Drukke weken met proefveldbezoeken

We zijn op dit moment net voor de oogst van de mais en het is daardoor druk met proefveldbezoek. Het eerste bezoek begon direct na onze vakantie in de Westkaap. We kwamen maandagavond terug thuis en dinsdagochtend ben ik vroeg vertrokken voor bezoek aan de proefvelden in het oostelijk teeltgebied van de mais. We verdelen de teeltgebieden van de mais in 3 gebieden: oost, west en irrigatie. Het oostelijk deel ontvangt normaalgesproken meer regen dan het westen en de irrigatie heeft ‘onbeperkt’ regen.

Deze eerste week waren er ook collega’s uit Europa en Zuid-Amerika present. Bovendien zou ik die week ook met een aantal van deze collega’s naar Zimbabwe gaan om onze partner SeedCo daar te bezoeken. Proefveldbezoek betekent over het algemeen veel rijden over soms slechte en/of onverharde wegen. De eerste dag zijn we via proefvelden in Bethlehem naar Vryheid gereden. De route was lang en het laatste deel van de route was over slechte wegen, terwijl het donker begon te worden. Er was veel vrachtverkeer en inhalen was vaak lastig. We waren dan ook blij dat we in het hotel kwamen. Die avond moesten we bij weinig licht eten, want tijdens het eten was het loadshedding en had men slechts een paar kleine lampjes aan. De volgende dag hebben we het proefveld in Vryheid bekeken, waarna ik met 2 collega’s koers zette terug naar het vliegveld in Johannesburg. Dat was een route van minimaal 4 uur, en uiteindelijk voerde de route ons bijna helemaal via lokale wegen naar Johannesburg. Ik gebruik eigenlijk altijd Google maps voor de route en over het algemeen gaat dat goed. Die avond zijn we dan van Johannesburg naar Harare gevlogen, Harare is de hoofdstad van Zimbabwe en hier is SeedCo gevestigd. Het is een vlucht van net geen 2 uur. Bij aankomst kun je als Europeaan tegen betaling (30 USD) een visum kopen. Je hoeft dus niet vooraf een visum te regelen. De enige uitzondering zijn de britten, zij betalen een dubbel tarief, als ex-kolonie.

In Zimbabwe hebben we op donderdag het station bekeken, en de diverse gewassen en proefvelden. De electriciteitsproblemen in Zimbabwe zijn nog groter dan in Zuid-Afrika. Hier is van 5 uur ’s ochtends to 9 uur ’s avonds geen elektriciteit. Het hotel had gelukkig een generator en daardoor hadden we er weinig last van. Door de slechte economie van Zimbabwe is er een gierende inflatie (>`100%) en bestaat er nauwelijks een lokale munt. Je kunt het best US dollars gebruiken om iets te betalen. Samen met Argentinië strijdt Zimbabwe momenteel om de eerste plaats voor hoogste inflatie. De wegen in Zimbabwe zijn over het algemeen ook slecht, wellicht nog slechter dan in Zuid-Afrika. Vrijdagmiddag zijn we dan teruggevlogen naar Zuid-Afrika en zijn mijn collega’s weer richting huis vertrokken.

De week erop hadden we weer een proefveldbezoek van de mais in het oostelijk deel van het land met onze verkoop mensen. En tegelijkertijd was er een bezoek van de zonnebloem proefvelden met de veredelaar uit Argentinië. Ik heb dus deels mais en deels zonnebloem proefvelden bekeken. Voor de zonnebloem zijn we ook meer richting westen getrokken. De terugweg naar huis ging dan deels over bijzonder slechte wegen. En het laatste deel van de zonnebloem proefvelden was ten noorden van Pretoria en bezochten we op zaterdagochtend. Daarbij reden we nog door een natuurreservaat, waarbij we een grote groep Marabou Stork (Ooievaars) zagen zitten.

De derde week stond in het teken van de irrigatie proefvelden. Dit gebied is voornamelijk geconcentreerd rond 2 grote rivieren, de Oranjerivier en de Vaalrivier. Deze komen samen in de Noordkaap en daar liggen dan ook al onze proefvelden in dit gebied. Het is een behoorlijke afstand vanaf Pretoria, dus terwijl we vertrokken rond 6 uur in de ochtend, kwamen we pas rond 2 uur bij het eerste proefveld aan. Vervolgens hebben we 5 proefvelden bezocht om maandag en dinsdag en hoefden we woensdag alleen maar terug te rijden naar huis. Dit kostte echter min of meer de hele dag, ook al omdat we via ons station in Potchefstroom wilden rijden. Normaalgesproken hebben in dit gebied de hoogste opbrengsten, tot 20 ton droge korrelmais per hectare. Maar dit jaar is alles anders. Door de vele loadshedding konden de boeren niet voldoende water geven en was de opbrengst slechts 50% van normaal. En dit bij gelijkblijvende kosten, dus deze boeren zullen hier geen winst maken. Dit gebied kenmerkt zicht trouwens ook door jaarrond teelt. In de zomer staat er mais, in de winter tarwe. Men oogst dus 2 x per jaar.

De vierde week hebben we dan proefvelden in het westen bezocht. Normaal is dit een droger klimaat en zijn de opbrengsten daardoor lager. Dit jaar is het echter niet overal droog en daardoor zijn de opbrengsten in sommige streken erg goed. We hebben hier in 3 dagen een redelijk aantal velden bezocht, en op vrijdag ben ik weer via Potchefstroom teruggereden. En in de hotels is het altijd een verrassing hoe het is met de loadshedding. Sommige hebben voorzieningen, andere nagenoeg niet. Inmiddels ben ik daaraan gewend en heb ik altijd een zaklamp bij me. En het avondeten is meestal een braai, die door mijn Zuid-Afrikaanse collega’s verzorgd wordt. En de hotels zijn soms prima, maar ook soms zeer fotogeniek. Het kamers in het hotel op woensdagvond waren fotogeniek. Het was helemaal antiek ingericht, en echt op zijn Engels. We konden er geen avondeten krijgen, dus we moesten naar het dorp op 12 km afstand. En hier aten we in een echt boerencafé. De eigenaresse was een vrouw van 74 die ook ons ontbijt verzorgde. En omdat er op dat moment geen elektriciteit was, zaten we bij kaarslicht te ontbijten. De route op donderdagmiddag/avond naar het hotel was uitputtend. Ik volgde mijn collega’s, ik had geen idee waar ik was en waar het hotel was. Maar de weg was bijzonder slecht, soms moest je door de berm rijden omdat de weg zelf te veel gaten bevatte. Mijn collega’s zijn daar meer aan gewend dan ik en op een gegeven moment was ik ze nagenoeg uit het oog verloren, terwijl het donker begon te worden. Ik zag nog wat lichtjes een kilometer voor mij, maar had geen idee of dit mijn collega was. Dus ik heb maar even gebeld om ze te laten stoppen. En gelukkig was inderdaad de auto voor mij een collega. De rest van de route heb ik hen verder kunnen volgen, maar bij aankomst was ik redelijk moe van deze inspannende route. Wel was ik een keer bijna de verkeerde weghelft opgereden (men rijdt hier links dus). Dat gebeurt me niet vaak meer, maar ik zag ineens auto’s op me afkomen en kon achteruit gelukkig weer terug. Het was een overzichtelijk punt en dat was natuurlijk mede de oorzaak.

De belangrijkste teeltgebieden van mais in Zuid-Afrika

Deze slechte wegen is wel iets waar ik mij soms over verbaas. Want het ene dorp ziet er redelijk opgeruimd uit, met redelijke wegen in het dorp zelf. Andere dorpen zijn echt chaos, met veel rommel langs de weg en enorme gaten in het wegdek. Dat ligt dus echt aan het lokale bestuur (en wellicht corruptie).

We hadden ook nog een bijzondere vondst op één van de velden, je kunt een maisplant ook gebruiken als steun voor een nest:

We denken dat het de eitjes van een tortelduif zijn

Het laatste veld tijdens deze tour had trouwens nog een bijzonder eind. We waren nog bezig met waarnemingen te doen, toen we een vliegtuigje dichterbij hoorden komen. Er wordt hier nog regelmatig gespoten met een vliegtuigje (in Nederland is dat al lang verboden vanwege de onnauwkeurigheid). En voor we het wisten was hij het veld waar wij bezig waren aan het spuiten, een paar voelden zelfs de druppels neerdalen (ikzelf rook alleen dat er wat gespoten was). We zijn daarop snel het veld uitgegaan, voor hij zijn volgende ronde zou spuiten. Onze auto’s stonden voor aan het veld, maar de piloot had er blijkbaar lak aan dat er mensen in het veld liepen. Hij kon ons zelfs zien staan (zo laag vloog hij over het veld), maar hij ging dus gewoon door. We zijn daarom maar gestopt en weggereden. We denken dat hij tegen het onkruid spoot, iets anders kunnen we ons niet voorstellen.

Op de weg terug zag ik ook nog een heleboel flamingo’s bij een meer. Het meer zag min of meer roze. Dit was vlak bij Bultfontein. Er zijn een paar plaatsen in Zuid-Afrika waar veel flamingo’s zitten, en dit is er dus één van.

Komende week is de laatste week van deze proefveldbezoeken. We gaan weer naar het westen, maar nu met verkoopmensen. En ik ga nog met wat collega’s naar sorghum proefvelden kijken. Daarna wordt het rustiger, terwijl we mogelijk komende week met de oogst van de mais gaan beginnen. De oogst van soya is al in volle gang en is wellicht snel afgelopen. Door omstandigheden heb ik geen soya proefvelden bekeken, behalve de velden op onze boerderijen zelf.

Dit betekent dan het einde van 5 drukke weken, met veel kilometers en veel hotelovernachtingen. Ik weet ook weer waarom we grote en stevige auto’s rijden, een normale auto zou dergelijke wegen niet zomaar overleven. We hebben tot nu toe maar 1 x een lekke band gehad (met alle auto’s samen). Ik sta er echt versteld van hoe probleemloos onze Toyota ’s deze wegen overleven. Het zijn niet de meest comfortabele auto’s, maar wel bijzonder stevig gebouwd.