alternatief is de trein, maar dan moet je eerst naar het centrum van Parijs en dan is het nog ruim 3 uur met de trein. Bovendien had ik van mijn Franse collega’s gehoord dat de directe trein naar Clermont-Ferrand vaak problemen heeft (vertragingen). De week ervoor had de trein een oponthoud van 10 uur gehad, en de passagiers hadden in die tijd geen eten en drinken gehad en de verwarming werkte ook niet.

We hadden deze hele week vergaderingen, van maandagmiddag tot vrijdagochtend. Meestal begonnen we om 8 uur en eindigden we om 18 uur, en soms nog later. Daarover valt verder weinig spectaculairs te melden. We sliepen in een hotel in Riom, een plaats dicht bij Clermont-Ferrand en dichterbij de plaats waar we vergaderden. Op woensdagochtend werd ik om 6 uur wakker van luid gestommel en ik hoorde wat geschreeuw. Bij het ontbijt hoorde ik wat er aan de hand was geweest. Er had een mevrouw ‘help help’ geroepen (maar dan in het Frans). Ze bleek opgesloten te zitten in de badkamer. Het personeel heeft haar dan kunnen bevrijden. Wij vroegen ons wel af hoe dat kon, want er zat helemaal geen slot op de badkamerdeur.

Op vrijdag zou ik ’s middags weer terugreizen naar Parijs en vandaar ’s avonds terug naar Johannesburg vliegen. Omdat er geen vluchten op dat tijdstip waren, zou ik met de trein gaan. Omdat de directe trein zoveel problemen gaf, had ik besloten via Lyon naar Parijs te reizen. Dat betende in dit geval met de gewone trein van Riom naar Lyon en vandaar met de HSL direct naar het vliegveld. Dat bespaarde mij dan bovendien het met de metro reizen in Parijs. Wel duurde de reis langer dan de directe trein naar Parijs. Omdat mijn vlucht pas om 21.15 uur zou gaan, kon ik om 14 uur met de trein vertrekken en was ik om 19 uur op het vliegveld. Maar 2 weken voor vertrek kreeg ik opeens door dat de vlucht eerder zou vertrekken, 20.40 uur, dus werd mijn aansluiting wel een beetje krap. Ik besloot daarom een eerdere trein te boeken. Dat betekende vertrek om 12 uur, maar wel een langere wachttijd in Lyon. Daarmee zou ik dan om 18 uur aankomen op het vliegveld. En uiteindelijk bleek het allemaal prima te werken. De treinen reden op tijd en ik was ruim op tijd op het vliegveld. Wel was het druk, zowel in de treinen als op het station in Lyon. De vlucht terug verliep prima en we kwamen zelf 40 minuten te vroeg aan in Johannesburg. Dus ik begreep ook niet helemaal waarom de vertrektijd vervroegd was, want de aankomsttijd was nooit veranderd. Wel is het zo dat Air France nog steeds om Niger heen vliegt, terwijl alle andere maatschappijen gewoon midden over Niger vliegen. Dit betekent dat de vliegtijd naar Johannesburg met Air France altijd 30 minuten tot een uur langer is. Op zaterdagochtend was ik dan ook al om 10 uur weer thuis.

Vergadering in Swakopmund (Namibië)

In de derde week van January 2024 was ik uitgenodigd voor een SeedCo vergadering in Swakopmund. Swakopmund ligt aan de kust in Namibië, we waren er vorig jaar op vakantie al eens geweest. Daar hebben we toen erg lekker gegeten in een wat luxer restaurant. Bij dat restaurant was een hotel en het toeval wil dat wij nu de hele week in dat hotel zouden logeren. Om in Swakopmund te komen, waren er maar weinig mogelijkheden. Per vliegtuig was het eenvoudigst, er was 1 vlucht per dag van Johannesburg. Dat betekende dan ook dat die maandag er veel SeedCo collega’s in het vliegtuig zaten, samen met mij. We vlogen naar Walvisbaai, dat op 40 km van Swakopmund ligt. Daar was een klein vliegveld en er was per dag 1 vlucht van Johannesburg en 1 vlucht van Kaapstad. Naar Windhoek vliegen en vandaar met de auto was toch nog een behoorlijke opgave, want dat was nog een afstand van meer dan 300 km. Walvisbaai is de havenstad van Namibië en er liggen veel schepen, maar ook booreilanden voor onderhoud. Dat bleek ook wel in het vliegtuig, want er waren ook zeelui aan boord.

Na aankomst in Walvisbaai en de immigratieperikelen werden we per busje naar ons hotel in Swakopmund gebracht. De rest van de dag hadden we vrij, en ’s avonds gingen we eten in het restaurant waar wij zo goed gegeten hadden.

De dinsdag was ingeruimd voor teambuilding activiteiten. We werden met 4×4 auto’s opgehaald (met professionele chauffeurs) en reden eerst naar Dune 7 in de buurt van Walvisbaai. Op weg er naartoe vertelde onze chauffeur een beetje over de historie. In 1990 is Namibië onafhankelijk geworden van Zuid-Afrika. Maar Walvisbaai hield Zuid-Afrika in bezit, als een kleine enclave in Namibië. De havenstad was zo belangrijk voor Zuid-Afrika dat ze er de controle over wilden houden. In 1994 werd echter door President Botha alsnog deze plaats ook overgedragen aan de regering van Namibië.

Bij aankomst bij Dune 7 was de bedoeling deze te beklimmen. Er was een weg direct omhoog, of via de zijkant via een wat minder steile weg. Ik heb voor de wat minder steile weg gekozen. Omdat er nog niemand gelopen had, was het nog niet zo gemakkelijk, want je zakte ver weg in het zand. Toen er iemand voor me liep, was het iets gemakkelijker, want dan kon je in zijn voetstappen lopen. Er waren echter ook velen die de kortste en steilste weg kozen en daar dan ook eerder boven waren. Afdalen was gemakkelijk over de steilste route. Zie hieronder wat foto’s van deze beklimming.

Daarna reden we door Walvisbaai richting Sandwich harbour, deels over het strand en deels door de duinen. Maar allereerst stopten we nog even aan zee voor een blik op de flamingo’s die daar stonden.

Met de auto volgden we het strand, en later werd er met de auto’s door de duinen gereden, op en neer. De bedoeling was dan de lunch gebruiken aan het eind, en dan weer terug te rijden. Na een soms spectaculaire rit werden we bovenop een duin gedropt, waarna de auto’s naar het strand reden om de lunch klaar te zetten. Wanneer deze klaar was, konden we te voet afdalen. Hieronder een aantal foto’s die ik gemaakt heb tijdens deze rit.

Toen de auto’s wegreden naar de lunchplek, kwam er echter 1 vast te zitten in het zand. Het kostte een andere auto behoorlijk wat moeite om deze weer los te trekken.

Dit was onze lunchplek

De rit terug was minstens zo spectaculair. Hieronder weer wat impressies.

Een impressie van de rit door de duinen

De woensdag en donderdag waren ingeruimd voor vergaderingen. Het eten was meestal een buffet en vaak min of meer hetzelfde. Op donderdagavond echter gingen we in de woestijn dineren (dinner in the desert), met allereerst het bekijken van de ondergaande zon. We reden daartoe met busjes de woestijn in en op een heuvel werden we gedropt om naar de ondergaande zon te kijken. Zie hieronder de foto’s

Daarna reden we naar onze dinerplek. Deze was buiten en mooi aangekleed met echte lampionnen. Daar kregen we een buffet. Het eten was niets bijzonders, maar de plek was heel mooi. Er trad ook nog een lokale dans- en zanggroep op. Ze arriveerden nogal laat, want ze hadden de plek niet kunnen vinden (het was ook midden in de woestijn).

Daarna werden we weer teruggebracht naar ons hotel. Op vrijdag vloog iedereen weer met hetzelfde vliegtuig naar Johannesburg. Ik was daarmee thuis, maar vele collega’s moesten dan nog vele uren vliegen om weer thuis te komen. Mijn collega’s Takemore wellicht het langst, want hij moest via Addis Ababa terug naar Accra in Ghana (West Afrika).