Naar het Krugerpark met de jongens (aug 2023)

Onze jongens zijn op zondag 20 augustus met de KLM vlucht van Amsterdam naar hier gevlogen voor een 14-daags bezoek. Tijdens dit bezoek hadden we gepland om 7 dagen (6 nachten) in het Krugerpark te verblijven.

De echte winter is hier inmiddels voorbij (als je al van een winter kunt spreken), overdag is het nu meestal 25 graden of zelfs hoger, maar de nachten zijn nog koud, vaak tussen de 5 en 10 graden.

Zoals de vorige keren, hadden we weer 2 nachten in verschillende restcamps geboekt in het Kruger (dit hadden we al in januari gedaan). De eerste 2 nachten verbleven we in Pretoriuskop, de tweede 2 nachten in Skukuza en de derde 2 nachten in Talamati. De laatste is een bushcamp, wat betekent dat er verder geen voorzieningen zijn, en vaak ook geen stroom ’s nachts.

We zijn op donderdag 24 augustus rond half 7 vertrokken en waren rond 11 uur door de poort (Malelane gate). Binnen 5 minuten hadden we een boom met de prooi van een luipaard gezien, maar het luipaard zelf was nergens te bekennen. Kijk maar goed in de boom en je ziet een impala liggen:

We reden grotendeels over onverharde wegen richting Afsaal, waar we de lunch hebben gebruikt (zelf meegenomen). Omdat glutenvrij erg lastig is in het Krugerpark, hadden we veel zelf meegenomen, inclusief een kleine diepvriezer met glutenvrije hamburgers en broodjes. Rinse en Koen bakten dus iedere middag voor de lunch hamburgers. Na de middag vervolgden we onze weg over onverharde wegen richting Skukuza (S114). En we hadden erg veel geluk, want om half 3 hadden we de big 5 (olifant, buffel, leeuw, luipaard en neushoorn) al gezien, en alle op dezelfde weg (S114). Vooral het luipaard was erg dichtbij, hij liep over de weg langs onze auto:

En dat was nog niet alles die dag, daarna zagen we op weg naar Pretoriuskop ook nog cheetahs en Afrikaanse wilde honden:

Het huisje dat we in Pretoriuskop hadden gehuurd was een 6-persoons huisje. In Pretoriuskop heb je wel een kampwinkel, maar als restaurant is alleen een Wimpie, vergelijkbaar met McDonalds. We hebben hier dus 2 avonden gebraaid.

De volgende dag hebben we een vroege safari voor het ontbijt gedaan, maar we kwamen hier niet veel bijzonders tegen. Na het ontbijt zijn we vervolgens richting Berg-en-Dal restcamp gereden. Kort na het verlaten van Pretoriuskop kwamen we 2 wilde honden op de weg tegen:

En later kwamen we 2 neushoorns tegen die vlak langs de (onverharde) weg liepen.

En later die dag kwamen we op de weg van Skukuza naar Lower Sabie binnen een uur zowel een leeuw als een luipaard tegen. De leeuw lag lekker te zonnen op een rots, en eigenlijk hebben we de leeuwen nooit iets anders zien doen dan slapen.

Aangezien we olifanten altijd wel tegenkomen, hadden we deze tweede dag al weer de big five gezien.

Af en toe kom je roadblocks tegen, meestal van olifanten of buffels:

En als je geluk hebt, zie je ook een kameleon op de weg. In de berm is deze een stuk moeilijker te ontdekken:

Deze beestjes worden nogal eens doodgereden, dus het was een gelukje dat wij deze op de weg zagen lopen.

Na 2 nachten in Pretoriuskop te hebben doorgebracht, waren we de volgende 2 nachten in Skukuza. We hadden weer een 6-persoons huisje, dat dicht bij de Sabie rivier lag en dicht bij de omheining. De eerste middag kregen we dan ook bijna bezoek van olifanten:

Vanuit Skukuza hebben we dan 2 dagen rondgereden, waarbij we ook een bezoek brachten aan Lake Panic, dat bekend staat om zijn vogels. We hebben daar verschillende vogels gezien en gefotografeerd, waaronder ijsvogels en een visarend:

We hebben iedere dag leeuwen gezien, maar helaas verder geen luipaarden of neushoorns meer. De laatste avond in Skukuza hebben we gegeten in Kruger station, zittende in een treinwagon. De entourage was mooi, maar het eten viel een beetje tegen, zeker gezien de wat hogere prijs. Normaalgesproken eten we in Skukuza in restaurant Cattle Baron, de entourage is wat minder, maar het eten is zeker niet slechter, zo niet zelfs beter. Sowieso moet je voor de kwaliteit van het eten in de restaurants niet in het Krugerpark zijn, daarom braaien we ook zelf meestal.

Vanuit Skukuza zijn we vervolgens naar het noorden gereden. We hadden 2 nachten geboekt in Talamati, een bushcamp niet al te ver van Satara restcamp. Er zijn daar verder geen voorzieningen, maar uiteindelijk bleek dat we wel 24 uur per dag stroom hadden (behalve tijdens loadshedding). We hadden weer een 6-persoons huisje, maar de 5de en 6de slaapplaats was in de lounge op een sofa. Dit was duidelijk een minder bed dan de andere. Onderweg naar Talamati kwamen we 2 x leeuwen tegen, waaronder de eerste keer een groep mannetjes met ertussen een witte leeuw. Deze leeuw is fameus en heeft zelfs een naam, Casper. Dit vond ik over hem op internet: Casper and his three Brothers: Casanova, Footloose and Mfowethu currently control the Satara and Nsemani Lion Prides and are often seen around Satara Rest-camp and Nsemani dam in Kruger National Park, South Africa. Casper the White Lion isĀ ONE of only THREE White Lions currently alive in the wild. We vonden deze groep ook niet ver van Satara Restcamp. De tweede groep waren 3 leeuwinnen die op een rots lagen. Deze lagen wat dichter bij onze eindbestemming Talamati.

We hadden besloten de eerste ochtend in Talamati voor het ontbijt naar Satara restcamp te rijden en daar te ontbijten in het restaurant. Daarna hebben we vanuit Talamati een rondrit naar het oosten gemaakt, over de fameuze S101. En hier kwamen we dus 2 x leeuwen tegen, en later op de terugweg nog een keer. Dus maar liefst 3 x leeuwen op een dag. Satara maakte zijn naam waar, want deze plaats staat bekend om zijn leeuwen. Ook kwamen we nog 2 van de grotere vliegende vogels tegen die dag, de secretarisvogel en de koribustard, een we hebben ook meerdere keren southern ground hornbills gezien (die zijn vrij zeldzaam).

De laatste avond in Talamati hadden we een nightdrive geboekt bij Sanparks. Deze begon om 20 uur en we waren de enige deelnemers (maar met 5 personen is de auto al halfvol). Deze nightdrive viel bijzonder tegen, de dame die ons rondreed was nauwelijks te verstaan, vertelde verder niets, en drukte ons 2 zaklampen in de handen waarmee we rond moesten schijnen. Als we dan iets zagen, moesten we stop roepen. We hebben dus nauwelijks iets gezien en ze straalde totaal geen enthousiasme uit om ons iets te laten zien.

We hadden de vorige avond al wel een bezoeker bij ons huisje, een genet. Dit beestje hadden we bij een vorig bezoek ook al eens gezien in het restaurant, maar nu kwam hij gewoon bij ons kijken en zelfs probeerde hij een keer op de tafel te springen naar ons eten:

De laatste dag moesten we een behoorlijk eind rijden om thuis te komen. We konden kiezen voor de route direct het Krugerpark uit en dan buiten het park naar huis, maar dan moesten we door de bergen. Het alternatief was helemaal door het park weer naar het zuiden te rijden en bij Crocodile bridge uit het park te gaan en dan naar huis te rijden. Dat was min of meer ook de weg die we gekomen waren. We besloten deze dan ook te nemen, maar moesten dan wel op tijd vertrekken om tegen 6 uur thuis te kunnen zijn. We vertrokken rond half 8 en moesten eerst nog een behoorlijk stuk over onverharde wegen rijden. En weer kwamen we die ochtend leeuwen tegen, een groep van 8 leeuwen:

We hebben dus echt iedere dag leeuwen gezien deze trip. In Tshokwane hebben we even koffie gedronken, waarna we door zijn gereden naar Lower Sabie en vervolgens Crocodile bridge.

Bij crocodile bridge hebben we de lunch tot ons genomen, waarna we naar huis zijn gereden. We hadden hierbij geluk, in Malelane bleek het die ochtend een verkeerschaos te zijn. Mijn collega’s waren die ochtend teruggereden vanaf Komatipoort, ze hadden onze winter maisproduktie bezocht en hadden meer dan 2 uur in de file gestaan. Toen wij er net na de middag kwamen, was het wel druk, maar we hadden maar 5 minuten vertraging.

Tijdens het bezoek hebben we weer veel foto’s gemaakt. Hieronder krijg je wat impressies van onze foto’s,

Allereerst de vele vogels die we gezien hebben:

En dan een serie met allerlei viervoeters die we tegenkwamen:

En we kwamen ook nog wat reptielen en insecten tegen:

Onderweg kwamen we ook het anti-poaching team tegen (met 2 helicopters). Dit team bestrijdt het stropen van vooral de neushoorns.

Een bijzonder dier dat we tegenkwamen was ook de honey badger. Dit is vooral een nachtdier, dus het is bijzonder dat we deze midden op de dag tegenkwamen:

Uiteindelijk waren we rond half 6 thuis en hebben we gegeten bij Crawdaddy’s. Het was weer een bijzonder geslaagd bezoek en we hebben weer veel mooie foto’s kunnen maken.

We zijn dit keer met 2 auto’s gereden, we waren met 5 personen en in 1 auto zou het erg vol worden, zeker ook met alle bagage (eten) dat we mee hadden genomen. Aangezien we ook 5 chauffeurs hadden, hebben we afgewisseld in het rijden. Het links rijden wen je snel aan, en in het Krugerpark zelf is het niet erg druk op de weg en bovendien mag je er maximaal 50 rijden (op de verharde weg).

We hebben 5 van de 6 avonden gebraaid, en dat betekende iedere avond een vuurtje stoken:

We kijken al weer uit naar ons volgende bezoek aan het Krugerpark. Dat zal eind oktober zijn, want dan komt de familie Vlaswinkel op bezoek. We hebben een bezoek van 4 dagen/3 nachten aan het Krugerpark gepland voor het eind van die maand.

Weekendje Krugerpark (Juli 2023)

Na mijn camera eerst in de Rietvlei te hebben geprobeerd, zijn we nu de camera gaan testen in het Krugerpark. We hadden voor 2 nachten een huisje gereserveerd in Skukuza, het grootste restcamp in het Krugerpark.

We vertrokken op vrijdagochtend om 6.40 uur en waren na een erg vlotte reis (met een koffiestop en een tankstop vlak voor het park) om 10.45 uur al in het park (Malelane Gate). Het bleek niet druk te zijn bij de poort. Waar we eind april ruim een half uur in de rij hadden gestaan, waren we nu binnen 5 minuten binnen. We besloten via wat gravelpaden richting Afsaal te rijden. Dit is een picknickspot tussen Malelane en Skukuza. Onderweg hebben we niet bijzonder veel gezien, al was er wel een neushoorn. Die zat echter zo achter de bosjes dat ik geen goede foto kon maken. Voor de rest zagen we de normale dieren: olifant, impala, kudu, velvet aap en verschillende vogels.

Aangekomen bij Afsaal hebben we daar onze meegenomen lunch genuttigd. Hier zat onder het dak van de overkapping ook een slang, een boomslang:

Na de lunch zijn we deels over grindwegen naar de weg van Lower Sabie naar Skukuza doorgestoken. Deze weg was de vorige keer nog afgesloten, omdat er bruggen weggespoeld waren. Men had deze bruggen nog niet hersteld, maar er was een tijdelijke weg door de (droge) rivierbedding aangelegd. We zijn daar ook gepasseerd en inderdaad is op 2 plaatsen de hele brug met duikers en al weggespoeld, Er zit een een gat van 10 meter en enkele meters diep in de weg. De tijdelijke weg is echt maar een tijdelijke oplossing, want deze al bij regenval al snel niet meer bruikbaar zijn. Dus waarschijnlijk wordt deze weg weer afgesloten dan, want er zijn nog geen verdere herstelwerkzaamheden bezig bij deze bruggen.

Onderweg zagen we weer verschillende dieren, maar geen erg bijzondere. Wel zagen we 3 soorten ooievaar: yellow-billed, saddle-billed en woolly-necked stork.

En aan het eind van de middag reden we nog even naar Lake Panic, daar is een vogelobservatiehut en dan zie je vaak ijsvogels. We zagen geen ijsvogels die keer, maar er zat wel een visarend dichtbij en ik zag nog een papegaaiduif, oftewel een African green-pigeon. Deze hadden we nog niet eerder gezien.

We besloten de volgende ochtend voor het ontbijt weer een rondje te rijden. bij Skukuza kun je een mooi rondje te rijden dat ongeveer 1-1,5 uur kost, afhankelijk van de dieren die je ziet. We vertrokken net na 6 uur (de poort ging om 6 uur open), maar het was nog bijna donker. Het werd wel snel licht en na ongeveer 15 minuten was het al licht. We reden langs de Sabie rivier naar het zuiden en bij de brug zijn we de brug over richting noorden gegaan. Na enkele kilometers stonden er olifanten op en naast de weg. Omdat olifanten soms agressief kunnen zijn, bleef ik op veilige afstand wachten. Ze kwamen nog wat meer onze kant op en ik besloot iets achteruit te gaan. Maar toen ik in mijn spiegel keek, zag ik wat aankomen over de weg. Het bleken wilde honden te zijn. Deze zien we niet vaak en ze kwamen naar ons toe. Ze waren duidelijk op zoek naar prooi, maar een olifant is wat te groot voor hen. En de olifanten stelden het ook niet op prijs en begonnen wat te trompetteren. En achter de honden kwamen ook nog 3 hyena’s meelopen. We werden ingehaald door de wilde honden en hyena’s en zijn een stukje met hen meegereden. Uiteindelijk gingen ze wat meer de bosjes in en zijn we doorgereden:

En bij deze roofdieren vlogen dan ook nog gieren mee, voor de resten:

Na een ontbijt in ons huisje in Skukuza vertrokken we vervolgens richting Satara, waar we konden lunchen. Dit is een rit van ongeveer 90 km. Na een korte koffiestop in Tshokwane, kwamen we rond de middag in Satara aan en hebben we daar de lunch gebruikt. Wel moesten we onderweg nog een behoorlijke tijd wachten voor een kudde buffalo’s. We hebben onderweg weer allerlei dieren gezien, waarschijnlijk was de southern ground hornbill de meest bijzondere, maar we hadden al veel vaker gezien. Ook zagen we enkele keren een steenbok, dit is Ć©Ć©n van de kleinste antilopes.

Ook kwamen we nog spelende bavianen tegen, waarvan er Ć©Ć©n pasgeboren was:

Zaterdagavond hadden we nogal moeite het hout voor de braai te laten branden. We hadden onlangs nieuw hout gekocht en allereerst waren de stukken niet al te mooi, maar bovendien bleek het nog niet kurkdroog te zijn. Noodgedwongen hebben we dan ook maar extra hout in de kampwinkel gekocht en daarna konden we gelukkig gewoon braaien (al was het wel wat later geworden).

We besloten zondagochtend opnieuw voor het ontbijt een rondje te rijden. Deze keer gingen we de andere kant op. We reden een grindweg op en voor ons zagen we steeds meer safari auto’s. Waarschijnlijk hadden ze iets gezien en aan elkaar doorgegeven. Na niet al te lange tijd kwamen we bij een brug over een droogstaande rivier en hier stonden alle auto’s de weg te blokkeren. We waren nog als Ć©Ć©n van de eersten en konden nog wat zien. Er zaten leeuwen langs de rivierbedding, maar het was wel behoorlijk ver weg. Bovendien zaten ze nog deels verscholen achter de bosjes. Het lukte dan ook niet echt om een goede foto te maken. De goede foto’s daar waren van een saddle-billed stork, die voor ons liep te paraderen:

Saddle-billed Stork

Wij wilden eigenlijk verder, maar alle safari auto’s blokkeerden de weg. Gelukkig kon ik nog achteruit en zijn we achteruit gereden en daarna omgedraaid. En dat was maar goed ook, want op de weg terug kwamen we zeker nog 10 safari-auto’s tegen.

We kwamen onderweg ook nog een opvallende roofvogel tegen, de bateleur. En er waren er 3 vlak bij elkaar:

We hebben weer even bij Lake Panic gekeken, maar daar waren nog maar weinig vogels te zien. Na een ontbijt bij ons huisje hebben we alle spullen ingepakt en zijn we vertrokken richting huis. Het was de bedoeling via Lower Sabie (voor de koffiestop) naar Crocodile bridge te rijden en daar het park te verlaten. Ik besloot eens van de verharde weg af te gaan en een parallelweggetje te nemen voor een deel van de route. En wat hadden we daarmee een geluk. Vlak voor we weer op de hoofdweg zouden komen zag ik opeens iets bewegen. En het was een luipaard. Hij ging even in het zand liggen rollen en kwam daarna achter de bosje vandaan. Ik heb een paar mooie foto’s kunnen maken, maar hij keek naar ons en besloot door te lopen en het pad over te steken. Hij kroop onder een bosje en keek weer naar ons. Toen hij zag dat wij bleven staan, liep hij vervolgens de andere kant op weg. Dit alles gebeurde in wellicht 2 minuten. Hij liep richting hoofdweg en we hebben daar nog een gekeken of hij eruit kwam, maar dat was helaas niet zo. We waren dan ook de enigen die dit luipaard gezien hebben.

Verder langs de weg zagen we ook nog een uil, maar deze zat goed verscholen in de boom, waardoor een goede foto wat lastig was:

En we kwamen nog weer leeuwen tegen langs de weg. Maar hier stonden weer behoorlijk wat auto’s en van de leeuw zagen we alleen de achterkant van zijn kop,, dus niet echt aantrekkelijk voor een foto.

Na een koffiestop bij Lower Sabie zijn we richting poort gereden. Onderweg kwamen we weer veel giraffes tegen. Dit was echt opmerkelijk dit bezoek, de aantallen giraffes dat we gezien hebben. En ook enkele grote kuddes buffalo’s.

4 giraffes bij een dam, niet al te ver van crocodile bridge

We waren net na de middag bij crocodile bridge, en na een korte tankstop in Malelane en een sanitaire stop bij Milly’s, waren we net voor 17 uur weer thuis. De temperatuur was wel een verschil. Was het vrijdag en zaterdag rond de 30 graden in het Krugerpark en zondag ook nog 25-26 graden, bij ons thuis was het 15 graden en er stond een frisse wind. Wel was het onbewolkt (en dus zonnig). Die zondagmiddag zou er ook een muziekuitvoering plaatsvinden in onze estate (buiten op het gras). Deze was echter op vrijdag al afgelast vanwege de kou, en het was dus 15 graden en zonnig, dus eigenlijk best wel redelijk weer. Maar hier wordt het beschouwd als bitter koud.

Hieronder nog een impressie van wat andere dieren die we gezien hebben. In ieder geval waren er een aantal zeer fraaie foto’s gemaakt met het nieuwe fototoestel. De scherpte van de foto’s was zeer goed. Alleen moet ik nog wat aan de autofocus wennen, die gaat soms helemaal de mist in. Deels komt dat ook doordat ik een ander lenstype gebruik dan de camera, en er een adapter tussen zit.

Bezoek aan Rietvlei Nature Reserve

Enkele weken geleden heb ik een nieuwe fotocamera gekocht (Canon R7). Deze camera zou nog betere foto’s moeten geven. Ik had dit nog niet kunnen testen, en volgende weekend gaan we voor 3 dagen naar het Kruger. Daarom besloten we deze zondagochtend naar de Rietvlei te gaan. Daar zien we normaalgesproken altijd wel dieren en kon ik mooi voor het eerst mijn camera testen.

We besloten om half zeven op te staan, zodat we voor 8 uur in de Rietvlei zouden zijn (het is een half uurtje rijden van ons huis). Toen we opstonden, was het hier een beetje mistig. Omdat mist vaak erg lokaal is, besloten we gewoon weg te gaan. Onderweg hebben we ook deels zon gehad, maar in de Rietvlei was het nog erg mistig. Het duurde bijna 2 uur voor het min of meer opgeklaard en zonnig was. Desondanks hebben we wel wat dieren gezien (die vlakbij de weg stonden, waaronder buffels en neushoorns). Op de eerste foto’s hieronder is ook goed te zien dat het mistig was. Toen de zon erbij kwam, was bijna het eerste wat we zagen een aantal meerkatten. In het Nederlands worden die meestal stokstaartje genoemd. Deze hadden we nog nooit (in het wild) gezien. We wisten dat ze er zaten en dit keer hadden we dus geluk. De buffels en neushoorns hebben we later ook nog weer gezien. We kwamen ook allerlei andere dieren tegen, en vooral een aantal mooie vogels. Op het eind zagen we nog een specht op een boom. Welke specht het is weten we niet zeker, er zijn 3 spechtsoorten beschreven die veel op elkaar lijken (goudstaartspecht, bennett-specht en baarspecht). Waarschijnlijk is het een Bennett-specht. Ook zagen we veel kleine grijze roofvogels, uiteindelijk lukte het ook deze goed op de foto te krijgen. Het is een black-shouldered kite, oftewel een grijze wouw. Na het bestuderen van de foto’s is de conclusie in ieder geval dat deze camera inderdaad scherpere foto’s maakt. Het is nog wat wennen aan alle knoppen en instellingen, maar hopelijk kan ik volgende week weer veel mooie foto’s maken.

Hieronder een impressie van de dieren die we hebben gezien:

De koudste week van het jaar (tot nu toe)

Afgelopen maandag werd een maximum temperatuur van 13 graden afgegeven. Normaalgesproken betekent dat dat er bewolking is. En dat was inderdaad maandagmorgen het geval. Maar er viel op sommige plaatsen hier in de buurt ook sneeuw, en dat is zeldzaam. Zelfs in het centrum van Johannesburg viel sneeuw, dat was de eerste keer sinds 2012. Het was niet veel, het was net wit, maar voor hier is het heel bijzonder. En het was die dag ook echt koud, er stond een stevige wind die overal doorheen drong. We hadden die middag een vergadering, en iedereen zat met vest en jas in de vergaderzaal. Want verwarming kennen we niet echt.

Op plaatsen meer naar het oosten viel er wat meer sneeuw, zie hieronder een foto van ons kantoor in Bethal:

En daar bleef het niet bij die dag, ook ’s avonds regende het nog weer, en op sommige plaatsen was dat sneeuw. Pretoria ligt net wat lager en is daardoor net wat warmer. Daardoor bleef het bij ons tot regen beperkt.

En de afgelopen week kregen we meer problemen. Op woensdagochtend rond 7 uur viel de stroom weg. Thuis merkten we het niet direct, omdat we op de batterij blijven draaien. Maar er snel kwamen er berichten door dat een groot deel van Pretoria Oost zonder stroom zat. Wat bleek, er was een verdeelstation op een hoger niveau gesaboteerd (er waren kabels gestolen). En later kwam zelfs het bericht door dat er door de overvallers een bewaker doodgeschoten was. Omdat het een hoger niveau verdeelstation was, zou het wel even kunnen duren voor we weer stroom hadden. Onze batterij kan meer dan een dag aan, en bovendien hebben we 4 zonnepanelen die de batterij overdag weer opladen. Toen ik ’s avonds thuiskwam was de batterij dan ook nog helemaal vol. En gelukkig kwam ergens die nacht de stroom terug en konden we ook weer de wasmachine en vaatwasser laten draaien.

Op vrijdag kwam het volgende probleem. We hadden al een paar dagen daarvoor gehoord dat er problemen met de watervoorziening waren, maar het was niet zo duidelijk of we echt zonder water zouden komen. Maar vrijdag was het dus zover. In de loop van de dag, net toen de vaatwasser aanstond, kwam er geen water meer uit de kraan. De berichten die we vervolgens kregen waren volkomen onduidelijk. Het zou best een paar dagen kunnen duren voor we weer water zouden hebben. Er was een probleem met de pompen van Rand Water, de overheidsinstelling die het water levert aan de city of Tshwane, waar wij onder vallen. De reservoirs waren drooggevallen, dus dat zou best even kunnen duren. Toen ik ’s avonds echter naar de berichten keek van de city of Tshwane (op Twitter), leek het erop dat het reservoir waar wij van geleverd krijgen toch al weer redelijk gevuld was. Maar we moesten gewoon afwachten. Geen douche en weinig wassen. Het water voor de toiletten haalden we uit het zwembad. Drinkwater hadden we nog voldoende, nog ongeveer 70 liter.

Op zaterdagochtend bleek er echter weer water uit de kraan te komen, en was dus dit probleem ook weer grotendeels voorbij. Het begint nu wel regelmatig op te treden, dat we zonder water zitten. En met de loadshedding gaat het ook weer de verkeerde kant op. Hoorde ik de minister van elektriciteit (ja, er is een speciale minister voor de electriciteitsproblemen) op maandag nog verkondigen dat alles onder controle was (we hadden meestal stage 1-3 loadshedding), op maandagmiddag kwam alweer het bericht dat het stage 4 werd en later stage 6. En dat is min of meer zo gebleven tot nu toe.

Dat we geen water hebben betekent ook dat onze zonneboiler geen warm water meer heeft. Gelukkig kunnen we ook elektrisch verwarmen en hebben we deze dus handmatig het water weer laten verwarmen, zodat we vandaag weer kunnen douchen. Met alleen de zon zal het een paar dagen duren, omdat we midden in de winter zitten. Wanneer het water al een temperatuur van 40-45 graden heeft, kan de zon het nu net op temperatuur houden, maar nu was de watertemperatuur teruggelopen tot 16 graden.

Het was deze week ook zo koud dat ik mijn Nederlandse winterjas gebruikt hebt, die had ik hier nog nooit gebruikt, maar nu was het toch lekker om een warme jas aan te hebben. Overdag in de zon is het nog redelijk lekker, maar uit de zon of ’s avonds is het toch behoorlijk koud. Hier loopt de temperatuur tegen de ochtend terug tot net boven het vriespunt, op de boerderij echter daalt die tot onder het vriespunt.

En om een idee te geven hoe koud het is. Hier in huis is het 14-15 graden. Overdag loopt het 1 a 2 graden op, als het zonnig is. Een deel van de dag is het buiten in de zon lekker, maar in de schaduw blijft het frisjes. Binnen zitten we vaak met een deken en/of een kacheltje. Voeten van de vloer, want die is koud. Het duurt maar enkele weken, in augustus wordt het al weer iets aangenamer.

Voor mijn werk naar Kameroen (Juni 2023)

Samen met een aantal collega’s ben ik direct na onze vakantie weer vertrokken naar Kameroen. Mijn collega’s kwamen maandag al aan in Douala, maar door onze vakantie kon ik pas maandag vertrekken en er bleken slechts 2 goede mogelijkheden te zijn. Om 23 uur vertrekken naar Addis Abeba and vandaar naar Douala (met Ethiopian Airlines). Dan zou ik dinsdag om 11.30 uur aankomen. De andere mogelijkheid was naar Kigali (Rwanda) te vliegen met Rwandair en vandaar naar Douala. Die vlucht vertrok echter rond 4 uur ’s nachts, met een aankomst ongeveer gelijk in Douala. Ik besloot met Ethiopian te gaan, het was een iets schappelijker tijd om te vertrekken. Gelukkig werkten de computers van de douane op maandagavond (zie het vorige bericht), dus ik kon zonder grote wachttijden door de veiligheidscontrole en douane. De vlucht vertrok uiteindelijk iets te laat en kwam om 5.30 uur de volgende ochtend aan in Addis Abeba. Het was slechts een vlucht van 5,5 uur, waarbij je ook nog eerst eten geserveerd kreeg. De nacht was dus erg kort. Ik had een overstaptijd van ruim 3 uur, en uiteindelijk moest ik met honderden andere mensen (voor allerlei vluchten) wachten in een te kleine vertrekhal. Deze vlucht naar Douala was wel op tijd en we kwamen dan ook zonder vertraging aan in Douala. Douala ligt aan zee en is de grootste stad van Kameroen (maar niet de hoofdstad).

Ik had online vooraf al een visum aangevraagd (kosten 167 euro) en deze kon ik op het vliegveld dan ophalen. Zonder grote problemen kwam ik door alle controles (je vraagt je soms af wat iedereen nu controleert want je paspoort is meerdere keren bekeken). Bovendien werd een foto gemaakt en vingerafdrukken afgenomen van alle vingers. Buiten wachtte een chauffeur van onze lokale partner op mij om mij naar mijn collega’s te brengen. Ik vroeg hoe lang het rijden was en hij schatte het op 30 minuten. Uiteindelijk kwamen we 2 uur later aan bij mijn collega’s en moesten we onmiddellijk weer vertrekken. Onderweg hadden we 2 x een wegblokkade, waardoor we terug moesten en een andere weg moesten zoeken. De weg was soms enorm slecht, met vele gaten en kuilen. We moesten die middag nog naar YaoundĆ© rijden, op 230 km afstand (en dit is de hoofdstad van Kameroen). We vertrokken net na 2 uur en kwamen uiteindelijk rond half zeven aan bij ons hotel aldaar. De weg buiten de steden was redelijk goed, maar de vele vrachtauto’s op de weg hielden enorm op. En in ieder dorpje werd de auto omringd door straatverkopers die ons van alles probeerden te verkopen. De weg in de stad was soms abominabel slecht, met enorme kuilen. De weg was ook nog eens erg heuvelachtig, met aan beide kanten van de weg vaak oerwoud.

Die avond wilden we in het hotel eten, maar na een half uur hadden we nog zelfs geen menu gekregen en besloten we ergens anders te gaan eten. Hier werden we sneller bediend, het enige nadeel was dat het half open was en er dus muggen rondvlogen. Ik was wel begonnen met malariapillen, maar dat is geen 100% garantie dat je het niet krijgt. Het eten (ik had vis) smaakte echter goed en in plaats van aardappelen heb je hier banaan (bakbanaan).

De volgende ochtend gingen we op bezoek bij een overheidsinstituut, om te praten over onze maisrassen. De week ervoor had de regering echter besloten die woensdag een vrije dag te maken (offerfeest). We kwamen in een menigte feestgangers terecht, waardoor we behoorlijk wat oponthoud hadden. Gelukkig kon de ambtenaar die ons ontvangen zou begrip opbrengen voor de plotselinge verandering van de feestdag en kwam hij op zijn vrije dag toch naar het kantoor. Na deze ontmoeting zijn we nog naar een boer gereden die onze mais verbouwde. Het was Ć©Ć©n van de weinige boeren die een grotere oppervlakte mais teelde in Kameroen.

Daarna zijn we weer naar ons hotel gereden en hebben daar uiteindelijk dit keer wel gegeten. We hadden ons beklag gedaan en dat hielp duidelijk. De avond ervoor hadden we namelijk nog een complicatie aan het eind. Het bleek dat het betaalapparaat kapot was en we contant moesten betalen. Niemand had echter geld bij zich en we moesten daardoor eerst naar een geldautomaat om geld te tappen. Normaalgesproken betalen we namelijk altijd met de creditcard. In het hotel konden we alles bij onze kamerrekening laten toevoegen, en die konden we dan aan het eind met de creditcard betalen.

Donderdagochtend vertrokken we weer richting Douala, iedereen vloog vrijdag namelijk terug naar huis. Onderweg zijn we nog wel gestopt bij een maisverwerkingsfabriek. Deze was in 2021 door een Franse onderneming gebouwd en ze hadden nu grote hoeveelheden mais van goede kwaliteit nodig. Ze waren bezig met projecten met de lokale bevolking, om voldoende mais van goede kwaliteit te ontvangen. Dat is nog niet zo eenvoudig, want een normale boer heeft vaak maar enkele hectares mais. Uiteindelijk kwamen we rond 4 uur aan in ons hotel en hebben we weer in het hotel gegeten. Hier serveerde men verse vis, je kon zelf de vis uitkiezen. Dit is iets was we uit Zuid-Europa aan de kust ook kennen.

De volgende ochtend (vrijdag) moest ik weer terugvliegen naar huis, weer via Addis Abeba. Wij gingen op tijd naar het vliegveld, en na alle controles (volgens mij is mijn paspoort minstens 5 keer bekeken), kwamen we in een veel te kleine vertrekhal, waar we konden wachten. De vlucht vertrok een uur te laat, maar ik had voldoende speling in Addis Abeba. En vanuit Addis Abeba vertrokken we ook een uur te laat. Gelukkig was het wat minder druk in de vertrekhal aldaar. En vertraging was alleen maar goed. Ik zou om 4 uur ’s ochtends aankomen in Johannesburg. Uiteindelijk werd het half 5 en gelukkig werkten alle computers van de douane en stond ik binnen 20 minuten buiten. Ik besloot nog eerst op het vliegveld een kop koffie te drinken, ook al omdat het ’s nachts niet zo veilig op de weg is. Uiteindelijk vertrok ik net voor half zes en was in om 10 over zes in de ochtend thuis. Het begon net licht te worden. De nacht was erg kort geweest. We vertrokken rond half een, kregen weer eten geserveerd, wat ook nog eens uitliep door turbulentie. Ik had eigenlijk die nacht nauwelijks geslapen.

Kameroen is een voormalige Franse kolonie en dat kun je goed merken. Iedereen spreekt Frans en er zijn vele Franse gewoontes (zoals stokbrood). Maar, zoals ook mijn Franse collega zegt, ze hebben nooit gezorgd voor goed lokaal onderwijs of goed infrastructuur. Het grootste deel van de bevolking is arm. Gelukkig is voedsel vaak geen probleem, er is voldoende voorhanden. Het land zou zelfs veel meer zelf kunnen produceren, nu wordt nog veel geĆÆmporteerd, ook mais en tarwe. En dit komt deels zelfs uit Europa. Gezien het klimaat (tropisch) en het feit dan men 2 oogsten per jaar kan halen, zou men de landbouw moeten ontwikkelen en veel meer zelf kunnen produceren. Wij proberen daaraan mee te helpen door hoger opbrengende rassen te introduceren en de mensen te ondersteunen bij de maisteelt. Maar het is een langzaam proces. Om deze hogere opbrengsten te bereiken heb je wel kunstmest en insecticide nodig. Zonder insecticide wordt alles opgegeten door fall army worm (zoals in alle tropische en subtropische gebieden in de wereld, inclusief Zuid Afrika). En zonder bemesting kan geen gewas groeien. Wanneer je dus alleen zaad levert en de rest niet regelt, zal de boer altijd teleurgesteld zijn, want hij haalt deze hogere opbrengsten niet. De boer die we bezocht hebben teelde nu 70 ha mais, met kunstmest en 2 x insecticide. Hij haalde goede opbrengsten (met onze rassen) en zou een voorbeeld moeten zijn voor anderen.

Samen met mijn collega’s en de lokale partner (links)

Vakantie in Namibiƫ (juni 2023)

We wilden graag de landen in de buurt van Zuid-Afrika eens gaan verkennen en besloten daarom een rondreis in NamibiĆ© te boeken. Hierbij gaan we dan zelf met een 4×4 auto rondrijden, waarbij de overnachtingsadressen al vastliggen. De route is dan in principe zelf te kiezen. maar er is vaak een aanbevolen route. De rondreis was dus een self-drive, waarbij een met een huurauto 2 weken zijn rondgereden.

Wanneer je in Namibiƫ gaat rondrijden, weet je dat er maar weinig verharde weg is. Onze route ging inderdaad grotendeels over gravelwegen, maar de kwaliteit van de weg was vaak goed en bovendien zijn we regelmatig voertuigen tegengekomen die de wegen onderhouden, dus in tegenstelling tot Zuid Afrika vind er hier wel onderhoud van de onverharde wegen plaats.

Dag 1: Op zaterdagochtend 10 juni zijn we ’s ochtends vertrokken naar het vliegveld van Johannesburg voor een vlucht van 2 uur naar Windhoek, de hoofdstad van NamibiĆ«. Daar werden we opgewacht door de reisagent die onze reis verder georganiseerd had. We kregen onze auto overhandigd voor deze 2 weken en konden vervolgens naar het eerste hotel in Windhoek rijden (the Elegant Guesthouse). We hebben nog even boodschappen gedaan, zodat we de volgende dag wat spullen voor de lunch bij ons hadden. En we merkten hier ook het eerste verschil met Zuid-Afrika, de winkels sluiten vroeg op zaterdag en vele zijn op zondag ook niet open. Die avond zijn we naar een nabijgelegen restaurant wezen eten, bij een deel van de overnachtingen zat de avondmaaltijd ingesloten, maar in plaatsen waar meer restaurants waren, moesten we zelf op zoek naar eten. Bij iedere overnachting zat trouwens wel het ontbijt.

Dag 2: de volgende ochtend zijn we redelijk op tijd vertrokken voor onze eerste rit, deze ging naar de Kalahari woestijn, waar we zouden overnachten in een private game lodge (Camelthorn Kalahari Lodge). Vanaf Windhoek was het eerste belangrijke moment het passeren van de Steenbokskeerkring (tropic of capricorn). Dit is dus de plaats waar de zon op 21 juni elk jaar precies boven staat:

We passeren de Kreeftskeerkring (we rijden naar het zuiden)

We kwamen relatief vroeg bij de lodge aan en hebben daar nog even van het mooie weer genoten. Er werd een sundown gamedrive georganiseerd (tegen betaling) en daaraan hebben we dan ook meegedaan. Daarbij hebben we behoorlijk wat dieren gezien (waaronder neushoorns, die net gearriveerd waren), en natuurlijk de zonsondergang.

Zonsondergang in de Kalahari woestijn

Het eten voor Tineke was een andere uitdaging. Er was van tevoren door de reisorganisatie aan alle hotels doorgegeven dat Tineke glutenvrij eten nodig heeft. De eerste Lodge had echter in bijna alle gerechten kruiden met daarin gluten verwerkt gebruikt. Daar hadden ze niet naar gekeken. Uiteindelijk hebben ze apart voor Tineke vlees gebakken, maar ook van de rest kon ze niet echt veel eten. Vanaf dan hebben we ook overal gelijk bij aankomst overlegd over het eten en het gebruik van kruidenmengsels in het eten. En over het algemeen is het daarna relatief goed gegaan. Vele hadden zelfs glutenvrij brood voor Tineke, alhoewel de kwaliteit in een enkel geval slecht was.

Glutenvrij is echt iets dat totaal onbekend is hier, zelfs bij de luchtvaartmaatschappijen. Terwijl je bij de meeste westerse luchtvaartmaatschappijen kunt opgeven dat je glutenvrij, lactosevrij of diabeet bent, kun je hier alleen aangeven of je vegetarisch of halal wilt. Ik heb dan ook een klacht naar de luchtvaartmaatschappij gestuurd dat ze niet-medische diƫten wel verstrekken, maar de medische niet en ik dat een beetje vreemd vind.

Een impressie van de Sundown drive hieronder:

Dag 3: Deze dag moesten we verder rijden naar Fish River Canyon. Dit is na de Grand Canyon de grootste Canyon ter wereld. Wanneer je een navigatiesysteem de route laat berekenen, was het > 600 km. Maar de weg die ons aangegeven werd (we hadden ook een kaart met de route), zou het een stuk korter moeten kunnen. Deze weg hebben we dan ook gevolgd en het was dan slechts 430 km. Onderweg kwamen we ook nog langs het Quiver tree Forest, waar je tegen betaling kon gaan kijken. Deze Quiver bomen zien er dus zo uit:

En een eindje verder had je de Giants Playground, het blijkt een wandeling door grote rotsblokken:

Het tweede deel van de route was gravel, maar daar zouden we de komende dagen toch veel over rijden. Omdat we de volgende dag weer ver zouden moeten rijden, besloten we nog die middag naar de Canyon door te rijden. Onze lodge was namelijk 40 km voor de Canyon. De Canyon was mooi om te zien, en vergeleken met de Grand Canyon was het erg rustig (we hebben maar 4 auto’s gezien). Dat is trouwens sowieso overal in NamibiĆ«, je kunt soms lang rijden zonder iemand tegen te komen. Er wonen maar 2,5 miljoen mensen in een land dat 20 x groter dan Nederland is. Wat ook opvalt is dat iedereen Afrikaans spreekt, veel meer dan in Zuid Afrika ook.

Fish river canyon

De lodge die avond was Canyon Roadhouse en die lag in de middle of nowhere. En de eigenaar hield van oude auto’s:

Dag 4: rit naar LĆ¼deritz. LĆ¼deritz is een (Duits) plaatsje aan de kust en om er te komen moesten we ruim 100 km rechte weg (wel asfalt) door de Namib desert. Dit gebied is verder Sperrgebiet, omdat er diamanten gevonden zijn en nog gevonden worden. Je mag dus wel over de weg naar LĆ¼deritz, maar mag verder niet van de weg af.

De lange rechte weg door de Namib woestijn naar LĆ¼deritz (Sperrgebiet)

In LĆ¼deritz zouden we voor het eerst 2 nachten in een hotel blijven, en we moesten ook weer zelf voor het avondeten zorgen. Qua restaurants was er niet erg veel keuze, we hebben de 2 restaurants met de beste recensies gekozen voor de 2 avonden in LĆ¼deritz. We hebben na aankomst nog een wandeling gemaakt in het dorpje, maar er was niet echt veel te beleven.

Dag 5: in de ochtend hebben we een bezoek gebracht aan Kolmanskop. Dit dorpje staat een eindje buiten LĆ¼deritz in de woestijn en is gesticht nadat men daar diamanten had gevonden. Er woonden in de hoogtijdagen wellicht 200 mensen en was van alle luxe voorzien. Maar de diamanten waren snel op en daarna is het dorp in verval geraakt. Nu is het overgeleverd aan het zand en de wind en zijn de meeste huizen vervallen. We kregen een rondleiding van een gids die allerlei wetenswaardigheden over die tijd vertelde. Er was een Engelse en Duitse rondleiding. Wij besloten aan de Duitse deel te nemen, want dat waren maar een paar mensen. Hieronder wat impressies met foto’s:

Daarna zijn we richting het nabijgelegen natuurgebied aan de kust gereden en hebben daar op verschillende plaatsen rondgekeken. Daarbij spotten we onder andere flamingo’s, en zelfs Afrikaanse pinguĆÆns. De laatste zijn wel moeilijk te ontdekken, want het was op grote afstand op een nabijgelegen eiland. En er zijn 2 types flamingo’s die niet zo eenvoudig te onderscheiden zijn. We denken ze beide te hebben gezien (greater en lesser flamingo):

Op deze foto zijn de pinguĆÆns te zien, als je goed kijkt (midden van de foto)

Dag 6: na een dag in LĆ¼deritz moesten we de volgende dag weer een behoorlijk eind rijden, en wel naar de Sossusvlei. Dit is wellicht de bekendste plek van NamibiĆ«, door de kleurrijke duinen aldaar. Allereerst moesten we dezelfde lange rechte weg terug door de Namib woestijn, daarna ging het helemaal over gravelwegen naar de Sossusvlei. Onderweg kwamen we ook allerlei dieren tegen, waaronder de bat-eared fox en de Oryx. Oryxen kwamen we veel tegen, deze dieren zijn goed aangepast aan de droge omstandigheden in de woestijn. De roofvogel is een pale chanting goshawk (zanghavik):

De Sossusvlei was de eerste plaats waar we merkten dat het toeristisch was. Hier waren veel accommodaties en veel mensen. Wij hadden hier een huisje, en het was ’s middags in de zon erg warm met de weinige schaduw. De nachten koelden echter flink af. We kregen ons diner in de nabijgelegen Lodge en hier zaten we buiten te eten (buffet). Dat was behoorlijk fris.

ons huisje in Desert Camp bij de Sossusvlei

Dag 7: De volgende ochtend moesten we relatief vroeg op om de beroemde duinen te kunnen bezoeken. Dit is een beschermd gebied en de poort ging om half 8 open. Omdat het overdag erg warm wordt (30 graden), kun je het best ’s morgens na opening direct beginnen. De beroemde duinen liggen echter nog 60 km het park in. We kwamen daar rond half 9 aan (met vele anderen). Het laatste stuk is echt mul zand en hier kun je alleen met een 4×4 doorheen. Het was dan ook de eerste keer dat we de 4-wiel aandrijving gebruikt hebben en we kwamen zonder problemen bij de duinen aan. Hier hebben we rondgewandeld richting Dead Pan, en daarna zijn we ook de duinen omhoog gegaan. Dat was behoorlijk zwaar door het mulle zand (en later op de ochtend de temperatuur). Hieronder een impressie van wat we allemaal zagen:

En aan het eind zijn we nog even de nabijgelegen Sesriem Canyon ingelopen:

Dag 8: Deze dag hebben we weer een behoorlijk lange reis voor de boeg, we rijden naar Swakopmund. Dit plaatsje ligt aan de kust, dicht bij Walvisbaai. Het is vanaf Windhoek de dichtstbijzijnde kustplaats. En eromheen is het weer allemaal woestijn, zoals een groot deel van Namibiƫ. Omdat het aan de kust ligt, is het er echter koeler en daarom komen veel inwoners van Windhoek hier in de zomer (in Windhoek is het dan erg warm). We kwamen in Walvisbaai aan de kust en hier kwamen we gelijk een groot en modern winkelcentrum tegen. Dit was het eerste winkelcentrum dat we tegenkwamen na Windhoek. We hebben hier dan ook even een paar inkopen gedaan en zijn vervolgens langs de kust naar Swakopmund gereden:

In Swakopmund moesten we weer zelf naar een restaurant voor het diner. Hier waren echter voldoende mogelijkheden. We kozen Ocean Cellar uit en uiteindelijk was het het beste restaurant waar we gegeten hebben. We hoefden naast glutenvrij ook niets te zeggen, ze hadden zelfs glutenvrij brood, zonder dat we dus iets aangekondigd hadden. De volgende avond wilden we er weer eten, maar helaas was het toen vol. Het restaurant ernaast (Farmhouse deli) behoorde echter tot hetzelfde bedrijf en was ook goed (maar iets minder van kwaliteit).

Dag 9: Deze dag (zondag) hebben we ’s ochtends aan een living desert safari deelgenomen. Hierbij bracht een gids ons naar de nabijgelegen woestijn en liet ons allerlei dieren in de woestijn zijn. Het meest bijzondere dier dat we gezien hebben was wel de Namaqua Kameleon. Het was die ochtend mistig, koud en soms zelfs een beetje regenachtig. Dat was niet bevorderlijk om dieren te zien, zeker geen slangen (en die hebben we dan ook niet gezien). Deze dieren zijn aangepast aan de droge omstandigheden. Vaak maken ze ook gebruik van de ochtenddauw. De laatste keer dat men serieuze regen heeft gehad in Swakopmund was in 2011. Hieronder een impressie van deze safari:

Die middag scheen de zon weer en hebben we een strandwandeling gemaakt vanaf ons hotel:

Dag 10: Deze dag rijden we naar Damaraland, onze accommodatie is dit keer een tent bij Twijfelfontein Adventure Camp. Deze dag passeren we weer de Steenbokskeerkring, maar nu richting noorden. Er zijn 2 routes mogelijk, een kortere route die rechtstreeks naar de bestemming gaat, of een weg langs de Skeleton Coast (Skeleton Coast Park). We besluiten de langere weg te nemen en zorgen ervoor dat we volgetankt zijn en voldoende eten en water bij ons hebben (er wordt gewaarschuwd dat er onderweg niets is). Maar allereerst rijden we naar Cape Cross. Deze plaats is bekend vanwege de grote aantallen zeehonden daar. En dat klopt, er liggen echt duizenden zeehonden (met bijbehorende stank). We moeten bijna tussen de dieren doorlopen:

Daarna rijden we verder langs de kust en komen uiteindelijk bij de Ugab gate aan van het Skeleton Coast Park. Hier moeten we ons registreren, maar dit keer kost het niets, omdat we er aan de andere kant weer uitrijden. En inderdaad is het hier erg rustig en kom je bijna niemand tegen. Wel liggen er op het strand een paar (oude) scheepswrakken en komen we een aantal jakhalzen tegen:

Ergens onderweg eten we het meegenomen eten op. Het begint steeds harder te waaien en het zand begint behoorlijk te stuiven. Uiteindelijk komen we min of meer in een zandstorm terecht. Het zicht is slecht, gelukkig staan er paaltjes die de rand van de weg aangeven. Gelukkig komen we zonder kleerscheuren aan bij de poort om het park weer uit te gaan en wanneer we verder van de kust gaan, neemt de wind ook sterk af. De route is afwisselend, maar ook erg eenzaam:

En vanavond hebben we een tent om te slapen, wel met een gewoon bed, maar de ruimte is beperkt en de douche achter de tent is open van boven. En omdat het ’s nachts hard afkoelt, is het ’s ochtends koud om te douchen. We besluiten dus maar om ’s avonds te douchen. Nadat ik de auto voor de tent geparkeerd heb, kijk ik routinematig nog even naar de banden. Het valt me op dat de linker achterband wat zachter is. En later is deze nog zachter. Hij zal dus wel lek zijn. We hebben bij de auto 2 reservebanden meegekregen (omdat je toch regelmatig een lekke band kunt hebben op de gravelwegen). De eerste zit onder de auto (en is er lastig af te halen, is mijn ervaring. Wij hebben namelijk dezelfde auto dan ik thuis heb (een witte Toyota Fortuner, maar dan met 4-wiel aandrijving). De enige keer dat ik onderweg een lekke band had, had ik behoorlijk wat werk om deze eraf te krijgen. Maar onze tweede reserveband ligt los achterin, dus is makkelijk te gebruiken. Ik vraag of ze bij de lodge iemand hebben om de band te repareren. Dat blijkt het geval. Hij zal morgenochtend, wanneer wij een safari hebben, de band repareren. Naast het kamp ligt een grote rots en vandaar heb je een mooi uitzicht om de zonsondergang. Boven op de rots wordt er dan ook voor een drankje gezorgd om naar de zonsondergang te kijken:

Die avond eten we in het (open) restaurant van de lodge: Dit keer is het braaibuffet, zoals wel vaker. Voor Tineke is het dan altijd wat schipperen, want ze kan niet alles eten van het buffet. En inmiddels is haar standaard toetje fruitsalade, want eigenlijk bevat het toetje altijd gluten en in 9 van de 10 gevallen wordt haar dan fruitsalade aangeboden.

Dit is het overdekte, maar open restaurant

Dag 11: Deze dag gaan we met een safari mee op zoek naar desert adapted elephants. Maar eerst komt de man om de band te repareren. Hij haalt het wiel van de auto en probeert de band te repareren. Er verschijnt echter een ballon op de band en deze is dus niet meer bruikbaar. Daarom wordt de tweede reserveband gebruikt en hebben we nu nog 1 reserveband over. Ik heb nog contact met onze reisorganisator, maar aangezien we niet veel slechte wegen gaan hebben, kunnen we met 1 reservewiel toe, denkt men.

Rond 8 uur vertrekken we voor de safari. Onderweg komen we ook allerlei andere dieren tegen, en uiteindelijk na 2 uur vinden we ook de genoemde olifanten. Deze dieren leven allemaal in een drooggevallen rivierbedding, waar nog groene vegetatie is. Buiten deze rivierbedding is het vaak woestijn zonder veel vegetatie. De enige dieren die dan nog vaak tegenkomt zijn Oryxen. Hieronder een impressie van de safari:

Die middag willen we nog 2 rotsformaties bekijken (Burnt mountain en Organ Pipes), maar daar aangekomen ontdekken we dat men hiervoor 250 Nam. Dollars p.p. vraagt. Ze hebben alleen een hek geplaatst, geen enkele voorziening en het zijn gewoon een paar rotsen. We besluiten daarom om te keren, en later lees ik op Google Maps dat vele mensen dat voor ons gedaan hebben. We hebben dus maar wat gerelaxt die middag, want verder was er niet veel te beleven in de omgeving.

Dag 12: Deze dag gingen we op weg naar Etosha NP, een park dat volgens zeggen te vergelijken is met het Krugerpark. We komen rond de middag bij onze lodge voor die dag aan. De lodge ligt dicht bij de ingang van het park en op die manier kunnen we ’s middags al het park in. De lodge waar we verblijven (Etosha Safari Lodge) bestaat uit allemaal individuele huisjes met centrale voorzieningen. Gelukkig kunnen we al in ons huisje terecht om onze bagage daar te laten en na een lunch vertrekken we richting Etosha NP. De toegang tot het park is beter geregeld dan bij het Kruger, want we hoeven slechts een formulier in te vullen en kunnen daarna doorrijden naar het nabijgelegen restcamp, waar we kunnen betalen voor de toegang. Het tweede positieve punt is dat we gelijk voor 3 dagen kunnen betalen. In het Krugerpark moet je iedere dag opnieuw papieren invullen en de toegang betalen, wat relatief veel tijd kost. Maar we komen er al snel achter dat er ook nadelen zijn aan dit park. De voorzieningen zijn niet bepaald geweldig, in de shops is maar weinig verkrijgbaar en de toiletten buiten de restcamps zijn afgrijselijk. Iedereen doet zijn behoefte dan ook buiten de gebouwtjes die toiletten moeten heten (maar wel achter de hekken). Daarnaast zijn, buiten de hoofdweg door het park, de meeste wegen slecht, erg veel gaten en kuilen. En omdat het droog is, is er enorm veel (wit) stof. Etosha was oorspronkelijk een gigantisch meer, maar dat meer ligt al tientallen jaren droog. Die eerste middag maken we een rondje door een klein deel van het park. We zien geen leeuwen, luipaarden of cheetahs, maar wel een neushoorn. We zijn er nog niet over uit of het een white of een black rhino is (de verschillen zijn niet zo duidelijk en we zagen het beest in de verte). We hebben nog nooit een black rhino gezien, maar dat is dus nu nog niet duidelijk. Normaalgesproken heeft een black rhino een minder groot verschil in de hoorngrootte en is hij kleiner dan de white. Er zijn wat meer verschillen, maar dat is hier niet zo duidelijk. Black en white heeft trouwens niets met de kleur te maken, white is een verkeerde vertaling van het Afrikaanse wijd, de neushoorn heeft een bredere bek, en toen hebben ze de andere maar black genoemd, maar deze heeft dus een smallere bek. Dat kun je echter op onderstaande foto niet zien.

Is dit een white of een black rhino?

Een impressie van de dieren die we gezien hebben vind je hieronder:

Dag 13: Deze dag rijden we naar de oostkant van het park, waar we 2 dagen net buiten het park zullen overnachten in een private game reserve. Omdat de voorzieningen in het park slecht zijn, verblijft bijna iedereen buiten het park. De route is niet zo lang vandaag (200 km), maar gaat geheel door het park. We hopen vandaag wat meer dieren te zien, en natuurlijk het liefst ook leeuwen of andere katachtigen. En we hebben geluk vandaag, al vrij vroeg komen we 3 leeuwen tegen. Het is een moeder met 2 jonge leeuwen, die echter al redelijk groot zijn. Uiteindelijk komen we vlakbij de leeuwen en lopen ze bijna langs onze auto. En even later hebben we nog meer geluk, we zien 2 honey badgers (letterlijk vertaald honing dassen). Deze dieren zijn meer nachtdieren, maar we zien ze dus overdag op niet al te grote afstand lopen. We hebben er ooit 1 gezien in het Krugerpark, maar dat was slechts even. Nu houden we ze redelijk lang in ons zicht.

Die avond logeren we in een prachtige lodge, met een restaurant aan het water. We zijn een beetje bang voor de muggen (en de mogelijke malaria), maar uiteindelijk valt dat heel erg mee. Het eten is prima en glutenvrij wordt rekening mee gehouden.

Dag 14: Deze dag hebben kunnen we doorbrengen in het Etosha NP, maar eigenlijk vinden we het park een beetje tegenvallen in vergelijking met het Krugerpark. Die ochtend maken we weer een rit door het park, maar dan meer richting noorden. En ook deze keer hebben we weer geluk, al snel komen we weer 2 leeuwen tegen, maar deze keer is het wat verder weg en kunnen we niet veel mooie foto’s maken. Bij een toiletstop in het nabijgelegen restcamp komen we 2 Nederlanders tegen die met een camper van Bobo campers onderweg zijn. Wij hebben deze organisatie vorig jaar ook gebruikt bij onze campertocht door Zuid-Afrika. We hadden die ochtend al vele campers gezien van Bobo, en nu blijkt dat zij met een ANWB groepsreis vanaf Kaapstad vertrokken zijn en door Zuid-Afrika, NamibiĆ« en Botswana reizen. In totaal een reis van 49 dagen. Ze hebben toeristische en technische begeleiding, vooral de technische lijkt me nodig, gezien het feit dat je veel over gravelwegen rijdt en de campers daar niet echt op berekend zijn. Ze eindigen in Johannesburg, na ook nog naar het Krugerpark te zijn geweest. In het restcamp komen we ook een grote groep banded mongoose en go-away birds (Loerie) tegen.

We maken nog een rondje door het park en hebben veel geluk. We zien in de verte 2 dieren aankomen en het blijken 2 cheetahs te zijn. We zijn de eerste die ze zien en ze komen onze kant op. Uiteindelijk passeren ze de weg vlak voor ons en kunnen we veel foto’s van dichtbij maken.

De middag brengen we deels door bij de lodge, ook al omdat ik ’s middags nog een online bijeenkomst moet bijwonen (de enige tijdens de vakantie). Voor later op de middag hebben we weer een sundowner safari geboekt in het private game reserve waar we verblijven. In de game reserve zijn ook leeuwen, dus die willen we wel zien. En bij het meertje bij de lodge komen de dieren ook langs, een impressie van de dieren de we daar hebben gezien hieronder:

Tijdens de sundown safari gaan we op zoek naar de leeuwen, maar het duurt even voor ze gevonden worden. Onderweg komen we andere dieren tegen, waaronder de damara dik-dik, de kleinste antilope, een gier en een uil. Uiteindelijk vinden we toch de leeuwen, maar daardoor missen we de zonsondergang. En net als bij de vorige sundowner krijgen we een drankje en hapje geserveerd bij het kijken naar de zonsondergang (maar de zon was dus al onder):

Een drankje en een hapje bij de zonsondergang

Hieronder een impressie van de dieren die we voor de zonsondergang hebben gezien:

Dag 15: Deze dag rijden we weer richting Windhoek. We hebben nog 1 overnachting onderweg, op de oudste wild boerderij in NamibiĆ« (Otjiwa Safari Lodge). Daar kunnen we ook een nacht safari maken, dus dat is ons plan. We moeten vandaag ruim 300 km rijden, dus niet zo ver. Bovendien is de weg vanaf nu weer asfalt. Dat betekent dat we al rond de middag aankomen bij de lodge en daar dan ook de lunch gebruiken. We kunnen er ook een wandeling maken rond een meer (dam) en daarbij zien we allerlei dieren en vogels, waaronder een visarend, flamingo’s en een pelikaan. Ook zien we voor het eerst warthogs, terwijl we vaak verkeersborden hebben gezien die daarvoor waarschuwen:

Een impressie van de dieren op de boerderij vind je hieronder:

Die avond nemen we dan deel aan een nachtsafari. Deze vertrok om 20 uur (toen was het al lang pikdonker). Er waren 2 gidsen, de eerste reed de auto, de tweede gebruikte een sterke zoeklamp om proberen dieren te spotten. We kwamen wel allerlei dieren tegen, maar de meeste hadden we overdag ook al gezien (waaronder de Damara dik-dik). We zagen ook een uil, maar helaas heb ik daarvan geen goede foto kunnen maken. Maar uiteindelijk kwamen we toch een heel bijzonder dier tegen, een Aardvark. Dit is een echt nachtdier en het was 2 jaar geleden dat ze deze gespot hadden. Hij liep bovendien vlak bij de auto, dus ik kon nog een redelijk goede foto maken:

Dag 16: Dit is onze laatste dag in NamibiĆ«. We rijden terug naar Windhoek (nog ruim 200 km) en vliegen dan rond 18 uur terug naar Johannesburg. Omdat de vlucht pas ’s avonds is, en Tineke geen eten krijgt in het vliegtuig, besluiten we de lunch in een restaurant in Windhoek te gebruiken. De eerste avond in NamibiĆ« waren we ook in een Portugees restaurant geweest, maar dat was niet echt geweldig. We besloten daarom het best aangeschreven restaurant te bezoeken, alhoewel de naam wellicht iets anders doet vermoeden: Joe’s beerhouse. Het restaurant had een aparte inrichting, met heel veel oude gereedschappen aan de wanden. Maar het eten was goed, beter dan het Portugese restaurant eerder. Daarna zijn we naar onze het gebouw van onze reisorganisator gereden en hebben daar de auto ingeleverd. Omdat we vroeg waren, hebben we daar nog een tijdje zitten wachten. En rond 3 uur heeft iemand ons naar het vliegveld in Windhoek gebracht. Dat was nog 45 minuten rijden. De formaliteiten op het vliegveld waren snel afgehandeld, waarna we weer konden wachten op het boarden van het vliegtuig. We kwamen uiteindelijk mooi vroeg in Johannesburg aan (rond 8 uur), maar toen begon de ellende. Het bleek dat de computers van de douane niet werkten en alles met de hand geregistreerd moest worden. Er stond een rij van ongeveer 200 mensen voor ons, en na ons na een uur wellicht evenveel. En eerst zat er totaal geen schot in de rij. Dat kwam ook omdat men slechts met 3 personen aan het registreren was. Dat was wellicht een grotere bottle neck dan de computer. En volgens de man van de douane was het al een maand zo, maar het zou morgen opgelost zijn (waarom?). Na ongeveer 2 uur echter bleken de computers opeens weer te werken en ging het een stuk sneller. Uiteindelijk waren we 2,5 uur later door de douane en konden we op zoek naar onze koffer. Rond kwart voor elf reden we uiteindelijk weg van het vliegveld, zodat we rond half 12 ’s avonds bij ons huis in Pretoria aankwamen. Ik hoopte dat de computers bleven werken, want morgenavond zou ik weer voor mijn werk naar Kameroen vertrekken.

De organisatie van de rondreis in NamibiĆ« was goed geregeld door de organisator, Namibia Tours & safari’s (https://www.namibia-tours-safaris.com/). Via een speciale app hadden ze ons dagelijkse programma uitgeschreven met allerlei extra informatie, reistijd, e.d. De vlucht hebben we zelf geregeld, direct bij Airlink. Het eten in de lodges is uiteindelijk meegevallen, alleen de tweede avond was een beetje behelpen voor Tineke. En ze heeft voldoende fruitsalade gegeten, dat was bijna iedere avond het toetje. Het mooist vonden we allebei de Sossusvlei, met al de kleurrijke duinen. In de zomer is het hier erg warm, maar nu was het in de ochtend goed te doen. Etosha NP viel eigenlijk een beetje tegen, vooral door de slechte voorzieningen, de slechte wegen en het stof. Het grote verschil met het Krugerpark is ook dat je hier geen massa’s impala’s tegenkomt, maar springbokken. En dan ook de gemsbokken (Oryx). In de droge woestijn zijn de gemsbokken en springbokken vaak het enige wat je ziet. De temperaturen waren over het algemeen goed, waarbij het overdag vaak tussen de 25 en 30 graden was. De nachten waren soms fris, met af en toe temperaturen een paar graden boven het vriespunt. Alleen aan de kust was het kouder, rond de 20 graden, maar de nachten waren daar weer minder koud. In Etosha werd het overdag rond de 30 graden, zelfs midden in de winter. We hadden alleen die ene ochtend in Swakopmund mist/bewolking en een beetje neerslag. Toen was het ook koud (voor onze begrippen). Verder hadden we vooral zon en die was nog lekker warm.

De totale route zag er zo uit op Google Maps:

Voor ons was de lokale munt eenvoudig, want Namibiƫ heeft nauwe banden met Zuid Afrika en de Namibische Dollar is 1 op 1 gelijk aan de Zuid-Afrikaanse Rand. Je kunt dus ook zonder problemen met Zuid-Afrikaanse rand betalen. Wij konden ook onze Zuid-Afrikaanse bankkaart gebruiken, maar wel verloren we dan 2% aan de bank (koersopslag).

NamibiĆ« is van oorsprong een Duitse kolonie en dat zie je nog in vele zaken terug (o.a. namen). Na de eerste wereldoorlog werd het min of meer onderdeel van Zuid-Afrika, en na de tweede wereldoorlog zelfs officieel. Uiteindelijk werd het onafhankelijk van Zuid-Afrika in 1990. De wegen zijn duidelijk beter dan in Zuid-Afrika en de veiligheid lijkt beter dan in Zuid-Afrika. Maar er wonen natuurlijk ook wel erg weinig mensen in zo’n groot land.

Meestal besluiten we al min of meer tijdens onze vakantie waar we de volgende keer op vakantie gaan. Deze rondrit/safari is ons goed bevallen en we denken er nu over volgend jaar naar Botswana te gaan. Voor ons is het iets dichterbij, we zouden zelfs met de auto vanaf hier kunnen rijden (de grens is 3 uur rijden). Maar de mooiste plaatsen zijn meer in het noorden, dus we bekijken nog wat we gaan doen. Het wordt waarschijnlijk weer juni, want dat komt mij het beste uit met het werk.

Het weer is van slag hier

Normaalgesproken wordt het hier vanaf mei droog en zonnig. De temperaturen dalen (vooral in de nacht), maar overdag is het dan zonnig en in de zon is het lekker. Dit jaar echter is dat niet zo.

Op zondag 8 en maandag 9 mei hebben we behoorlijk wat regen gehad, ruim 40 mm en de week die volgde was deels bewolkt. Normaalgesproken warmt de zon in mei alles nog redelijk op, maar door de bewolking en regen dit jaar niet. De nachten zijn fris, en overdag komt de temperatuur maar net tot 20 graden. Dat is voor hier fris.

De afgelopen week was zo mogelijk nog natter. We kregen bijna iedere nacht regen (en onweer) en overdag vaak redelijk wat bewolking. Dat betekent dat we nu in Mei al 120 mm regen hebben gehad, terwijl het normaalgesproken minder dan 10 mm is. Pas gisteren en vandaag is het weer zonnig, maar de regen heeft alles behoorlijk laten afkoelen. De temperatuur komt niet meer tot 25 graden, terwijl dat voorgaande jaren in mei nog wel zo was. Door de heldere nachten nu koelt het ook flink af, afgelopen nacht was het 5 graden. Het voordeel daarvan is dat het lekker slaapt onder een dekbed. Een groot deel van het jaar is een dekbed te warm, maar nu niet meer.

De verwachtingen voor de komende week zijn droog, dus hopelijk blijft het droog nu. Wanneer de zon schijnt (en dat doet deze gelukkig weer meestal), warmt het nog redelijk op, maar bij bewolking blijft de temperatuur net onder de 20 graden steken.

Vanmorgen waren we even in de Superspar hier vlakbij. Daar hebben ze vaak een aantal Nederlandse producten. Dit keer hadden ze weer koffiemelk, dus voorlopig kan ik weer koffie met Nederlandse koffiemelk drinken. Ook hadden ze blikken erwtensoep van Gwoon. Dus vanmiddag hebben we bij de lunch een lekkere kop erwtensoep gegeten. De meeste ingrediƫnten van erwtensoep kun je hier ook wel kopen, maar wij vinden knolselderij redelijk essentieel en dat kent men hier niet. Daarom hebben we het nog niet zelf gemaakt alhier.

Het blik erwtensoep van Gwoon

De komende weken worden de dagen nog steeds korter, over ruim 4 weken is het kortste dag hier. De temperaturen gaan vooral ’s nachts nog wat verder omlaag, maar hier in Pretoria vriest het meestal net niet. Op de boerderij in Bapsfontein (die 300 meter hoger ligt), vriest het echter vaak wel. We hebben nu daar nog maar 1 x nachtvorst gehad, maar dat zal de komende weken wel vaker gebeuren. Overdag loopt de temperatuur dan echter weer snel op tot meestal tegen de 20 graden. Binnen in huis of op kantoor warmt het echter niet meer op en blijft het vaak fris. Op kantoor heb ik een klein kacheltje om mijn benen en voeten een beetje warm te houden, thuis zitten we met een deken op de bank en hebben soms nog een kacheltje aan.

Over 3 weken gaan wij op vakantie naar NamibiĆ«. We hebben een individuele reis met een 4 x 4 Fortuner geboekt, waarbij we overnachten in lodges. We hoeven dus ’s avonds zelf geen eten te koken. Het is altijd een beetje afwachten hoe dat met glutenvrij gaat, maar we hebben via de reisorganisatie alle lodges vooraf geĆÆnformeerd, dus hopelijk kunnen ze iets organiseren. De reis duurt in totaal 2 weken, waarbij we vanuit Windhoek naar het zuiden rijden en dan weer langs de kust terug naar het noorden. De laatste dagen zijn we dan in Etosha, een beroemd nationaal park in NamibiĆ« (https://etoshanationalpark.co.za/). NamibiĆ« is erg dun bevolkt, dus je moet wat beter plannen om eten en brandstof te kopen. Bij brandstof wordt aangeraden om te vullen bij de eerste mogelijkheid, wanneer de meter nog halfvol aangeeft. De week na de vakantie ga ik een paar dagen naar Kameroen, daar willen we ook zaken gaan opstarten. We zouden eerst een week naar Europa gaan, voor een vergadering, maar de vergadering is uitgesteld tot volgend jaar, dus gaan we voorlopig nog niet naar Nederland. Ons eerstvolgende bezoek is eind september/begin oktober gepland. Maar eerst komen de jongens nog in de tweede helft van augustus en gaan we weer een aantal dagen naar het Krugerpark.

Drukke weken met proefveldbezoeken

We zijn op dit moment net voor de oogst van de mais en het is daardoor druk met proefveldbezoek. Het eerste bezoek begon direct na onze vakantie in de Westkaap. We kwamen maandagavond terug thuis en dinsdagochtend ben ik vroeg vertrokken voor bezoek aan de proefvelden in het oostelijk teeltgebied van de mais. We verdelen de teeltgebieden van de mais in 3 gebieden: oost, west en irrigatie. Het oostelijk deel ontvangt normaalgesproken meer regen dan het westen en de irrigatie heeft ‘onbeperkt’ regen.

Deze eerste week waren er ook collega’s uit Europa en Zuid-Amerika present. Bovendien zou ik die week ook met een aantal van deze collega’s naar Zimbabwe gaan om onze partner SeedCo daar te bezoeken. Proefveldbezoek betekent over het algemeen veel rijden over soms slechte en/of onverharde wegen. De eerste dag zijn we via proefvelden in Bethlehem naar Vryheid gereden. De route was lang en het laatste deel van de route was over slechte wegen, terwijl het donker begon te worden. Er was veel vrachtverkeer en inhalen was vaak lastig. We waren dan ook blij dat we in het hotel kwamen. Die avond moesten we bij weinig licht eten, want tijdens het eten was het loadshedding en had men slechts een paar kleine lampjes aan. De volgende dag hebben we het proefveld in Vryheid bekeken, waarna ik met 2 collega’s koers zette terug naar het vliegveld in Johannesburg. Dat was een route van minimaal 4 uur, en uiteindelijk voerde de route ons bijna helemaal via lokale wegen naar Johannesburg. Ik gebruik eigenlijk altijd Google maps voor de route en over het algemeen gaat dat goed. Die avond zijn we dan van Johannesburg naar Harare gevlogen, Harare is de hoofdstad van Zimbabwe en hier is SeedCo gevestigd. Het is een vlucht van net geen 2 uur. Bij aankomst kun je als Europeaan tegen betaling (30 USD) een visum kopen. Je hoeft dus niet vooraf een visum te regelen. De enige uitzondering zijn de britten, zij betalen een dubbel tarief, als ex-kolonie.

In Zimbabwe hebben we op donderdag het station bekeken, en de diverse gewassen en proefvelden. De electriciteitsproblemen in Zimbabwe zijn nog groter dan in Zuid-Afrika. Hier is van 5 uur ’s ochtends to 9 uur ’s avonds geen elektriciteit. Het hotel had gelukkig een generator en daardoor hadden we er weinig last van. Door de slechte economie van Zimbabwe is er een gierende inflatie (>`100%) en bestaat er nauwelijks een lokale munt. Je kunt het best US dollars gebruiken om iets te betalen. Samen met ArgentiniĆ« strijdt Zimbabwe momenteel om de eerste plaats voor hoogste inflatie. De wegen in Zimbabwe zijn over het algemeen ook slecht, wellicht nog slechter dan in Zuid-Afrika. Vrijdagmiddag zijn we dan teruggevlogen naar Zuid-Afrika en zijn mijn collega’s weer richting huis vertrokken.

De week erop hadden we weer een proefveldbezoek van de mais in het oostelijk deel van het land met onze verkoop mensen. En tegelijkertijd was er een bezoek van de zonnebloem proefvelden met de veredelaar uit Argentiniƫ. Ik heb dus deels mais en deels zonnebloem proefvelden bekeken. Voor de zonnebloem zijn we ook meer richting westen getrokken. De terugweg naar huis ging dan deels over bijzonder slechte wegen. En het laatste deel van de zonnebloem proefvelden was ten noorden van Pretoria en bezochten we op zaterdagochtend. Daarbij reden we nog door een natuurreservaat, waarbij we een grote groep Marabou Stork (Ooievaars) zagen zitten.

De derde week stond in het teken van de irrigatie proefvelden. Dit gebied is voornamelijk geconcentreerd rond 2 grote rivieren, de Oranjerivier en de Vaalrivier. Deze komen samen in de Noordkaap en daar liggen dan ook al onze proefvelden in dit gebied. Het is een behoorlijke afstand vanaf Pretoria, dus terwijl we vertrokken rond 6 uur in de ochtend, kwamen we pas rond 2 uur bij het eerste proefveld aan. Vervolgens hebben we 5 proefvelden bezocht om maandag en dinsdag en hoefden we woensdag alleen maar terug te rijden naar huis. Dit kostte echter min of meer de hele dag, ook al omdat we via ons station in Potchefstroom wilden rijden. Normaalgesproken hebben in dit gebied de hoogste opbrengsten, tot 20 ton droge korrelmais per hectare. Maar dit jaar is alles anders. Door de vele loadshedding konden de boeren niet voldoende water geven en was de opbrengst slechts 50% van normaal. En dit bij gelijkblijvende kosten, dus deze boeren zullen hier geen winst maken. Dit gebied kenmerkt zicht trouwens ook door jaarrond teelt. In de zomer staat er mais, in de winter tarwe. Men oogst dus 2 x per jaar.

De vierde week hebben we dan proefvelden in het westen bezocht. Normaal is dit een droger klimaat en zijn de opbrengsten daardoor lager. Dit jaar is het echter niet overal droog en daardoor zijn de opbrengsten in sommige streken erg goed. We hebben hier in 3 dagen een redelijk aantal velden bezocht, en op vrijdag ben ik weer via Potchefstroom teruggereden. En in de hotels is het altijd een verrassing hoe het is met de loadshedding. Sommige hebben voorzieningen, andere nagenoeg niet. Inmiddels ben ik daaraan gewend en heb ik altijd een zaklamp bij me. En het avondeten is meestal een braai, die door mijn Zuid-Afrikaanse collega’s verzorgd wordt. En de hotels zijn soms prima, maar ook soms zeer fotogeniek. Het kamers in het hotel op woensdagvond waren fotogeniek. Het was helemaal antiek ingericht, en echt op zijn Engels. We konden er geen avondeten krijgen, dus we moesten naar het dorp op 12 km afstand. En hier aten we in een echt boerencafĆ©. De eigenaresse was een vrouw van 74 die ook ons ontbijt verzorgde. En omdat er op dat moment geen elektriciteit was, zaten we bij kaarslicht te ontbijten. De route op donderdagmiddag/avond naar het hotel was uitputtend. Ik volgde mijn collega’s, ik had geen idee waar ik was en waar het hotel was. Maar de weg was bijzonder slecht, soms moest je door de berm rijden omdat de weg zelf te veel gaten bevatte. Mijn collega’s zijn daar meer aan gewend dan ik en op een gegeven moment was ik ze nagenoeg uit het oog verloren, terwijl het donker begon te worden. Ik zag nog wat lichtjes een kilometer voor mij, maar had geen idee of dit mijn collega was. Dus ik heb maar even gebeld om ze te laten stoppen. En gelukkig was inderdaad de auto voor mij een collega. De rest van de route heb ik hen verder kunnen volgen, maar bij aankomst was ik redelijk moe van deze inspannende route. Wel was ik een keer bijna de verkeerde weghelft opgereden (men rijdt hier links dus). Dat gebeurt me niet vaak meer, maar ik zag ineens auto’s op me afkomen en kon achteruit gelukkig weer terug. Het was een overzichtelijk punt en dat was natuurlijk mede de oorzaak.

De belangrijkste teeltgebieden van mais in Zuid-Afrika

Deze slechte wegen is wel iets waar ik mij soms over verbaas. Want het ene dorp ziet er redelijk opgeruimd uit, met redelijke wegen in het dorp zelf. Andere dorpen zijn echt chaos, met veel rommel langs de weg en enorme gaten in het wegdek. Dat ligt dus echt aan het lokale bestuur (en wellicht corruptie).

We hadden ook nog een bijzondere vondst op Ć©Ć©n van de velden, je kunt een maisplant ook gebruiken als steun voor een nest:

We denken dat het de eitjes van een tortelduif zijn

Het laatste veld tijdens deze tour had trouwens nog een bijzonder eind. We waren nog bezig met waarnemingen te doen, toen we een vliegtuigje dichterbij hoorden komen. Er wordt hier nog regelmatig gespoten met een vliegtuigje (in Nederland is dat al lang verboden vanwege de onnauwkeurigheid). En voor we het wisten was hij het veld waar wij bezig waren aan het spuiten, een paar voelden zelfs de druppels neerdalen (ikzelf rook alleen dat er wat gespoten was). We zijn daarop snel het veld uitgegaan, voor hij zijn volgende ronde zou spuiten. Onze auto’s stonden voor aan het veld, maar de piloot had er blijkbaar lak aan dat er mensen in het veld liepen. Hij kon ons zelfs zien staan (zo laag vloog hij over het veld), maar hij ging dus gewoon door. We zijn daarom maar gestopt en weggereden. We denken dat hij tegen het onkruid spoot, iets anders kunnen we ons niet voorstellen.

Op de weg terug zag ik ook nog een heleboel flamingo’s bij een meer. Het meer zag min of meer roze. Dit was vlak bij Bultfontein. Er zijn een paar plaatsen in Zuid-Afrika waar veel flamingo’s zitten, en dit is er dus Ć©Ć©n van.

Komende week is de laatste week van deze proefveldbezoeken. We gaan weer naar het westen, maar nu met verkoopmensen. En ik ga nog met wat collega’s naar sorghum proefvelden kijken. Daarna wordt het rustiger, terwijl we mogelijk komende week met de oogst van de mais gaan beginnen. De oogst van soya is al in volle gang en is wellicht snel afgelopen. Door omstandigheden heb ik geen soya proefvelden bekeken, behalve de velden op onze boerderijen zelf.

Dit betekent dan het einde van 5 drukke weken, met veel kilometers en veel hotelovernachtingen. Ik weet ook weer waarom we grote en stevige auto’s rijden, een normale auto zou dergelijke wegen niet zomaar overleven. We hebben tot nu toe maar 1 x een lekke band gehad (met alle auto’s samen). Ik sta er echt versteld van hoe probleemloos onze Toyota ’s deze wegen overleven. Het zijn niet de meest comfortabele auto’s, maar wel bijzonder stevig gebouwd.

Bezoek aan het Krugerpark, april 2023

In Zuid-Afrika is zowel 27 april als 1 mei een vrije dag (Freedom Day and Labour Day). Dit viel op een donderdag en maandag, dus bijna iedereen had een lang weekend vrij. Wij realiseerden ons dat pas eind Februari en besloten toen nog accommodatie in het Krugerpark te proberen te reserveren. Dit bleek vrij lastig, maar uiteindelijk konden we nog 3 nachten reserveren, van vrijdag tot maandag. De eerste nacht verbleven we in Lower Sabie Restcamp, de andere 2 nachten in Berg en Dal Restcamp. In Berg en Dal hadden we al eerder overnacht, in Lower Sabie nog niet.

We vertrokken die vrijdagochtend 28 april rond 6 uur vanaf ons huis in Pretoria. De reis verliep bijzonder vlot en net na 10 uur waren we bij Malelane Gate, de dichtstbijzijnde ingang voor ons van het Krugerpark. Hier was het echter druk, waardoor we bijna een half uur nodig hadden om binnen te komen.

Op de informatie over het Krugerpark hadden we al gelezen dat de weg van Lower Sabie naar Skukuza, langs de Sabie rivier, afgesloten was. Dit alles was het gevolg van de overstromingen eind januari (cycloon Fredy). Deze overstromingen hadden een aantal bruggen behoorlijk beschadigd en die moesten hersteld worden. Aangezien dit een belangrijke doorgangsweg in het park is, moesten we een behoorlijk eind omrijden om toch bij Lower Sabie te komen. Onderweg kwamen we de gebruikelijke dieren tegen, inclusief neushoorns. Helaas geen luipaarden, cheetahs of leeuwen. Echter dat veranderde op het laatste stuk. Hier zagen we 2 x leeuwen en een hyena.

Een van de leeuwen die we onderweg zagen

De volgende ochtend hebben we een vroege safari gedaan (vertrek 6 uur), daarbij was het eerst nogal mistig en kon je maar weinig zien. Helaas zagen tijdens deze rondrit niet veel bijzonders, ook al werd het zicht steeds beter. Na het ontbijt bij ons huisje zijn we dan vertrokken naar Berg en Dal. Aangezien de hoofdweg afgesloten was, moesten we een lang stuk via zandwegen rijden. Ook nu kwamen we weer neushoorns en leeuwen tegen, maar geen luipaarden of cheetahs.

Onderweg kwamen we allerlei mooie vogels tegen, zoals bijvoorbeeld verschillende ooievaars. Ook de gewone ooievaar zoals in Nederland kom je trouwens soms tegen.

Ook een aantal andere vogels waren mooi om te zien (en dit zijn ze niet allemaal):

Na aankomst in Berg en Dal Restcamp gingen we, zoals iedere avond, weer braaien. Echter toen het vuur bijna klaar was, begon het te onweren en regenen en moesten we binnen het vlees in de pan bakken. Het regende en onweerde te hard om nog buiten te zijn.

De volgende ochtend was het weer droog en gingen we weer voor een vroege safari voor het ontbijt. Ook dit keer waren we niet bijzonder succesvol. Na het ontbijt hebben we weer een grotere ronde gemaakt, waarbij we via Pretoriuskop en Skukuza weer terug naar huis reden. Onderweg kwamen we bij ‘Lake Panic’ langs, een bird hide de bekend staat om de vele vogels. Hier hebben we onder andere de Malachite Kingfisher gezien van de foto hierboven. Ook de Pied Kingfisher hebben we gezien, alleen was deze een beetje ver weg. Je mag deze proberen te vinden op de foto hieronder:

En ook bij Lake Panic: een rood insect:

Wanneer je meer op de vogels gaat letten, zie je ook hoeveel verschillende soorten vogels er zijn. Zie ook de foto hieronder, met 3 grote vogels op 1 plaatje:

Lepelaar, yellow-billed stork (ooievaar) en grey heron (reiger) in Ć©Ć©n plaatje

Ook zijn er vogels die het nijlpaard als plateau gebruiken:

Grey heron (reiger) op een nijlpaard

Wat ook opviel deze keer is het aantal schildpadden dat we tegenkwamen (en dit zijn niet meerdere foto’s van 1 schildpad):

Bij Skukuza gaan we altijd op zoek naar reptielen en vleermuizen:

De laatste avond in Berg en Dal gingen we natuurlijk weer braaien. Even leek het weer te gaan regenen, maar gelukkig waren het deze keer maar een paar druppels en konden we gewoon braaien.

De volgende ochtend wilden we nog een safari richting Crocodile Bridge maken (dat kost ongeveer 2-3 uur), maar bij de auto kregen we een verassing, lekke band. De auto is uitgerust met een thuisbrenger, dus we moesten op zoek naar iemand die de band kon repareren, de rit naar huis (bijna 400 km) is te ver voor een thuisbrenger. Ik heb de band gewisseld en ben eerst in het kamp bij het tankstation gaan informeren. Het bleek dat we naar Malelane buiten het park moesten om de band te laten repareren. Gelukkig is dit niet erg ver, het kamp ligt dicht bij de poort. We zijn dus maar direct het park uitgegaan, het leek ons geen goed idee met een thuisbrenger over onverharde wegen te rijden. Zodoende waren we net na 8 uur al het park uit en op weg naar Malelane. Bij het tankstation vroeg ik waar de band kon worden gerepareerd. Het was namelijk een vrije dag in Zuid-Afrika, dus ik wist niet wat open was. Ze boden gelijk aan zelf de band te repareren en uiteindelijk deden ze dit kosteloos. Het gebeurde helemaal met de hand. Er zat een schroefje in de band, die eruit halen en het gat dichtmaken was genoeg om de band weer te kunnen gebruiken. Na het weer terugzetten van de normale band zijn we dan ook zonder problemen naar huis gereden, waar we net voor 1 uur aankwamen. Onderweg was het al druk, maar we hadden uiteindelijk weinig oponthoud. Dit gaf ons ook de tijd die middag nog een wandeling te maken, na bijna 4 dagen in de auto te hebben gezeten.

Hieronder nog een selectie uit de andere foto’s die we gemaakt hebben:

Waar we bij ons vorige bezoek in december medicatie voor malaria-preventie genomen hebben, deden we dat nu niet. Normaalgesproken is het in de winter niet nodig. We zitten nu net op de overgang naar de winter, dus het blijft altijd een vraagteken. De temperatuur was bij aankomst vrijdag en zaterdag nog ruim boven de 30 graden. Zondag en maandag was het iets frisser, maar nog altijd boven de 25 graden. We hebben ons echter goed ingesmeerd met deet (vooral ’s avonds) en in het huisje draaide de airco en hadden we een muggenstekker aan. We hebben geen muggen opgemerkt, maar dat zegt natuurlijk niet alles. De meningen over wel of geen malaria preventie lopen uiteen, ook al omdat de medicatie geen 100% preventie betekent. Gelukkig hebben we beide niet gereageerd op de medicatie en kunnen we wat dat betreft gewoon de medicatie gebruiken. Bij mijn bezoek aan Congo enkele weken geleden heb ik ook deze medicatie gebruikt. Je moet dan echter vrij lang medicatie slikken, je begint 1 of 2 dagen voor het bezoek en na afloop slik je nog 7 dagen door. Het is een vrij klein pilletje dat wij altijd na het avondeten innamen.

We hebben tijdens dit bezoek dus enkele keren neushoorns en leeuwen gezien, maar dit keer geen luipaarden of cheetahs. Vorig jaar waren we hetzelfde weekend ook in het Krugerpark en zagen we luipaarden en cheetahs, maar geen leeuwen. Er valt dus geen pijl op te trekken wat je ziet. Daar zijn wij inmiddels ook wel achter. Waar je iets ziet blijft ook een groot vraagteken. Op opeenvolgende dagen wil je wel eens hetzelfde dier tegenkomen op dezelfde plaats, maar dit gaat niet op over langere periodes.

En mocht je denken hoe we aan alle namen komen, we hebben een boekje met de meeste dieren in het Krugerpark (Animals of the greater Kruger). Dit is nodig ook onderweg, want internet heb je in een groot deel van het Krugerpark niet. Dan is een boekje op papier met foto’s toch erg handig.

Allerlei probleempjes hier

Vorige week waren we op vakantie. De laatste dag van onze vakantie hoorden we al dat er geen elektriciteit in onze wijk was (40% van Pretoria zat zonder stroom). De problemen waren zondagavond begonnen tijdens een onweersbui. Uiteindelijk bleek dat er een aantal elektriciteitsmasten omgewaaid waren. Dat deze omgewaaid waren, was niet zo verwonderlijk, wanneer je de foto’s ziet:

Op de derde foto is duidelijk te zien dat er dus een deel van het verstevigingstaal beneden ontbreekt. Dit was dus gestolen en de gemeente was hierover al in oktober 2022 geĆÆnformeerd. Maar er was geen actie ondernomen, met tot gevolg dat nu 40% van Pretoria zonder stroom zat. Dit was zondagavond rond 9 uur gebeurd. Toen we maandagavond rond 10 uur thuis kwamen, was de stroom net terug in onze wijk. Een aantal andere wijken in Pretoria hebben echter nog tot donderdag geen stroom gehad. Voor ons is het minder een probleem, we hebben batterijen en een aantal zonnepanelen. Bovendien hebben we nu een solar geyser die ons water verwarmd. Onze koelkast en diepvriezer waren dus normaal blijven draaien en er was geen eten bedorven.

Het volgende probleem diende zich vrijdag aan. Er was een storing met de waterbassins ergens in Pretoria, niet lokaal, maar eigenlijk een storing die een groot deel van Pretoria trof. De bassins waren nog deels gevuld, maar er werd ons gewaarschuwd dat we zonder water zouden kunnen komen. Uiteindelijk gebeurde dat op zaterdagavond. Het probleem was zondagochtend rond 1 uur opgelost, maar dan moeten alle bassins nog weer gevuld worden. Wij horen nu van andere wijken dat ze water terug hebben, maar tot nu toe, het is nu zondagmiddag bijna 5 uur, is bij ons het water nog steeds niet terug. Voor ons drinkwater hebben we geen probleem, we hebben nog 4 x 20L water staan voor onze dispenser. We kunnen echter niet meer douchen, alleen het zwembad inspringen. Dat is nu 22 graden en dus een beetje fris. En gelukkig hebben we een zwembad, met het water daarvan kunnen we ons toilet in ieder geval doorspoelen. Maar voor de mensen die geen noodvoorzieningen hebben, is er niets geregeld. Normaal komen er dan tankauto’s met water, maar dit keer is er helemaal niets. Naar verwachting zou het water vanavond terug moeten komen, maar zoals alles hier, niets is zeker. En op dit moment van schrijven test ik weer de kranen en het water komt net terug. Dus gelukkig hebben we nu ook weer water. We zitten wel eens te denken om ook hier een noodvoorziening voor aan te leggen. Er zijn namelijk plaatsen waar ze soms dagen geen water hebben. Dit kost ongeveer Euro 1500 en dan krijg je een groot vat en een pompsysteem om de druk op te bouwen. Inmiddels heb ik alle kranen ontlucht, het kost even tijd om weer druk op te bouwen, maar het belangrijkst is dat we weer water hebben om te kunnen wassen en douchen vanavond.