Begin januari hadden we besloten een Camino in Zuid-Afrika te gaan wandelen. Een Camino is een wandelroute waarbij je van accommodatie naar accommodatie loopt en waarbij je bagage over het algemeen vervoerd worden. Er worden in Zuid-Afrika vele Camino’s aangeboden, waarbij je vaak in groepen loopt. Wij wilden liever individueel lopen en zo kwamen we bij de Cape Camino uit (capecamino.co.za). De totale route is 38 dagen, maar je kunt ook stukken van deze route lopen. Wij hebben voor het Winelands deel gekozen. Het is 7 dagen wandelen in vooral de wijnstreek van Zuid-Afrika, dicht bij Kaapstad. Het werd ons aangeraden niet midden in de zomer te gaan wandelen, en zo kwamen we uit op eind maart/begin april. De route is flexibel en hangt af van de beschikbaarheid van de accommodaties. We boeken 7 dagen wandelen, maar weten niet precies hoe onze route eruit gaat zien. Dat horen we pas een paar weken voor vertrek van de organisatie. Toen we deze route ontvingen, bleek dat we niet op de officiële dag 1 van de route beginnen, maar op dag 3, en dan ook eindigen op dag 9.
Op zaterdag 29 maart zijn we van Johannesburg naar Kaapstad gevlogen. Aldaar werden we opgehaald door de gastheer van onze eerste accomodatie, boerderij Blou Porcelein. Dit is wel tegen extra betaling, maar om nu een auto voor een week te huren en verder niet te gebruiken, leek ons ook niet echt handig.
Onderweg kwamen we aan de praat en bleek dat op deze boerderij tarweproefvelden lagen (niet nu, maar in de winter). Toen we er uiteindelijk waren heb ik het nagekeken en bleek dat ik eind oktober 2024 op deze boerderij geweest was om deze tarweproefvelden te bekijken.
Onze accommodatie was wel erg primitief. Het was een hokje in de schuur, zonder echte ramen en ventilatie, met een gootsteen en douche buiten. Het eten dat we kregen was ook niets bijzonders. Onze gastvrouw was Theresa en zij zou ons aan het eind ook weer terugbrengen naar het vliegveld van Kaapstad.
De volgende ochtend zou onze chaperone (de plaatselijke gids) om 8 uur komen om met ons de eerste wandeling te gaan lopen. Bij deze Camino wordt je meestal door een gids begeleidt (is ingesloten bij de prijs) voor de veiligheid en de route, en ook omdat de route nogal eens over privéterrein gaat.
Onze gids Willem was een kunstenaar uit Riebeek-Kasteel, waar we naartoe zouden wandelen. De eerste boerderij was in de buurt van Hermon gelegen. We liepen grotendeels over boerenland, soms boerenwegen in de richting van Riebeek-Kasteel. De route was totaal ongeveer 13 km, met een hoogteverschil van ongeveer 225 m. Op een gegeven moment kwamen we ook in een weiland waar een groep stieren liep, waarvan sommige erg imposant. Gelukkig waren deze niet agressief en konden we ze zonder problemen passeren.



Rond 11 uur kwamen we al in Riebeek-Kasteel aan. Dit is een mooi dorpje met winkels en restaurants. Na koffie te hebben gedronken met de gids, hebben we afscheid van hem genomen, nadat hij ons bij de accommodatie had afgezet. Dit keer was het een stuk beter, een mooie kamer met normale voorzieningen. Na even opknappen zijn we eerst het dorp gaan verkennen, ook om te lunchen. Dit hebben we gedaan bij een Frans/Europees restaurant (Au Bouchon Rouge). De middag hebben we vooral gerelaxt en voor de avond was er voor ons een tafel gereserveerd in een ander restaurant (La Parrilla). In beide restaurants hebben we goed kunnen eten. In Riebeek-Kasteel staat trouwens geen kasteel, mocht je dat denken. De naam is ontleend aan de berg die ernaast ligt, de Kasteelberg. Hij zou de vorm van een kasteel hebben, maar daar moet je wel erg veel fantasie voor hebben.
De volgende dag zou onze gids om half 8 bij ons zijn. We zouden dan naar een bistro lopen op 5-6 km afstand. Daar zouden we dan ontbijten. Elsie was onze gids vandaag en de route zou ons naar Gouda leiden. De Gouda in Zuid-Afrika is een stuk kleiner dan deze in Nederland, het werd in onze routebeschrijving omschreven als een ‘one-horse-town’.
Maar eerst kwamen we na ruim 5 km bij onze ontbijtstop, Deli-Co. Dit is een gigantische schapen-slachterij, maar daarnaast hadden ze ook een winkel en bistro. In de bistro kregen we ons ontbijt, roerei, spek, champignons en toast. En bij Tineke was de toast vervangen door avocado. Dit was een goed ontbijt waarop we de rest van de wandeling zouden kunnen voltooien. De totale wandeling zou rond de 20 km bedragen.
Waar het stuk naar de Deli-Co al saai was, rechte grindwegen met veel stof van passerende auto’s, veranderde dat niet veel voor de rest van de route. We liepen langs boerenakkers, waar niks groeide vanwege de zomerdroogte en waar straks tarwe en canola gezaaid zou worden. Dat zijn dus wintergewassen hier, met een oogst in november. Die kunnen hier dan groeien omdat er in de winter regen valt.




Het werd steeds warmer, de zon scheen uitbundig en er was nauwelijks beschutting onderweg. Uiteindelijk kwam rond 13 uur Gouda in zicht en kwamen we bij onze bestemming aan (na 20 km). Wij zouden slapen in een accomodatie bij mensen thuis. Zij waren echter aan het verbouwen, dus we kregen een kamer bij de buurman.
Waar Tineke een lunch bij zich had (rijstwafels met pindakaas), moest ik nog een lunch zien te bemachtigen. Er waren 3 kleine supermarkten naast onze accommodatie, maar er was niet echt veel lunchwaardigs verkrijgbaar. Uiteindelijk heb ik 2 muffins gegeten (die ik nog bij me had) en een zakje chips. Er was ook verder geen restaurant o.i.d.
Die avond zouden we bij onze gastheer/dame gaan eten, we hadden een braai in het vooruitzicht. De gastheer is slager en het vlees was dan ook goed en erg mals. Daarbij een ovenschaal met aardappelen en gemengde groentes, erg lekker allemaal.
Morgen moet er wel weer een goede lunch mogelijk zijn, want we lopen dan naar Tulbagh, waar goede voorzieningen zijn. Het zal een wandeling van 16-18 km zijn en onze chaperone is dit keer de zus van de slager. De route zou ook minder saai dan vandaag moeten zijn.
Dag 3 is inderdaad een minder saaie route, we moeten omhoog, over een pas, want Tulbagh ligt aan de andere kant van de berg. En dit keer lopen we niet langs de weg, maar langs een kanaaltje dat richting voëlvlei dam gaat. Het brengt water vanuit de bergen naar dit meer. Kaapstad krijgt zijn drinkwater vervolgens vanuit dit stuwmeer.
Wanneer het kanaal afbuigt naar het stuwmeer, gaan wij via een wandelpad omhoog naar de pas en uiteindelijk komen we dan bij de weg uit die ook omhoog gaat. Deze weg kruist de rivier die ook door het dal loopt en wij steken over en gaan vervolgens op een paadje langs de spoorlijn verder. Een klein stukje lopen we ook over het spoor, maar er werd ons verzekerd dat er bijna nooit een trein rijdt.












Uiteindelijk komen we bij een tuincentrum aan, waar ook een café is waar we koffie kunnen drinken. Na de koffie moeten we nog naar het dorp Tulbagh lopen, dat is een lange rechte weg het dorp in.
Onze accommodatie is Wittedrift Manor, het lijkt een oud huis, helemaal in oude stijl ook ingericht. We horen echter later dat het huis in 1975, maar in oude stijl, gebouwd is. Het is dan bijna middag en we willen ergens iets eten. We komen uit bij Chef & Co, waar ze een broodje voor mij en een glutenvrije salade voor Tineke hebben. Wel slagen ze er nog in om mij eerst het verkeerde broodje te geven (terwijl er bijna geen gasten zijn). Daarna hebben we nog wat water en andere zaken gekocht bij de SPAR en de rest van de middag hebben we vervolgens gerelaxt in het hotel. Die avond gaan we eten in Readers, dit is een restaurant dat gerund wordt door de eigenaresse van het hotel en dicht bij het hotel ligt. Ze was speciaal voor ons open, want normaalgesproken is ze op dinsdag dicht. En ze had werk gemaakt van de glutenvrije maaltijd, alles was aangepast zodat Tineke ook boboti kon eten. Het was allemaal erg lekker, alleen veel te veel. De eigenaresse was zelf ook een lekkere eter, denken we, want ze was behoorlijk kolossaal.


De volgende ochtend zou ze ons ook een ontbijt meegeven, daarvoor had ze dan speciaal glutenvrij brood gebakken. Volgens de planning die we hadden zou er die dag geen chaperone zijn, maar deze bleek er toch te zijn voor het eerste deel van de route. We konden kiezen voor een korte route (7 km) of een mooiere, maar langere route (13km). We kozen natuurlijk voor de langere en hiervoor ging de gids mee, want deze liep over privéterreinen. En inderdaad was het een mooie route door de fruitboomgaarden. Helaas was al het fruit al geoogst. Uiteindelijk kwamen we na ongeveer 9 km bij Wine Estate Montpellier aan. De route liep over deze estate vervolgens verder naar Oudekloof Wine Estate. Omdat het nu zichzelf wees, nam de gids hier afscheid van ons. We konden een kop koffie drinken bij Montpellier en dat hebben we dan ook eerst gedaan. Daarna zijn we verder gelopen en het laatste stuk ging omhoog, omdat Oudekloof tegen de helling geplakt ligt. Vandaar zouden we de volgende dag verder gaan, de pas over en dan weer de farmlands in.











We waren nu weer voor de middag op de plaats van bestemming (13 km gelopen) en konden die middag weer relaxen, met een mooi uitzicht op het dal en het zwembad. Het zwembad zag er mooi uit, maar het water was nogal fris, dus we hebben niet gezwommen.

In dit hotel waren meer gasten die ook gewandeld hadden en de eigenaren organiseerden tegen de avond een tocht met de trekker naar de bergtop, waar we dan de zonsondergang konden zien, onder het genot van een hapje en een drankje. De wind was echter de middag behoorlijk aangehaald en boven op de top stond heel veel wind. Gelukkig konden we een luw plekje vinden om wat te nuttigen en de zonsondergang te zien.





Na terugkomst hebben we met alle gasten en de gastheer en -dame de avondmaaltijd gebruikt, nigeriaanse kip met rijst. Tineke kreeg de kip apart geserveerd vanwege de gluten. De schuur waar we de maaltijd nuttigden stond helemaal vol met prullaria.

De wind bleef de hele nacht waaien en toen we ’s ochtends wakker werden, waaide het nog steeds behoorlijk hard.
De vijfde dag zou onze langste wandeling van de week betekenen. Volgens opgave 26 km, waarbij we eerst omhoog gingen naar de Oudekloof pas en dan afdalen naar de farmlands. Onze gids was nu een getrainde wandelaar. Ik merkte dat gelijk op de eerste 100 meter, waar hij al gelijk een voorsprong nam. We hadden nu 2 x een gids gehad die wij eruit liepen, maar deze gids liep ons er steeds uit. Hij was ook niet zo spraakzaam, dus dat was wellicht ook een reden. De klim omhoog was goed te doen, ook al omdat het pad een vlak betonpad was. De afdaling was lastiger, met veel losse stenen soms. Het lastigst was echter de wind, er stond een sterke wind in de rug, waardoor je moest oppassen niet om te waaien.






Uiteindelijk kwamen we weer beneden bij het kanaaltje uit, dat we 2 dagen eerder ook waren gepasseerd. We zijn een tijd langs dit kanaal gelopen en dan uiteindelijk via een boerderij richting de doorgaande weg gelopen. Daar aangekomen hadden we er al weer 13 km opzitten. Het zou die dag erg warm worden (36 graden), maar door de wind hadden we er op dat moment nog maar weinig last van. We staken de verharde weg over en via andere boerderijen liepen we verder richting onze eindbestemming, Sandvlei farm. De wegen waren goed, grind maar vlak, en vaak een beetje glooiend. Tegen de middag werd het toch weer warm, maar de wind hielp een beetje om het dragelijk te houden.






Uiteindelijk kwamen we rond 12.45 uur bij onze accommodatie aan. Dit was een voormalige school, die omgebouwd was tot pelgrims-accommodatie. In het gebouw stonden 7 bedden, een keukentje, zitgelegenheid en 2 badkamers. Omdat wij de 2 enige gasten waren, hadden we dit allemaal voor onszelf.


Het duurde even voor onze bagage ook aankwam, maar we konden al weer de rest van de middag relaxen. Omdat het in de middle of nowhere lag, viel er verder ook niets te beleven.
Om 4 uur kwam onze gastvrouw even langs. Ze ging schapen/lammeren voeren en Tineke is even met haar meegegaan om te kijken. Om 6 uur kwam ze ons eten brengen (lam, groente, sla en zoete aardappel). Het was inmiddels erg warm binnen en ook toen het donker werd koelde het nauwelijks af. We konden een paar ramen openzetten, maar de temperatuur binnen bleef de eerste uren erg hoog. Pas in de loop van de nacht koelde het verder af en konden we weer onder een laken slapen.
De volgende ochtend moesten we ongeveer 16 km lopen naar de volgende boerderij, Nuwefontein. Het zou een gemakkelijke route zijn en we hadden dan ook geen chaperone/gids. Er stonden overal pijlen langs de route en inderdaad was het niet lastig. We liepen vooral over boerenwegen en langs boerderijen en tijdens de hele wandeling hebben we geen auto gezien. Het terrein ging wat op en neer, maar overal was het droog en dor. We zagen af en toe wat schapen lopen, en toen we dichter bij onze bestemming kwamen zelfs nog meer. De boerderij die onze bestemming is, was namelijk een schapenboerderij. De temperatuur liep ook gestaag weer op en toen we over waren, was het al weer behoorlijk warm. De wind maakte het nog een beetje uit te houden, maar die viel vervolgens ’s middags ook grotendeels weg.




Onze hotelkamer was dit keer in de paardenstal gebouwd, met gemeenschappelijke toiletten en douchen. Maar we waren weer de enige gasten, dus dat maakte niet zoveel uit. Het dak was ongeisoleerde golfplaat, en in de loop van de middag werd het dan ook erg warm op onze kamer. We konden op het terras zitten in de schaduw, maar het grootste gebrek was een goede stoel, zoals we al zo vaak hadden meegemaakt.
Rond 6 uur konden we bij de gastvrouw in huis eten. Hier kwamen we aan de praat met de boer en hij kende zelfs Limagrain. Hij zaaide tarwerassen van ons en kende onze agent in de buurt. Hij had ongeveer 450 ha tarwe en zaaide daarbij medics. Ik wist eerst niet wat dat was, maar uiteindelijk bleek het een soort lucerne te zijn dat voor groenbemesting zorgde. Zijn opbrengsten per ha waren gemiddeld 2.5 tot 3 ton, met een regen van gemiddeld 280 mm per seizoen. Daarnaast had hij ongeveer 500 schapen. Door de lage tarweprijs was het echter niet een echt goede business.
Zoals iedere keer was het eten weer aangepast aan Tineke, dit keer een glutenvrije curry met rijst en salade. En weer was het een lekkere maaltijd. Die avond was het weer erg warm in onze slaapgelegenheid en duurde het vrij lang voor de temperatuur daalde. En toen we ’s ochtends wakker werden, was er geen elektriciteit. Dat bleek vaker voor te komen, er zat ergens een fout in de lijn van Eskom. Rond 9 uur kwam de stroom echter terug.
Die ochtend, de dag van onze terugreis, konden we nog een route op de boerderij lopen, maar gezien het dorre en droge landschap hebben we daar maar vanaf gezien. We werden om 11 uur opgehaald om naar het vliegveld te gaan. Daarvoor aten we een ontbijt met fruit en eieren bij de mensen thuis. Theresa, onze gastvrouw van de eerste dag, kwam ons ophalen en bracht ons naar het vliegveld. Onderweg kwamen we aan de praat en bleek dat ze ook een gids was die toeristen rondleidde in Kaapstad. Bovendien was haar vader van Duitse origine en daardoor had zij nog steeds een Duits paspoort, wat het reizen vergemakkelijkt. Zij ging binnenkort de Spaanse camino lopen (naar Santiago de Compostella). Onderweg hadden we ook al meerdere mensen ontmoet die deze al gelopen hadden (alle Zuid-Afrikanen).
De terugreis naar huis verliep verder vlot, we waren rond 18 uur weer in Johannesburg.
Aan het eind was het een leuke ervaring, ook al omdat je veel meer met de plaatselijke bevolking in aanraking komt. Het is voor herhaling vatbaar, maar niet om de hele route te lopen. Er is nog een strand-sectie en een peninsula sectie die ons wel leuk lijkt.
De route die we gelopen hebben kun je op het kaartje hieronder zien:

In totaal hebben we 102 km gewandeld, met een totale stijging van 1204 meter. In totaal hebben we daar 20,5 uur over gedaan (netto wandeltijd).
Zie hieronder de wandelingen per dag:
https://www.strava.com/activities/14026830072
https://www.strava.com/activities/14037228710
https://www.strava.com/activities/14046292418
https://www.strava.com/activities/14056334447