Werkbezoek aan de Republiek Congo (oftewel Congo-Brazzaville)

Het afgelopen jaar heb ik de Democratische Republiek Congo bezocht (ook wel Congo-Kinshasa geheten). Het was voor een project dat door de Nederlandse overheid gesubsidieerd wordt (het fokken van kippen). Congo-Kinshasa is een voormalige Belgische kolonie en is één van de grootste landen in Afrika. Bepaalde gebieden van dat land zijn rood, die kunnen we niet bezoeken, maar Kinshasa (de hoofdstad) is wel veilig, onder begeleiding. De maisteelt in Congo-Kinshasa staat nog in de kinderschoenen, maar wij doen al wel langer zaken in Congo-Brazzaville (met de hoofdstad Brazzaville). Kinshasa en Brazzaville zijn buursteden, want alleen de rivier de Congo scheidt beide steden (de rivier is dus de grens tussen beide landen). Beide landen zijn nauw verwant en beschouwen elkaar als familie. Congo-Brazzaville is een voormalige Franse kolonie, en dat zie je ook terug in het stokbrood dat je overal kunt vinden.

Tijdens het bezoek zouden we een aantal maisvelden bezoeken en praten met wat grote telers van mais. Daarnaast zouden we een verwerkingsfabriek voor mais bezoeken. Deze fabriek staat in Pointe-Noire, dat aan de kust ligt. Het bevolking van Congo-Brazzaville woont vooral in de 2 steden Brazzaville en Pointe-Noire (ongeveer 5 van de 6 miljoen inwoners). Omdat Pointe-Noire ook een belangrijke aanvoerhaven is, is deze stad belangrijk voor het land en heeft dan ook een internationale luchthaven. Omdat ons bezoek vooral aan de westkant van het land zou plaatsvinden (zie het kaartje hierboven), de maisvelden waren in de buurt van Dolisie (de rode punt) en Pointe-Noire is rood omrand aan de kust, zijn we met 4 mensen naar Pointe-Noire gereisd. We waren met 2 mensen van Limagrain en 2 mensen van SeedCo WECA, de joint-venture van Limagrain en SeedCo die zaden verkoopt in West en Centraal Afrika. Er zijn maar weinig mogelijkheden om vanuit Johannesburg naar Pointe-Noire te reizen (en Brazzaville is niet veel anders). De beste verbinding was via Addis Ababa in Ethiopië. Dat kost dan wel 12-15 uur, terwijl een directe vlucht slechts ongeveer 4 uur zou zijn, maar die zijn er dus niet, in tegenstelling tot vluchten naar Kinshasa. We zouden naar Kinshasa kunnen vliegen en met de boot de rivier kunnen oversteken, maar dan heb je voor beide landen visa nodig, en dat is al ingewikkeld genoeg voor 1 land.

Omdat ik de weken voor deze reizen nog naar Namibië en Frankrijk ben gereisd, kon ik pas in de week voor het vertrek een visum aanvragen (want het visum komt in het paspoort). Gelukkig had onze secretaresse in Johannesburg een zwager die contacten had op de ambassade en die voor mij op korte termijn een visum kon regelen. Na enige onduidelijkheid over de papieren (volgens de website moest je de vluchten pas reserveren als je het visum had, maar in werkelijkheid wilde men de reservering zien), had ik op donderdagavond mijn visum binnen (ik vertrok op zondagavond laat).

Op zondagavond ben ik vertrokken voor een nachtvlucht naar Addis Ababa en vervolgens de volgende ochtend de vlucht via Brazzaville naar Pointe-Noire. De nachtvlucht duurde echter maar 5 uur, en er werd eerst ook nog eten geserveerd (dat ik niet genomen heb). De nachtrust was zodoende wel erg kort, ik kwam rond 5 uur in de ochtend in Addis Ababa aan. Mijn volgende vlucht was pas om 8.45 uur, dus ik besloot eerst maar een rustig te ontbijten op het vliegveld. Mijn collega’s uit Ghana zouden ook op dezelfde vlucht zitten, dus toen ik naar de gate ging, kwam ik hen daar tegen. Zij hadden die nacht in Addis geslapen, want hun verbinding was veel langer, ze waren zondagavond al aangekomen. Dat zou voor mij ook een optie zijn, maar dan ben je wel ook een deel van je zondag kwijt. Maar het betekent wel dat je wat meer nachtrust hebt.

Na een tussenlanding in Brazzaville kwamen we dan rond 13 uur in Pointe-Noire aan. Zoals in bijna alle tropische landen, moest je als eerste hier je gele koorts vaccinatie laten zien. Ik heb deze vaccinatie al lang geleden laten zetten, maar deze is levenslang geldig en hij staat in mijn vaccinatiepaspoort. Tot nu toe was dit altijd ok, maar nu was er ineens een probleem met mijn vaccinatie. Het was niet duidelijk wie de fabrikant was en dat moest er perse bij staan, zie hieronder het rood omrande stuk. Volgens mij is J5459 de fabrikant, maar er moest een naam staan volgens de man.

En ik was niet de enige met problemen, bij anderen ontbrak een handtekening of een stempel. Al snel werd duidelijk dat dit een manier was om geld te verdienen, want je kon een duplicaat certificaat kopen voor 20 USD. Eén van mijn Ghanese collega’s had het zelfde gehad enkele maanden geleden, en hij moest toen 10 USD betalen. Dus de prijs was al hoger geworden. Ik had wel dollars bij me, maar alleen een biljet van 50 dollar. En natuurlijk hadden ze niet terug. Na mij was een man die alleen Saoedische Reals bij zich had. Wij gooiden het op een akkoordje en ik betaalde voor hem. Hij zou mij dan later op het vliegveld terugbetalen in een andere munteenheid. Daardoor konden wij beiden door naar de douane. Het vreemde hierbij is dat je dus een duplicaat krijgt en dat wel prima is.

De fabrikant is nu Pasteur, terwijl dat wellicht helemaal niet klopt!

Bij de douane zag ik mijn Ghanese collega’s staan, zij hadden hier een probleem. Ik bleek echter na enig oponthoud wel gewoon door te mogen, terwijl zij een probleem hadden. Het bedrijf dat ons de uitnodiging had gegeven zat in Brazzaville, dus men begreep niet waarom zij naar Pointe-Noire kwamen. Dit bedrijf is onze agent ter plaatse, Congosem, en zij hebben vestigingen in meerdere plaatsen, waaronder Pointe-Noire, maar het hoofdkantoor is in Brazzaville. Na veel discussie bleek het toch oké en konden mijn collega’s ook verder. Maar de man die ik geld geleend had bleek wel grotere problemen te hebben. Uiteindelijk besloot ik hem maar om Saoedische Reals te vragen, zodat wij verder konden. Ik zou dan wel zien of ik deze ergens om kon wisselen. Hij zei dat het meer dan voldoende was, maar toen ik via Google het later opzocht, bleek het toch minder te zijn dan ik voor hem betaald heb (25 dollar). Dat was het risico, maar we hadden ook geen trek om nog langer te wachten. Dit bleek het begin van een enerverende week in Congo-Brazzaville.

Toen wij de koffers hadden, werden we opgewacht door de lokale man van Congosem en hij heeft ons met een taxi naar het hotel gebracht. Van de taxi moet je je niet teveel voorstellen, het was een oude bak, zonder gordels en alleen natuurlijke airco (ramen open). Het was erg vochtig (80%), maar gelukkig was het meest bewolkt en viel het uit te houden. Ons hotel lag midden in een volksbuurt, maar gelukkig hadden we wel airco op de kamers. En dat bleek de hele week zo te zijn en het was de enige manier om nog enigszins fatsoenlijk te kunnen slapen. Niet alleen vanwege de temperatuur en vochtigheid, maar ook vanwege de muggen. Omdat het malariagebied is, was ik zondag al begonnen met malariatabletten te slikken en dat moet ik tot 7 dagen na terugkomst volhouden.

Het volgende probleem was dat we alleen contant konden betalen en er bijna nergens een kaart geaccepteerd werd. We zijn dus op zoek gegaan naar een bank. Die was gelukkig niet zo ver weg en met mijn gewone ING bankpas kon ik voldoende geld opnemen voor het grootste deel van de week. Na een tijdje bijkomen op de kamer hebben we vervolgens in het hotel gegeten (vis, we zitten aan zee) en zijn daarna gaan slapen. De internetverbinding was matig tot slecht, zodat ik met mijn computer maar weinig email kon lezen. Gelukkig kon ik de belangrijkste mails wel via tablet/telefoon beantwoorden.

De volgende ochtend zouden we vroeg, 6 uur, vertrekken en gelukkig konden we al om half 6 ontbijten. Zoals de hele week vervolgens de vertrektijd uitliep, was het nu ook bijna 7 uur voor we uiteindelijk vertrokken. De organisator van het bezoek had nogal bezuinigd op de auto’s die ons zouden vervoeren, het waren 2 auto’s met chauffeur. De ene auto bleek geen werkende airco te hebben en de technische staat van beide auto’s liet nogal te wensen over (ze waren oud). Bovendien hadden beide auto’s geen werkende gordels. We moesten eerst naar Dolisie rijden, dat ligt een stukje landinwaarts en om daar te komen moest je over een heuvelrug door het oerwoud. De wegen in de stad waren soms in abominabele staat, maar de weg van Pointe-Noire naar Brazzaville is vrij nieuw en was in goede staat, maar erg bochtig en heuvelachtig. Voordat deze weg er lag, had je soms tot een week tijd nodig om van Pointe-Noire naar Brazzaville te komen (of omgekeerd). Dat lag er vooral aan of het geregend had en de weg nog begaanbaar was door het oerwoud. Onze chauffeurs hielden nogal het tempo erin en niet iedereen was daar blij mee. Toen we in de buurt van Dolisie kwamen, dat was onze eerste bestemming, gaf de aandrijving van de auto waar ik in zat de geest en wilde niet meer verder. Onze chauffeurs besloten dat de ene auto de andere auto zou slepen, omdat we toch al dicht bij Dolisie waren. Maar het touw waarmee ze wilden slepen was erg kort. Het werd dus echt een gevaarlijke onderneming en wij hebben hen al snel geboden om een andere oplossing te zoeken. Het was vooral ook gevaarlijk omdat de trekkende auto reed alsof hij geen sleep achter zich had. Wij zijn met zijn allen in de slepende auto gestapt (de lokale mensen zaten achter in de bak van de pickup). De kapotte auto hebben we uiteindelijk aan het begin van Dolisie achtergelaten, zodat deze gerepareerd kon worden. Na een bezoek aan het magazijn van Congosem in Dolisie hebben we eerst onze koffers in het hotel achtergelaten. Het hotel was weer simpel, maar waarschijnlijk waren er in Dolisie ook geen betere hotels te vinden. We wilden wel wat voor de lunch gebruiken, we stopten daarvoor bij een straat-restaurant. Ik zag het water daar op tafel staan (het was troebel) en mijn collega Takemore en ik keken naar elkaar en we hadden hetzelfde idee: dit lijkt ons geen goed idee, de kans is groot dat we hier ziek van het eten worden. We besloten daarom een andere oplossing te zoeken voor de lunch (en dat werd uiteindelijk een supermarkt). Maar eerst wilden we ook het avondeten bestellen. In het hotel kon je niet eten, dus zijn we ook alvast bij een restaurant langsgereden om alvast het eten te bestellen, want de bereiding duurt daar normaal erg lang. Na wat artikelen voor de lunch te hebben gekocht in een supermarkt, vertrokken richting de boer die we zouden bezoeken. De lunch bestond uit koekjes en chips (en natuurlijk water). Het was inmiddels al ruim na de middag en het was zeker nog een uur rijden. En vervolgens kwamen we ook nog in een politiecontrole terecht (die we nog veel vaker tegen zouden komen). Eerst was er een probleem met de verlichting van de auto, de remlichten werkten niet, maar na een poosje bleek het wel te werken wanneer hij de verlichting van de auto aandeed. Daarna was er een probleem met de papieren van de chauffeur. Hij had geen geldig medisch certificaat. Deze was nodig omdat hij commercieel mensen vervoerde. Na een ellenlange discussie (volgens mij meer dan een uur), konden we uiteindelijk verder rijden na het betalen van een boete (en dat zou niet de enige zijn). Uiteindelijk kwamen we pas na 15 uur aan bij de boer. Hij heeft ons zijn mais laten zien (200 ha) en we hebben gepraat over wat hij nog kan verbeteren. Hij leverde deze mais aan de fabriek die we later deze week zouden bezoeken. Uiteindelijk was het al na 17 uur en moesten we nog weer terugrijden naar Dolisie, waar ons hotel was voor die nacht (en ook de nacht erna). De tweede auto was echter wel weer gerepareerd en kwam ons op weg terug van de boerderij tegemoet. We konden ons dus weer over 2 auto’s verdelen. Toen we uiteindelijk bij het restaurant aankwamen, was het inmiddels donker. We hebben vervolgens nog wel even zitten wachten op het eten aldaar. Ik had weer voor vis gekozen, dat leek een vrij veilige keuze. Bij de vis had ik rijst, maar de mensen hier eten vaak maniok (ook wel cassave genoemd). Ik heb het geproefd, maar vond het maar smakeloos en een beetje rubberachtig en zurig. Het was dan ook gefermenteerd. Dus ik heb het maar bij rijst gehouden. Er werd maar weinig groente bij het eten geserveerd, en dat zou zo blijven de rest van de week.

Na het eten zijn we naar het hotel gereden. De kamers hadden hier gelukkig ook airco, want het was erg warm en vochtig. Mijn douche bleek echter koud, dus ik heb me maar onder de koude douche gedoucht. Pas na afloop ontdekte ik een knop die er voor zorgde dat de boiler ging opwarmen, er stond dan ook niets bij die knop vermeld. De kamer was erg basic, maar het bed was schoon. De prijs voor de kamer was dan ook maar 20 euro per nacht (het eerste hotel was 40 euro per nacht, maar dat was dan ook in Pointe-Noire).

Op mijn kamer stond ook een fruitmand

De volgende ochtend zouden we om 7 uur vertrekken, maar nu bleek 1 van de chauffeurs weer vast te staan bij een politiecontrole. Het was dezelfde dan gisteren en met ook weer hetzelfde probleem. Het duurde weer lang voor het opgelost was en nu had hij een brief voor de volgende controles (en er was natuurlijk weer een boete betaald). De andere chauffeur had voor vandaag iemand anders ingehuurd, want hij moest zelf iets anders doen. We hebben een ontbijt gekocht bij het Total tankstation en zijn vervolgens naar Loudima gereden. Daar hadden we een afspraak met een instituut dat grote oppervlaktes suikerriet exploiteerde, maar ook aan het testen was met mais (voor de fabriek in Pointe-Noire). En tegelijkertijd was er een instelling die de kleine maistelers hielp met het verbeteren van hun maisproductie. Bij binnenkomst van het dorp was er weer eens een politiecontrole. En nu had onze nieuwe chauffeur een probleem, zijn rijbewijs bleek verlopen en hij had geen bewijs dat hij een nieuwe had aangevraagd. We waren vlak bij het instituut waar we moesten zijn en na veel onderhandeling mochten we uiteindelijk eerst verder rijden. Maar de politie hield zijn rijbewijs vast, zodat we op de terugweg weer langs de politie moesten. We hebben vervolgens gesprekken gevoerd met een aantal mensen en een maisveld bezocht. Daarnaast hebben we hier heel veel suikerriet gezien.

Op de terugweg moesten we weer langs de politie en hier verloren we weer behoorlijk wat tijd voor het geregeld was (en weer een boete natuurlijk). Onze lunch bestond dit keer weer uit koekjes en chips, gekocht bij een tankstation. En natuurlijk kwamen we op de terugweg naar Dolisie weer langs een politiecontrole. Onze chauffeur had natuurlijk nog steeds een verlopen rijbewijs en in plaats van te beginnen met verontschuldigingen aan de politie, zei hij niets en liep het vervolgens weer uit op ellenlange discussies waarbij we weer veel tijd verloren en er uiteindelijk een boete betaald werd.

Bij terugkomst in Dolisie zijn we eerst weer langs hetzelfde restaurant gereden om ons eten voor die avond te bestellen. Daarna konden we ons in het hotel douchen en wat relaxen, voordat we weer teruggingen naar het restaurant. Wel viel de stroom nog uit, en op mijn kamer op de tweede verdieping werd het erg snel warm. Het bleek dat het hotel wel een generator had, maar de eigenaar had de sleutel en die was niet aanwezig. Beneden was het wat beter uit te houden en heb ik daar maar gezeten. Die avond waren beide halve finales van de Afrika cup en er waren veel enthousiaste supporters. Zuid-Afrika kwam in de eerste halve finale uit tegen Nigeria. Het grootste deel van de wedstrijd hebben we in het restaurant bekeken, tijdens ons eten. De wedstrijd was bijna afgelopen toen Zuid-Afrika, dat toen met 1-0 achterstond, een penalty kreeg. De speler nam een aanloop en toen viel de stroom weer uit. En het duurde even voordat de stroom terug was. Maar Zuid-Afrika had gescoord en het liep uit op verlenging en toen strafschoppen. Nigeria trok uiteindelijk aan het kortste eind. De tweede halve finale, Ivoorkust tegen DRC, begon direct erna, maar we zijn eerst terug gereden naar het hotel. Een aantal mensen is beneden de wedstrijd blijven kijken, maar ik ben naar mijn kamer gegaan en naar bed. De volgende ochtend zouden we eerst terugrijden naar Pointe-Noire en daar ’s middags de maisfabriek bezoeken. We gingen om 7 uur weg, en konden dan eerst weer langs het Total tankstation voor een ontbijt (ze hadden broodjes en koffie).

Inmiddels hadden we ook genoeg van de zeer basic hotels en hebben we gevraagd een hotel te zoeken met wat meer luxe in Pointe-Noire voor de laatste avond. Men kwam uiteindelijk uit op Mirador suite, dat lag aan het strand in Pointe-Noire. Ik vond het wel een beetje vreemd dat ik dit hotel niet kon vinden op booking.com en google maps.

De donderdagochtend reden we dan terug naar Pointe-Noire, weer door het oerwoud en de weg met de vele bochten. Weer hadden we een politiecontrole en hetzelfde probleem met het medisch certificaat kwam opnieuw naar boven. We werden dus weer meer dan een half uur opgehouden en na weer betaling van een boete konden we uiteindelijk verder. Wel heb ik daar wat foto’s van het uitzicht kunnen maken.

Bij het hotel aangekomen bleek waarom ik het niet kon vinden, het bleek een chinees hotel te zijn, waarbij alles in het chinees was aangegeven. De kamers waren prachtig en erg groot, dus op zich was er geen probleem. Het hotel had geen restaurant, meer ernaast was een chinees restaurant waar we dan uiteindelijk ook vrij laat de lunch hebben gebruikt. Het was dus chinees dit keer en geen vis. We hadden om 15 uur bij de fabriek afgesproken en daar hebben we vervolgens tot ongeveer 18 uur gesprekken met diverse mensen gevoerd. De mais wordt hier verwerkt tot gritz en meel. Gritz is de grove korrels (grutten) die ontstaan bij het breken van de mais. Deze gritz wordt lokaal vooral gebruikt voor het produceren van bier. Ik heb nooit beseft dat er in bier ook mais gebruikt kan worden. Het bier smaakte goed, eigenlijk geen verschil met ‘normaal’ bier van gerst. Heineken is één van de afnemers van deze gritz.

Na afloop hebben we nog een slotgesprek gevoerd met de manager van Congosem. Iedereen was daarna moe en we hebben wat snacks gekocht, zodat we ’s avonds niet meer uit eten hoefden. De rest van de avond heb ik vooral op de kamer gerelaxt en wat mails beantwoord. Het was voor het eerst deze week dat er een goede internetverbinding was. Wij zouden de volgende dag eerst terugvliegen naar Addis en dan ik naar Johannesburg en mijn 2 andere collega’s naar Accra in Ghana. Onze vlucht was pas om 14 uur, dus we konden die volgende ochtend rustig ontbijten en om 11 uur zouden we opgehaald worden voor de rit naar het vliegveld. Wel moest ik nog wat extra contant geld tappen, want ik had niet meer genoeg om dit laatste hotel te betalen.

Toen ik die avond in bed stapte, voelde ik hoe hard de matras was. Deze voelde als een plank en ik besefte dat het geen comfortabele nacht zou worden. Ik heb ooit om een Japanse kamer in Duitsland geslapen. Dit bed was vergelijkbaar, de matras was toen ook keihard. Het hotel is dus zeker niet voor herhaling vatbaar.

Het ontbijt deden we de volgende ochtend in een restaurant tegenover het hotel (het hotel had geen ontbijtfaciliteiten). Daarna zijn we naar een bank iets verderop gelopen. Het was slechts een kilometer, maar het was erg warm en drukkend. Na afloop baadde ik dan ook in het zweet en kon ik gelukkig weer even afkoelen op de kamer. De airco op de kamer stond namelijk superkoud en ondanks dat ik deze omhoog gezet had, was het nog steeds behoorlijk koud op de kamer.

Naar het vliegveld reden we op dezelfde manier als toen we opgehaald waren, in een taxi zonder gordels en airco, dus het zweet vloeide weer rijkelijk. En dat werd niet minder op het vliegveld. Er bleek geen airco te draaien en het was er superwarm. Ik voelde het zweet overal lopen. We moesten door vele controles, volgens mij is mijn paspoort wel 8 x gecontroleerd. Je kreeg ook vreemde vragen, zoals hoe ik in Johannesburg van het vliegveld naar huis ging reizen. En mijn gele koorts certificaat werd opnieuw gevraagd. Ik haalde mijn nieuwe bewijs tevoorschijn en zij begon te lachen. Die dacht natuurlijk, weer iemand waaraan we geld verdiend hebben. En het mooiste kwam bij de security. Mijn koffers waren ok en ook het poortje ging niet af. Toch werd ik gefouilleerd en moest ik al mijn zakken leeghalen. Ik had nog 4000 van de lokale valuta in mijn zak. De vrouw bij de security zei dat ik die aan haar moest geven en zij mij water zou geven. Ik heb geweigerd en ben gewoon weggelopen met het geld. Ook mijn collega vroegen ze om zijn geld, maar hij zei gewoon dat hij geen geld had (maar dat was niet zo). Je moet dus overal oppassen dat ze je geld afhandig willen maken.

Toen we door alle controles waren en gingen zitten, beseften we dat het wel enorm heet was in de hal en we daar nog zeker 1,5 uur moesten zitten. Er was wel een lounge en we hebben toen maar toegang tot de lounge gekocht (was omgerekend 25 euro), daar draaide de airco en konden we wat eten en drinken. Toen we uiteindelijk aan boord konden, werden onze paspoorten nogmaals gecontroleerd en bovendien werden met de hand onze koffers nog eens doorzocht.

De vlucht naar Addis verliep probleemloos en ook de overstap op de vlucht naar Johannesburg verliep zonder problemen. Wel was het maar een ‘klein’ vliegtuig (737-800) met minder beenruimte. En de terugvlucht verliep op dezelfde manier dan de heenvlucht. Het was een vlucht van 5 uur, er werd eerst eten geserveerd en daarna kon je nog even slapen. We zijn uiteindelijk kort na 4 uur ’s ochtends in Johannesburg geland. Omdat het erg rustig op het vliegveld was, was ik al voor 5 uur door de douane. Ik heb nog een koffie en ontbijtje besteld bij de Wimpie, voordat ik naar huis ben gereden. Het was namelijk nog donker en in het donker moet je voorzichtig zijn in Zuid-Afrika. Uiteindelijk was ik dan om 6 uur zaterdagochtend thuis.

Het was een enerverende reis waarbij we heel veel meegemaakt hebben. Vanuit het werk gezien was het een interessant bezoek. Ik heb nog niet zoveel mais in dat soort tropische klimaten gezien en besef nu beter wat we voor die markten nodig hebben.

Betreffende de omstandigheden in Congo-Brazzaville, het overgrote deel van de mensen is arm tot zeer arm. De politie probeert je vooral geld afhandig te maken. Ik weet niet hoeveel invloed mijn huidskleur daarvoor had. Ik was de enige blanke in dit gezelschap. De politie controleert iedere keer alle papieren nauwgezet en weet vaak wel een onvolkomenheid te vinden. De technische staat van de auto is verder niet belangrijk, het papierwerk is veel belangrijker, daar kunnen ze geld mee verdienen.

We hebben ook geleerd dat we een volgende keer de auto’s zelf gaan uitzoeken, zodat we veilig en zonder problemen kunnen reizen. Verder moeten we ook professionele chauffeurs inhuren, die hun papieren op orde hebben. En ook de hotels zullen we zelf uitkiezen. Door alle problemen onderweg hebben we vele uren wachtend doorgebracht.

Zelfs voor mijn collega’s Takemore en Godfred uit Ghana was dit een enerverend bezoek. Ze hadden ook nog niet eerder zoveel problemen meegemaakt in dit land. Dus wellicht had het toch met mijn huidskleur te maken. Ik heb ook maar een paar blanke mensen gezien in deze week.

2 antwoorden op “Werkbezoek aan de Republiek Congo (oftewel Congo-Brazzaville)”

  1. magnificent publish, very informative. I’m wondering why the opposite specialists of this sector don’t understand this.
    You must proceed your writing. I am confident, you have a
    huge readers’ base already!

Reacties zijn gesloten.